31 514
Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en enkele andere wetten in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en deregulering

nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2008

Op 29 oktober jl. hebben de Staatssecretaris en ik u geïnformeerd over de arbeidsvoorwaarden van CWI-medewerkers bij de fusie UWV/CWI (Kamerstukken II, 2007/08, 31 514, nr. 27). Op 6 november jl. heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij verzocht uw Kamer uiterlijk 28 november te informeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van CWI-medewerkers bij de fusie UWV/CWI (uw kenmerk 31 514–27/2008D14143). Hierbij doe ik u de laatste stand van zaken hieromtrent toekomen.

Laatste stand van zaken

De afgelopen weken hebben de bonden informatiebijeenkomsten georganiseerd voor leden en niet-leden over de voorstellen ten aanzien van de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit de fusie UWV/CWI. De CNV-dienstenbond en de ondernemingsraad CWI hebben aangegeven niet tegen de fusie te zijn. Ook zij zijn van mening dat door deze integratie en inrichting van het Werkbedrijf de klant optimaal kan worden bediend. Op 10 november jl. hebben de bonden hun leden verzocht hun stem uit brengen over de voorstellen betreffende de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden, het sociaalplan en de pensioenovergang. Over deze voorstellen heb ik u bij genoemde brief van 29 oktober jl. geïnformeerd.

UWV/CWI en de bonden hebben, op basis van de raadpleging onder de leden, op 26 november jl. met elkaar gesproken. Daarbij hebben de vakbonden een aantal knelpunten van hun leden op tafel gelegd (zie hiervoor de brief van 29 oktober jl.). Deze knelpunten zijn besproken en hebben tot een aantal aanvullende afspraken geleid. Naar ik heb vernomen zijn de besprekingen tussen het UWV/CWI en de bonden goed verlopen.

UWV/CWI en de bonden hebben aangegeven dit proces uitermate zorgvuldig te willen begeleiden. De bonden zullen over het op 26 november jl. bereikte resultaat hun leden op korte termijn opnieuw raadplegen.

Ik vind het belangrijk dat eerst de werknemers van het UWV en CWI respectievelijk de leden van de vakbonden bekend zijn met de uitkomsten. Op dat moment zal ik u nader informeren over de laatste stand van zaken.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven