31 521 Taxibeleid

Nr. 86 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2015

Hierbij informeer ik u, naar aanleiding van de recente maatschappelijke ontwikkelingen en in aanvulling op mijn beantwoording van de Kamervragen van het lid Bashir (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1346), over de aanpak van de illegale UberPOP-activiteiten.

Allereerst wil ik nogmaals benadrukken dat Uber met UberPOP de taxiregelgeving overtreedt. De regelgeving is er niet voor niets. De klant heeft recht op betaalbaar, kwalitatief goed en veilig taxivervoer. Bovendien zorgen de regels voor een gelijk speelveld in de taxibranche. De ILT ziet erop toe dat bedrijven en chauffeurs de regels naleven en legt sancties op als dat niet het geval is.

De particuliere chauffeurs die rijden voor UberPOP worden gezien als snorders en worden dan ook als zodanig bestraft met een proces-verbaal en een last onder dwangsom. De ILT heeft in de afgelopen zes maanden in totaal 14 snorderacties uitgevoerd, waaronder acties tegen UberPOP chauffeurs. Daarbij heeft de ILT aan 10 UberPOP chauffeurs een last onder dwangsom opgelegd van € 10.000,– per chauffeur. De chauffeur moet dit bedrag betalen als hij opnieuw betrapt wordt op illegaal taxivervoer. Daarnaast is tegen elk van deze tien chauffeurs proces-verbaal opgemaakt. Dit strafrechtelijke deel van de handhaving gebeurt onder verantwoordelijkheid van het OM.

Behalve de chauffeurs pakt de ILT ook het bedrijf Uber aan en heeft ze Uber een last onder dwangsom opgelegd van € 10.000,– per overtreding tot een maximum van € 100.000,–. Deze last onder dwangsom is inmiddels 6 keer verbeurd.

De snorderaanpak en het opleggen van sancties vraagt voortdurend zorgvuldigheid van de inspecteurs. De snorderaanpak moet stand houden bij de rechter; dat is het geval. Sancties moeten zo doeltreffend mogelijk zijn en tegelijkertijd nog proportioneel. De ILT blijft de handhaving van snorders, waaronder Uberpop-chauffeurs en het bedrijf Uber, onverminderd stevig en met prioriteit voortzetten.

Niet alle aspecten van de aanpak van illegaal taxivervoer kan ik in de openbaarheid met u delen. Normaal gesproken ben ik transparant over de manier van werken van de ILT en de wijze waarop de inspectie de handhaving uitvoert. Maar in een zaak als deze, waarin het gaat om illegale praktijken, is discretie over de handhaving instrumenteel voor het succes ervan. Deze discretie is noodzakelijk om te voorkomen dat overtreders teveel kennis krijgen van gebruikte opsporingsmethoden en om te voorkomen dat we daardoor onze eigen handhavers in de weg zitten.

Ik kan me echter goed voorstellen dat de Kamer meer wil weten over de wijze waarop de inspectie de illegale praktijken in de taxibranche onderzoekt en aanpakt. Daarom bied ik u een vertrouwelijk gesprek hierover aan met de Inspecteur-generaal. Ik hoor graag of u gebruik wilt maken van dit aanbod.

De aanpak van de actuele situatie is belangrijk, maar dat betekent niet dat ik nieuwe initiatieven zonder meer afwijs. Ik sta open voor nieuwe, innovatieve ontwikkelingen en kijk voortdurend naar de verhouding tussen de huidige taxiregelgeving en de ontwikkelingen in de markt. Ik ben en blijf daarover in gesprek met de branche, met Uber en natuurlijk ook binnenkort met uw Kamer.

Ten overvloede nog het volgende. De handhaving van de taxiwetgeving valt onder verantwoordelijkheid van mijn inspectie. De handhaving van de openbare orde, en daar hebben we het over als het gaat om fysieke acties van chauffeurs zoals bijvoorbeeld anderen klemrijden, is in de eerste plaats een zaak van de burgermeesters en de politie in de betrokken gemeenten. Ik ben hierover ook in goed overleg met de betreffende gemeenten. In dit licht wil ik opmerken dat ik het volstrekt onacceptabel vind als taxichauffeurs het heft in eigen hand zouden nemen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven