31 495 Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum

Nr. 36 STUKBRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPTITEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2022

In het overleg over de Algemene Beschouwingen (Handelingen II 2021/22, nr. 3, items 2 en 5) is door de motie van de leden Heerma en Marijnissen op 23 september 2021 (Kamerstuk 35 925, nr. 17) de regering verzocht in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn voor een nieuw Nationaal Historisch Museum, welke financieringsbehoefte en financieringsmogelijkheden er zijn, en de Kamer hierover voor de Voorjaarsnota 2022 te informeren.

De uitvoering van deze motie wil ik betrekken bij het vormgeven van het voornemen uit het Coalitieakkoord om een bijdrage te leveren aan een Nationaal Historisch Museum. Dit zal ik doen in gesprek met betrokkenen uit de sectoren van onderwijs, cultuur en wetenschap. Zo wil ik allereerst verkennen op welke wijze de Nederlandse geschiedenis (nog) toegankelijker gemaakt kan worden. Ook wil ik nagaan of er in de sector initiatieven en ideeën bestaan waarmee invulling gegeven kan worden aan het voornemen van het kabinet om een bijdrage te leveren aan een Nationaal Historisch Museum.

Over de eerste opbrengst van deze verkenning en het vervolgproces zal ik de Tweede Kamer informeren voor het einde van dit jaar.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu

Naar boven