31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 242 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2018

Jaarlijks informeer ik uw Kamer over het betaalgedrag van de rijksoverheid, provincies en de gemeenten. Met deze brief informeer ik uw Kamer over betaalgedrag van de overheid in het jaar 2017. Hieronder treft u per overheidsonderdeel een overzicht van de gerealiseerde betaaltermijnen.

Ondernemingen dienen over voldoende liquide middelen te beschikken zodat ze in staat worden gesteld met eigen vermogen te ondernemen. Het is voor de financiële positie van ondernemingen dan ook van essentieel belang dat rekeningen tijdig worden betaald. De overheid heeft hierin een voorbeeldfunctie te vervullen. Overheden zijn ook wettelijk verplicht hun rekeningen binnen 30 dagen te betalen.

De cijfers over het jaar 2017 m.b.t. het betaalgedrag van de rijksoverheid, de provincies en de gemeenten laten in het algemeen een positieve ontwikkeling zien. Steeds vaker worden rekeningen op tijd betaald. Ik juich deze positieve ontwikkeling toe.

Rijksoverheid

De betaaltermijnen van de rijksoverheid worden per departement sinds 2009 gemonitord. Een overzicht van de gerealiseerde betaaltermijnen is opgenomen in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk die op 16 mei 2018 aan uw Kamer is aangeboden (Kamerstuk 31 490, nr. 239). Per departement wordt gemonitord in hoeverre de wettelijke betaaltermijn van 30 dagen wordt gehaald.

In 2014 en 2015 hebben alle departementen minimaal 90% van de betalingen voor ingekochte goederen en diensten binnen 30 dagen afgerond. In 2016 heeft de rijksoverheid de lat nog wat hoger gelegd en is de streefwaarde verhoogd van 90 naar 95% betalingen voor ingekochte goederen en diensten die binnen 30 dagen moeten zijn afgerond. Vorig jaar werd met 95,1% de streefwaarde al gehaald en over het boekjaar 2017 is de (ongewogen) gemiddelde score voor de rijksoverheid 95,8 waarmee dus een verdere verbetering is gerealiseerd.

Hieronder volgt een overzicht per departement.

Betaaltermijnen departementen

2017

2016

2015

Algemene Zaken

97,0

95,0%

94,0%

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

89,21

94,2%

92,2%

Buitenlandse Zaken

97,3

98,0%

92,9%

Defensie

94,22

94,1%

92,7%

Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

97,4

95,9%

94,1%

Financiën

98,4

98,5%

96,7%

Infrastructuur en Waterstaat

96,0

94,9%

95,0%

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

97,3

97,2%

97,7%

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

95,7

92,0%

95,3%

Justitie en Veiligheid

95,9

93,7%

94,0%

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

95,2

92,8%

92,8%

       

gemiddeld (ongewogen)

95,8

95,1%

94,3%

X Noot
1

In de eerste acht maanden van 2017 lag de realisatie van de betaaltermijnen ruim onder de norm (circa 78%). Daarvoor zijn twee oorzaken aan te wijzen, namelijk de overgang van CAFAS naar SAP 3F en de voorbereiding van de overdracht van de financiële administratie naar het FDC. Beide bewegingen leidden tot grote druk op de administratieve processen, waardoor de betaaltermijnen in het gedrang zijn gekomen. Na de overdracht aan het FDC zijn de betaaltermijn snel weer op het vereiste niveau gekomen.

X Noot
2

De belangrijkste oorzaak voor het niet halen van de betaalnorm zijn de factuurblokkades bij de afwikkeling van facturen via ERP M&F. In dit proces is nog verdere verbetering noodzakelijk in de juiste registratie van bestelorders en het tijdig afdoen van prestatieverklaringen.

Provincies

De provincies zijn op grond van artikel 124 lid 1 van de Grondwet autonoom in hun bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid voor het betaalgedrag van de provincies berust om deze reden bij de provinciale staten. Om op duidelijke en gestructureerde wijze inzicht te krijgen in het betaalbedrag van de provincies, heb ik net als in voorafgaande jaren het Interprovinciaal Overleg (IPO) gevraagd mij de cijfers te verstrekken. Hieronder treft u per provincie een overzicht van het betaalgedrag.

De provincies laten gemiddeld gezien een positieve ontwikkeling zien. Ten opzichte van de voorgaande jaren laten ze een hogere (ongewogen) gemiddelde score zien. De (ongewogen) gemiddelde score voor de provincies over 2017 bedraagt 91,8 waarmee de stijgende lijn van de afgelopen jaren blijft voortgezet.

De provincie Utrecht laat dit jaar een goed herstel zien na een moeilijk jaar door overgangsproblemen naar een nieuw financieel systeem. Daardoor zijn in 2016 een tijd lang problemen opgetreden met het tijdig betalen van rekeningen.

Verder is uit het overzicht op te maken dat bij bepaalde provincies ruimte is voor verbetering.

Betaaltermijnen provincies

2017

2016

2015

Noord-Holland

97

96

81

Fryslan

92

95

91

Gelderland

96

95

95

Utrecht

87

68

86

Zeeland

91

86

87

Flevoland

96

86

88

Drenthe

94

93

89

Groningen

89

88

89

Limburg

82

90

79

Noord-Brabant

95

93

95

Zuid-Holland

88

87

85

Overijssel

94

94

86

Gemiddeld (ongewogen)

91,8

89,3

87,6

Gemeenten

Net als vorig jaar zijn ook dit jaar alle gemeenten door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aangeschreven om gegevens over het betaalgedrag van de gemeenten aan te leveren. De gehanteerde methodiek en vraagstelling komt overeen met de gegevensverzameling zoals die door het Rijk en de provincies wordt gehanteerd. Op deze manier wordt uw Kamer op gestructureerde en transparante wijze geïnformeerd over het betaalgedrag van de overheid.

Gemeenten zijn net als de provincies autonoom in hun bedrijfsvoering en de verantwoordelijkheid voor het betaalgedrag van de gemeenten berust bij de gemeenteraad. Van de 380 gemeenten hebben 291 gemeenten de gegevens over hun betaaltermijnen in 2017 aan de VNG verstrekt. Dit is een daling van 2% van de gemeenten ten opzichte van het jaar daarvoor. Voor 88 gemeenten zijn de gegevens van Dun & Bradstreet (D&B) gebruikt. Van 1 gemeente (Maasgouw) zijn geen gegevens aan de VNG verstrekt en heeft D&B ook geen gegevens. Van deze gemeente ontbreekt dus een score.

In onderstaand overzicht zijn de prestaties van de gemeenten op basis van de door hen verstrekte gegevens én de gegevens van D&B geaggregeerd weergegeven. Het overzicht met alle scores per gemeente is te vinden op de VNG-website www.waarstaatjegemeente.nl. en op de website www.snellerbetalen.nl van MKB Nederland.

Betaaltermijnen gemeenten

2017

2016

2015

 

aantal

%

aantal

%

aantal

%

>90% tijdig

170

45%

167

43%

146

38%

tussen 85% en 90% tijdig

85

22%

101

26%

97

25%

tussen 80% en 85% tijdig

60

16%

48

12%

69

18%

tussen 70% en 80% tijdig

45

12%

53

14%

62

16%

< 70% tijdig

19

5%

18

5%

12

3%

Vanuit zowel de gemeenten als de leveranciers kunnen verdere stappen gezet worden om facturen op tijd te betalen.

De Kamer heeft eerder dit jaar per motie Amhaouch (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 79) de regering verzocht om in samenwerking met de betrokken partners aanvullend op deze jaarlijkse monitor een concreet plan van aanpak op te stellen, waarbij het aan individuele overheden zelf is om verbeteracties te starten. Aan deze motie wordt in het MKB-actieplan gevolg gegeven.

De invulling van de motie wordt gedaan door het uitwerken van goede voorbeelden tot kopieerbare leerervaringen. De planning is dat het rapport met goede voorbeelden deze zomer gereed is. Dit voorbeeldenboekje zal tijdens een bijeenkomst met betrokken partners in het najaar verspreid worden.

Daarnaast wordt een tijdelijk faciliterend loket ingesteld bij Betaalme.nu zodat met de concreet opgehaalde ervaringen de dienstverlening aan ondernemers verder verbeterd wordt. Hierbij wordt het mkb ook gewezen op e-factureren als wijze om betaaltermijnen te verkorten. Vanaf 18 april 2019 zijn overheidsorganisaties verplicht om e-facturen van ondernemers te accepteren. Het verwerken van een e-factuur kost minder tijd omdat gegevens niet meer hoeven worden overgetikt of ingescand, waarmee e-factureren bijdraagt aan het betalen binnen de termijn.

Met uitvoering van de motie Amhaouch is mijn verwachting dat het betaalgedrag het aankomend jaar verder kan verbeteren. Ik hoop dat dit in de monitoring betaaltermijnen overheden van het komend jaar zal blijken. Mijn ministerie zal zich ervoor blijven inzetten dat zowel de provincies als de gemeenten vrijwillig cijfers over het betaalgedrag aanleveren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven