nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2008
Op grond van de Comptabiliteitswet evalueert Defensie periodiek haar beleid.
Van voorgenomen en uitgevoerde beleidsevaluaties wordt zowel in de begroting
als in het jaarverslag melding gemaakt. De op de Comptabiliteitswet gebaseerde «Regeling
periodiek evaluatieonderzoek en beleidsinformatie 2006» (RPE) van het
ministerie van Financiën schrijft voor aan welke eisen evaluatieonderzoek
moet voldoen. De beleidsdoorlichting is één van de beschreven
methoden van evaluatieonderzoek. Beleid dat is gericht op de algemene of operationele
doelstellingen dient periodiek te worden geëvalueerd in de vorm van een
beleidsdoorlichting. De uitkomsten van deze doorlichtingen moeten door de
betrokken minister aan de Tweede Kamer worden gezonden.
Met enige regelmaat ontvangt u van mij evaluaties van de vredesoperaties.
U hebt van mij echter nog geen beleidsdoorlichting ontvangen, omdat uit eerdere
evaluaties is gebleken dat de beleidsartikelen van Defensie zich niet goed
lenen voor een beleidsdoorlichting. Op verzoek van de Tweede Kamer zijn de
beleidsartikelen in de begroting van Defensie gekoppeld aan de zeven defensieonderdelen.
Eerdere evaluaties van de beleidsartikelen wijzen uit dat deze alleen informatie
geven over de gereedstelling van eenheden maar niet over de daadwerkelijke
inzet van de Krijgsmacht. Een beleidsdoorlichting zou echter juist informatie
over de bereikte resultaten van deze inzet moeten geven. Daarnaast speelt
de strikte toepassing van de voorschriften uit de RPE een rol. In de genoemde
evaluaties was het niet mogelijk een harde kwantitatieve en traceerbare onderbouwing
te geven voor het wel of niet bereiken van de doelstellingen. Hierdoor kon
aan het voor een beleidsdoorlichting cruciale onderdeel – een uitspraak
over de mate van het bereiken van de doelen – geen invulling worden
gegeven. In dit licht heb ik de in de defensiebegroting 2007 aangekondigde
beleidsevaluaties naar beleidsartikelen laten vervallen.
In overleg met het ministerie van Financiën is besloten in plaats
van de beleidsartikelen de operationele invulling van de drie hoofdtaken van Defensie als uitgangspunt te nemen voor de beleidsdoorlichtingen. Die
is uitgewerkt in dertien aspecten zoals die zijn verwoord op pagina 23 en
24 van de begroting 2008. Daarnaast zal bij toekomstige beleidsdoorlichtingen
op een andere manier worden geëvalueerd waarbij het oordeel van deskundigen
een meer prominente rol gaat spelen. Dit aspect zal ook worden betrokken in
een op initiatief van het ministerie van Financiën uit te voeren rijksbrede
tussenevaluatie van de RPE in het tweede kwartaal 2008. Directe aanleiding
voor deze evaluatie is de brief van de commissie voor de Rijksuitgaven van
de Kamer over beleidsdoorlichtingen van juni 2007.
De RPE schrijft voor dat beleidsdoorlichtingen worden uitgevoerd door
onafhankelijke instanties binnen het ministerie zoals de auditdiensten of
door externen. Hiermee worden deskundigen bedoeld die geen verantwoordelijkheid
dragen voor het te onderzoeken beleid en waarvan een onafhankelijk oordeel
mag worden verwacht. Naar aanleiding van dit voorschrift heb ik onlangs besloten
de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van beleidsdoorlichtingen bij de
Audit Dienst Defensie te leggen en de kwaliteitstoetsing van de beleidsevaluaties
ex ante bij de Hoofddirectie Financiën en Control.
In het licht van bovenstaande herschikking is vertraging ontstaan in de
uitvoering van de voorgenomen beleidsdoorlichtingen. Voor 2007 was een beleidsdoorlichting
voorzien van de defensietaak «beschikbaarstelling van militaire deskundigen
ten behoeve van de training en advisering van veiligheidsorganisaties in andere
landen». In plaats daarvan zal in 2008 eerst een pilot beleidsdoorlichting worden uitgevoerd van genoemde taak. Defensie
heeft bewust gekozen voor een pilot, omdat eerst
moet worden vastgesteld of de uitvoering van een dergelijke beleidsdoorlichting
bruikbare beleidsinformatie oplevert.
Bij deze pilot die door de Audit Dienst Defensie
zal worden uitgevoerd naar de beschikbaarstelling en inzet van militaire deskundigen
zal conform de eisen van RPE ondermeer aandacht worden gegeven aan de aanleiding,
de geformuleerde doelstellingen, de gebruikte instrumenten, de benodigde financiële
middelen en de bereikte effecten.
Op grond van de uitkomsten van deze pilot zal
worden bepaald of een beleidsdoorlichting van een afzonderlijke defensietaak
een bruikbare methode van evaluatieonderzoek is die toegevoegde waarde voor
Defensie oplevert. De uitkomsten zullen ook bepalend zijn voor het wel of
niet handhaven van de in de begroting 2008 op pagina 29 opgenomen meerjarige
programmering van beleidsdoorlichtingen. Over de uitkomsten van deze pilot en de eventuele gevolgen voor de meerjarige programmering
zal ik u eind 2008 informeren.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop