Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2018
Tijdens het mondelinge vragenuur op 30 januari 2018 heb ik met de Kamer gesproken
over het bericht dat het ABP de Anw-compensatieregeling verlengt tot 1 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 45, mondelinge vragen
van het lid van Rooijen over het bericht dat pensioenfonds ABP de ANW-compensatie
verlengt tot 1 mei 2018). Hierbij vroeg het lid Omtzigt, met verwijzing naar artikel
7:977, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, of de Anw-compensatieregeling een risicoverzekering
is, en of het ABP deze eenzijdig mag opzeggen.
De Anw-compensatieregeling bij het ABP is geen risicoverzekering in de zin van artikel
7:977, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel gaat over levensverzekeringen,
afgesloten bij een commerciële verzekeraar.
De Anw-compensatieregeling bij het ABP is een arbeidsvoorwaarde. Zoals ik heb aangegeven
in het mondelinge vragenuur is het de verantwoordelijkheid van sociale partners om
hier afspraken over te maken. De beëindiging van de Anw-compensatieregeling, zoals
overeengekomen in het akkoord tussen werknemers en werkgevers van juli 2017, is dan
ook niet in strijd met artikel 7:977, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.
Ik vertrouw erop uw vraag hiermee te hebben beantwoord.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren