31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 217 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2014

Hierbij zend ik u het Addendum voor 2015 op het Toezichtkader BVE 20121.

De aanvulling voor 2015 betreft, net als het toezichtkader voor 2012, het onderwijs- en examentoezicht op de bekostigde onderwijsinstellingen (ROC’s, AOC’s en vakinstellingen), de niet-bekostigde onderwijsinstellingen en de exameninstellingen in het mbo.

Conform de wettelijke voorschriften in artikel 13 van de Wet op het onderwijstoezicht is deze wijziging na overleg met vertegenwoordigers van het onderwijs vastgesteld door de Inspecteur-generaal en door mij goedgekeurd, mede namens de Minister van Economische Zaken. De belangrijkste wijzigingen zijn:

Gelaagdheid in normering neemt af

De inspectie houdt toezicht op de mbo-instellingen op basis van het Toezichtkader BVE 2012. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader dat is opgebouwd uit drie beoordelingslagen. De instellingen hebben aangegeven deze gelaagdheid voor de beoordeling te complex te vinden. Een onvoldoende beoordeling op één van de indicatoren (de onderste laag) kon bijvoorbeeld doorwerken in een onvoldoende beoordeling op een kwaliteitsgebied zoals onderwijsproces en kwaliteitsborging (de hoogste laag). Naast de complexiteit ervan deed dit soms geen recht aan het totaalbeeld dat de inspectie aantrof. Daarom worden indicatoren voortaan richtinggevend in plaats van normerend gebruikt voor de uiteindelijke beoordeling. Ik heb dit onderwerp op 30 januari 2014 besproken met een aantal instellingen, de inspectie en de MBO Raad, hetgeen geleid heeft tot een aanpassing van het toezichtkader.

Het oordeel «slecht»

Het huidige toezicht kent de beoordelingen «goed», «voldoende», «onvoldoende» en «slecht». Omdat het oordeel slecht als demotiverend wordt ervaren door de instellingen, zal dit oordeel alleen gebruikt worden door de inspectie als aan géén van de aspecten bij het bijbehorende gebied is voldaan.

Toezicht financiële continuïteit

Het financiële toezicht wordt nog verder geïntegreerd en richt zich op de toekomst. Zo moeten de instellingen met ingang van het geïntegreerd jaardocument 2013 verplicht een continuïteitsparagraaf opnemen en worden de indicatoren solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit en personele en materiële uitgaven gebruikt voor de risicoanalyse.

Beoordeling exameninstrumenten en -diensten

Vanaf 1 januari 2015 doet de inspectie geen onderzoek meer bij de afzonderlijke examenleveranciers, maar richt zich wel op de werking van de afgegeven keurmerken.

Dit aangepaste toezichtkader treedt per 1 januari 2015 in werking en zal doorlopen tot 1 augustus 2016, het moment waarop het nieuwe Toezichtkader MBO in werking zal treden.

In het kader van de pilotfase gedifferentieerd toezicht zal de inspectie in het voorjaar van 2015 pilots uitvoeren in de mbo sector. De resultaten hiervan worden benut voor verbetering van het nieuwe Toezichtkader MBO. Zoals ik in mijn brief van 28 maart 2014 heb aangekondigd, wordt u in het najaar van 2015 geïnformeerd over deze pilots en onze bevindingen en conclusies ten aanzien van het nieuwe toezicht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven