31 477 Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2018

Bij brief van 1 oktober jl. ontving ik van de vaste commissie voor Financiën de vraag of informatie van De Nederlandsche Bank (DNB) over het beheersen van integriteitrisico’s door andere financiële instellingen dan ING met de Kamer kan worden gedeeld (al dan niet vertrouwelijk) en indien dat niet het geval is de redenen daarvan toe te lichten.

Allereerst vind ik het van belang om op te merken dat ik zelf niet beschik over informatie met betrekking tot individuele financiële instellingen. DNB vergaart in het kader van haar toezicht informatie over individuele instellingen. De bevindingen van DNB in haar brief van 24 september jl. berusten op deze informatie. DNB heeft op grond van artikel 22 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme een geheimhoudingsplicht. Dit betekent dat het DNB niet is toegestaan om informatie, die zij in het kader van haar toezicht heeft verkregen en die te herleiden is tot individuele instellingen, aan derden te verstrekken. Slechts in de strikt omschreven gevallen in de wet kan DNB de toezichtvertrouwelijke informatie delen. Het betreft daarbij alleen informatiedeling met andere (buitenlandse) toezichthoudende autoriteiten.

Bovenstaande betekent dat DNB noch aan mij noch aan uw Kamer informatie kan verstrekken over individuele financiële instellingen. Vanwege de wettelijk voorgeschreven geheimhoudingsplicht maakt het geen verschil of deze informatie openbaar of vertrouwelijk aan uw Kamer wordt verstrekt.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven