31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2012

Hierbij bied ik u de studie «Comparing countries on public performance» aan1. Het Sociaal en Cultureel Planbureau publiceerde op 9 mei 2012 de studie «Comparing countries on public performance». In de studie worden de prestaties en de kosten van de Nederlandse publieke sector vergeleken met die van 27 andere OECD-landen. Het rapport bouwt voort op een eerdere studie uit 2004 die destijds, ook internationaal, veel aandacht en waardering heeft gekregen. Het SCP is voornemens om deze analyse nu om de paar jaar te herhalen. Ik waardeer deze inzet en vind het de moeite waard om dit rapport onder uw aandacht te brengen. Door Nederland te vergelijken met andere landen krijgen we inzicht in de stand van zaken in de publieke sector in Nederland. Vergelijking biedt ook inspiratie om te leren van andere landen: kan het effectiever of goedkoper, kan het met een andere rolverdeling tussen overheid, markt en samenleving? Ik maak u graag attent op enkele uitkomsten.

Hoofdconclusie van het rapport is dat er nauwelijks een relatie is te vinden tussen de prestaties van landen en de omvang van de publieke sectoren. Zweden en Italië hebben bijvoorbeeld allebei een grote overheid, maar Zweden scoort veel beter. Het gaat dus vooral om inrichtings- en beleidskeuzes en niet om meer of minder geld. Die boodschap is relevant gelet op de actuele economische situatie.

Uit de internationale vergelijking van het SCP blijkt verder dat de prestaties van Nederland op het gebied van onderwijs, openbaar bestuur, cultuur en sociale zekerheid bovengemiddeld zijn, terwijl het uitgavenniveau gemiddeld is. Op het gebied van zorg, sociale veiligheid en met name milieu blijven de prestaties in Nederland achter bij de ingezette middelen. In de gezondheidszorg wordt in Nederland bijvoorbeeld relatief veel geld uitgegeven aan intramurale verzorging, terwijl de vergrijzing in Nederland nog relatief beperkter is dan elders. Vanuit een oogpunt van efficiency ondersteunt het SCP de ingezette trend naar meer extramurale zorg. Om de sociale veiligheid in Nederland verder te verbeteren raadt het SCP aan de pakkans te verhogen door in specifieke gebieden als politie zichtbaarder aanwezig te zijn. De lage scores op milieuterrein hangen, volgens het SCP, mede samen met onze hoge bevolkingsdichtheid.

Kortom Nederland behoort tot de subtop. Over alle sectoren bezien haalt Nederland een 6.1 en neemt daarmee de zevende positie in. Geen enkel onderzocht land scoort gemiddeld hoger dan een 7. Bij een gematigd uitgavenniveau weet Nederland over het algemeen goede prestaties te bereiken. De uitkomsten zijn een uitnodiging om in tijden van bezuinigingen verder te werken aan een kostenbewuste, dienstverlenende en resultaatgerichte overheid. In de afgelopen jaren zijn op dit terrein belangrijke initiatieven genomen met programma’s als Andere Overheid en Vernieuwing van de Rijksdienst. Op dit moment is het programma Compacte Rijksdienst volop in uitvoering. Met dit programma brengt het kabinet verbeteringen aan in de bedrijfsvoering van de rijksdienst en in de organisatie van een aantal uitvoerende en toezichthoudende taken. Door een betere samenwerking en meer standaardisatie kan daarbij met de inzet van minder middelen worden volstaan.

Goed Bestuur

Op het thema goed bestuur scoort Nederland opvallend goed. Van alle onderzochte landen nemen we daar de 4e plaats in op de ranglijst. Integriteit, transparantie, efficiency, dienstverlening en interactie tussen overheid en mensen zijn centrale aspecten binnen dit thema. De score die het Nederlandse openbaar bestuur heeft gekregen is zonder meer mooi. Ik zie het als een aansporing om blijvend aandacht te besteden aan de kwaliteit van ons bestuur. In dit verband maak ik u graag opmerkzaam op enkele trajecten.

