31 521 Taxibeleid

Nr. 67 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2013

Hierbij ontvangt u mijn reactie op de brief van Viziris-Ooglijn over het meenemen van een blindengeleidehond in de taxi. De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht mij hierom.

Er is geen nationale verplichting dat taxichauffeurs blindengeleidehonden in taxi’s moeten toelaten. Wel is in de Algemene Voorwaarden voor Taxivervoer opgenomen dat honden mogen worden vervoerd, tenzij dit hinderlijk of lastig is voor reiziger of chauffeur. Deze voorwaarden zijn in 2006 opgesteld door ondernemersvereniging KNV Taxi en de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg (CZ) van de Sociaal Economische Raad.

Volgens KNV Taxi betekent dit dat taxiondernemers in de praktijk geen blindengeleidehonden zouden mogen weigeren. Deze vervoersvoorwaarden worden breed toegepast, maar zijn niet algemeen verplichtend.

De Taxiwet, die sinds 1 oktober 2011 van kracht is, geeft gemeenten de bevoegdheid eisen te stellen aan het locale straattaxivervoer om de kwaliteit ervan te verbeteren. Daarenboven heeft een aantal grote gemeenten de bevoegdheid gekregen om taxiondernemers, die diensten op standplaatsen willen aanbieden, te verplichten zich te organiseren in groepen, de zogenaamde toegelaten taxiorganisaties (TTO’s).

Gemeenten hebben dus ook de mogelijkheid nadere eisen te stellen aan het meenemen van blindengeleidehonden in straattaxi’s. Amsterdam en Den Haag hebben dit inmiddels in (concept)verordeningen vastgelegd.

In de Taxiverordening van de gemeente Amsterdam, die op 8 mei 2013 in werking treedt, is (in artikel 2.5.3.c) de verplichting opgenomen om consumenten op hun verzoek te vervoeren. De toelichting geeft aan dat het weigeren van een blindengeleidehond wordt beschouwd als het weigeren van een rit. Het college van B&W kan in dat geval als uiterste sanctie de TTO-vergunning schorsen of intrekken.

In de concept Taxiverordening van de gemeente Den Haag, die eind december 2012 werd gepubliceerd, is (in artikel 13.g) opgenomen dat een taxichauffeur geen ritten mag weigeren, met inachtneming van de algemene vervoersvoorwaarden taxi.

Voor wat betreft de zogenaamde beltaxi, die de klant voorafgaande aan zijn rit bestelt bij een taxiondernemer of een taxicentrale, kan de reiziger vooraf aangeven dat hij een blindengeleidehond wil meenemen. Weigering van een taxirit zal dan niet hoeven voor te komen.

Gezien het voorgaande ben ik van mening dat de huidige regelgeving voldoende mogelijkheden biedt voor het toelaten van blindengeleidehonden in straattaxi’s.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven