31 521 Taxibeleid

Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2016

Hierbij ontvangt u de zesde voortgangsbrief over de aanpak van illegaal taxivervoer (zogenoemde «snorders»). Met deze brief geef ik gevolg aan de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Bashir en Elias van 22 november 20121, waarin gevraagd is prioriteit te geven aan de aanpak van illegale straattaxi’s.

Per brief van 26 juni 20132 bent u geïnformeerd over de uitvoering van deze motie. De motie heeft geleid tot geïntensiveerde aandacht voor de bestrijding en opsporing van illegaal taxivervoer met behulp van een planmatige aanpak, met zowel preventieve als repressieve maatregelen. In de brief werd aangekondigd dat aan uw Kamer gedurende drie jaar twee keer per jaar gerapporteerd zou worden over de vorderingen. Dat houdt in dat deze rapportage de laatste zal zijn. Wat niet betekent dat de aandacht van de Inspectie Leefomgeving en Transport (verder: ILT) voor dit onderwerp zal verslappen, de ervaring leert dat intensieve aandacht voor snorders nodig blijft. In het risicogebaseerd toezicht van de ILT blijft de aanpak van illegaal taxivervoer een prioriteit. Over de resultaten van deze aanpak zal de ILT jaarlijks blijven rapporteren in haar jaarverslag.

Activiteiten en resultaten 2e helft 2015

Algemeen

In het laatste half jaar van 2015 hebben ILT en Politie in totaal 15 snordersacties uitgevoerd, waarvan 11 reguliere acties en 4 acties specifiek gericht op UberPOP. Bij de reguliere acties zijn 31 aanhoudingen verricht, daarbij waren 3 recidivisten. Bij de Uber-controles zijn 3 aanhoudingen verricht. Bij alle aanhoudingen is tegen de overtreder een proces-verbaal opgemaakt en is tevens een last onder dwangsom (LOD) opgelegd. Bij de recidivisten is de eerder opgelegde LOD verbeurd, dat betekent dat zij een dwangsom van 10.000 euro moeten betalen.

In heel 2015 zijn 87 snorders aangehouden en geverbaliseerd.

De ILT heeft in de tweede helft van 2015 24 voorlichtingsbrieven verzonden aan mogelijke snorders. De ILT gebruikt hiervoor informatie uit klachten vanuit de taxibranche, waarnemingen en/of signalen van handhavende instanties, zoals Politie en Koninklijke Marechaussee of uit eigen onderzoek naar bijvoorbeeld het aanbod van (illegaal) taxivervoer op internet.

De ILT ziet een groeiend aanbod van taxivervoer op internet. Aanbod op internet is echter niet per definitie illegaal. Voordat de ILT een voorlichtingsbrief kan verzenden moet dat dan ook eerst geverifieerd worden. Dit is tijdrovend werk. Verder moet de ILT naam- en adresgegevens kunnen achterhalen, anders kan geen brief worden verzonden. Bij internetaanbieders is dit vaak lastig.

De ervaring leert dat deze voorlichtingsbrief snorders afschrikt. Niet alle snorders zijn op de hoogte van wet- en regelgeving en realiseren zich dat zij illegaal handelen. Bij deze groep werkt een dergelijke voorlichtingsbrief goed. In de brief staan de consequenties van het illegale taxivervoer heel duidelijk omschreven: er is sprake van een misdrijf, overtreders krijgen een proces verbaal, de auto kan in beslag worden genomen en men krijgt een LOD van 10.000 euro met een maximum van 40.000 euro.

Aanpak UberPOP

Ook in de tweede helft van 2015 ging er bijzondere aandacht uit naar UberPOP, een app waarmee reizigers gebruikmaken van de diensten van particuliere bestuurders. Zowel chauffeurs als voertuigen voldoen in deze constructie niet aan de taxiregelgeving in de WP2000, zo ontbreekt de chauffeursvergunning en het blauwe kenteken. De ILT beschouwt UberPOP-chauffeurs dan ook als snorders.

Het beeld dat UberPOP de tweede helft van 2015 alleen nog reed voor vaste klanten leek steeds meer bevestigd te worden. Handhavend optreden werd daardoor moeilijker, wat ook het lage(re) aantal UberPOP-aanhoudingen verklaart.

Na de eerste LOD aan Uber, met een (volledig verbeurd) maximum van 100.000 euro, heeft de ILT Uber een nieuwe LOD opgelegd. Deze had een hogere dwangsom vanwege het feit dat Uber het werkgebied voor UberPOP sinds het opleggen van de LOD had uitgebreid en de hoogte en het maximum van de eerdere dwangsom Uber niet voldoende prikkel hadden gegeven om te stoppen. Op grond hiervan kreeg Uber een dwangsom opgelegd van 50.000 euro voor elke in overtreding zijnde UberPOP chauffeur, tot een maximum van 1 miljoen euro. Hiervan heeft Uber inmiddels een dwangsombedrag van 450.000 euro verbeurd en betaald.

Daarnaast voert het Openbaar Ministerie (OM) een strafrechtelijke procedure tegen Uber. Over zaken van het OM kan ik geen verdere mededelingen doen.

Op 20 november 2015 kondigde Uber aan te stoppen met de dienst UberPOP, omdat de dienst «een belemmering vormt voor een constructieve dialoog over modernisering van wet- en regelgeving». Ik heb hier met tevredenheid kennis van genomen, aangezien Uber met deze dienst stelselmatig de wet overtrad doordat zowel de chauffeurs als de voertuigen niet aan de taxiregelgeving voldeden.

Vervolg

De aanpak van illegaal taxivervoer blijft een prioriteit voor de ILT. De praktijk laat zien dat het illegale vervoersaanbod snel weer toeneemt bij minder toezicht. Gedegen voorbereiding en onderzoek en de nodige praktijkervaring hebben inmiddels geleid tot een werkbare en effectieve aanpak.

De ILT gaat voort op de ingeslagen weg en blijft met slimme inzet van mensen en middelen en binnen haar (juridische) mogelijkheden toezicht uitoefenen op het illegaal taxivervoer.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 33 400 XII, nr. 23

X Noot
2

Kamerstuk 31 521, nr. 71

Naar boven