Integriteit

In maart 2012 is binnen de sectoren rijk, provincie, waterschappen en gemeenten een landelijk onderzoek gestart naar de integriteitsbeleving van medewerkers en het integriteitsbeleid in de organisatie. De Integriteitsmonitor is een initiatief van het ministerie van BZK in samenwerking met de koepelorganisaties VNG, IPO en UvW. Het verkrijgen van een integraal en vergelijkend beeld van de prestaties van het openbaar bestuur, gekoppeld aan een praktisch handelingsperspectief moet hieraan een bijdrage leveren. Tegelijkertijd past de Integriteitsmonitor bij de brede wens om te komen tot evidence-based integriteitsbeleid, een wens die niet alleen leeft in Nederland, maar ook bij de OESO.

Transparantie

Nederland neemt deel aan het Open Government Partnership (OGP), een internationaal partnerschap gericht op het vergroten van openheid door overheden. Het partnerschap werd in 2010 geïnitieerd door president Obama en kent inmiddels meer dan 50 deelnemende landen. Uit de deelname van Nederland aan het OGP spreekt de ambitie om te blijven werken aan een open overheid. Dat heeft betrekking op het betrekken van burgers en het versterken van hun mogelijkheden te participeren, het vergroten van transparantie, effectiviteit en verantwoording. Een van de hoofdbestanddelen is open data. Door overheidsdata actief beschikbaar te stellen in een herbruikbaar formaat worden gegevens niet alleen door de overheid gebruikt maar kunnen ook anderen daar slimme dingen mee doen. Open data kan een belangrijke bijdrage leveren aan economische bedrijvigheid, innovatie, versterking van burgerschap en een efficiëntere overheid.

In het najaar van 2012 wordt een met de samenleving afgestemd actieplan opgesteld. In het actieplan geven we aan welke stappen we gaan nemen om meer openheid te realiseren. Conform de randvoorwaarden van het OGP zal een consultatieproces worden opgestart om samenlevingsbreed na te gaan wat de belangrijkste verbeterpunten zijn voor Nederland.

Efficiency

Op het gebied van efficiency werkt BZK aan het vergroten van de kennis over de productiviteit van de publieke sector. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken draagt bij aan het onderzoeksprogramma Innovaties en Publieke Sector Efficiëntiestudies van de TU Delft. In dit onderzoeksprogramma verkent de TU Delft hoe productiviteit in de publieke sector kan worden gemeten. Vervolgens worden factoren die de productiviteit beïnvloeden in kaart gebracht. De kennis die met dit onderzoeksprogramma wordt verzameld kan bijdragen aan het verhogen van de efficiëntie in het openbaar bestuur.

Interactie tussen mensen en overheid

Cruciaal onderdeel van «goed bestuur» is de kwaliteit van de interactie tussen mensen en de overheid. Deze kwaliteit staat onder druk wanneer het de overheid niet lukt om vanuit haar «systeemwereld» aan te sluiten bij de leefwereld van mensen. Regels, procedures en protocollen staan effectief contact soms in de weg. In de uitvoering, bij dienstverlening en rondom formele besluitvorming over individuele gevallen kan het aansluitingsvermogen van de overheid nog worden vergroot. Daarnaast kan de wisselwerking tussen de samenleving en de overheid bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken worden verbeterd door als overheid ruimte te laten voor en aan te sluiten bij de kracht in de samenleving. Goed bestuur betekent ook anderen in positie brengen en faciliteren om problemen aan te pakken en kansen te verzilveren, zonder dat het bestuur hiervoor zelf de verantwoordelijkheid overneemt.

Groeitraject

Het doen van internationaal vergelijkend onderzoek gaat onvermijdelijk gepaard met problemen van vergelijkbaarheid en beschikbaarheid van goede data. Het SCP is hier in zijn rapportage ook duidelijk over. Met het SCP zie ik de publicatie als onderdeel van een groeitraject. Ik ben voornemens om samen met de OESO te verkenen hoe wij betere prestatie-indicatoren kunnen vinden voor het openbaar bestuur. Op termijn kunnen deze indicatoren worden opgenomen in OESO publicaties zodat er continue aandacht bestaat voor de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkelingen van het openbaar bestuur als een impuls voor verbeteractiviteiten.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven