31 482
Cultuursubsidies 2009–2012

nr. 56
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2009

Tijdens het Algemeen Overleg inzake het kunstvakonderwijs en de betaalbaarheid van cursusactiviteiten van centra voor de kunsten d.d. 10 juni 2009 (Kamerstuk 31 482, nr. 42) heb ik u toegezegd dat er een addendum komt bij het sectorplan van de HBO-raad over het mbo-kunstvakonderwijs. Deze toezegging hangt samen met de verschillende actielijnen met betrekking tot het kunstvakonderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt die zijn aangekondigd in de brief van 16 maart 2009 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 28 989, nr. 96), waaronder het sectorplan.

Hierbij informeer ik u over de overschrijding van de door u gestelde termijn van 31 december 2009 van deze toezegging.

Er is gebleken dat er meer tijd nodig is voor de totstandkoming van het sectorplan en het mbo-addendum. Hieronder schets ik de stand van zaken.

– Ik heb de HBO-raad verzocht om met de kunstvakinstellingen en de arbeidsmarkt een sectorplan op te stellen. Ten aanzien van de ontwikkeling van het sectorplan heeft de HBO-raad een externe commissie onder leiding van prof. dr. R. H. Dijkgraaf ingesteld. Deze commissie zal advies uitbrengen over de hoofdlijnen van een door het kunstvakonderwijs te ontwikkelen sectorplan. Het opstarten van deze commissie heeft langer geduurd dan voorzien. Het advies van deze commissie wordt april 2010 verwacht. Ik heb de HBO-raad gevraagd om op grond van de hoofdlijnen van het advies van de commissie Dijkgraaf vóór 1 juli 2010 het sectorplan uit te werken.

– Ik heb het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) gevraagd een extra onderzoek uit te voeren in aanvulling op het Schoolverlatersonderzoek. Dit extra onderzoek gaat specifiek in op verschillende opleidingen binnen het MBO-kunstvakonderwijs waaronder de opleiding MBO-artiest. Deze resultaten worden april 2010 verwacht.

Ik zal uw Kamer in juli deze rapporten toesturen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven