31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2012

Tijdens het Algemeen Overleg met de VKC BZK op 4 juli 2012 over Compacte Rijksdienst en Overheidsdienstverlening kwam de huisvesting van de Belastingdienst in Emmen en Venlo ter sprake. Op uw verzoek om een brief van de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt met deze brief gevolg gegeven. Voor een uitgebreide uiteenzetting over het kantorenlocatiebeleid van de Rijksoverheid wordt kortheidshalve verwezen naar de eerder aan u toegestuurde brieven.

Het kantorenlocatiebeleid krijgt uitwerking in masterplannen die tot 2014 per provincie worden opgesteld. In die masterplannen wordt een afweging gemaakt van alle relevante aspecten. In hoofdlijnen zijn dat: de manier waarop een dienst van het Rijk zijn taak over het land wil organiseren ook gelet op de taakstellingen, de financiële gevolgen van locatiekeuzes op basis van het u bekende kantorenlocatiebeleid, en de werkgelegenheidseffecten waarvoor uw Kamer in opeenvolgende moties aandacht heeft gevraagd. Het zijn alle zeer aangelegen aspecten en zij vergen een zorgvuldig en integraal afwegingsproces. Wij zijn van mening dat het proces dat we hiervoor hebben gekozen van die zorgvuldigheid getuigt, waarbij we ook ruimte geven aan provincies om hun inbreng te hebben. Aan uw Kamer is al eerder halfjaarlijks een voortgangsrapportage toegezegd, voor het eerst in het najaar 2012.

Het is ongewenst om op voorhand over individuele kantoorpanden in steden of regio’s geïsoleerd besluiten te nemen. Dat zal namelijk altijd effecten hebben op andere steden en regio’s (waar gekozen wordt om op de ene locatie (extra) panden aan te houden, zullen ze (extra) op een andere plek verdwijnen). Bijvoorbeeld nu uitspraken doen over Venlo kan effecten voor Roermond hebben die nu niet worden overzien. De door het kabinet gekozen aanpak van de masterplannen per provincie draagt zorg voor een integrale afweging.

Concreet betekent dit voor de casussen Emmen en Venlo dat wij u geen nieuwe feiten kunnen melden totdat de concept-masterplannen voor Drenthe en Limburg gereed zijn gekomen. Er zijn in die provincies geen (onomkeerbare) besluiten genomen over het sluiten van panden van de rijksoverheid (met uitzondering van aflopende huurcontracten conform het met de kamer overeengekomen rijkshuisvestingsbeleid) zoals de staatssecretaris van Financiën in het Algemeen Overleg met de VKC Financiën op 27 juni 2012 al heeft aangegeven.

Mede namens de staatssecretaris van Financiën,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Naar boven