31 476
Patiënten- en cliëntenrechten

nr. 4
MOTIE VAN HET LID WILLEMSE-VAN DER PLOEG C.S.

Voorgesteld 19 november 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat artikel 7 van de WMCZ een essentieel onderdeel is om de positie van cliënten te versterken;

overwegende, dat de positie van cliënten op dit punt in de nieuwe wetgeving niet moet worden verzwakt;

overwegende, dat het noodzakelijk is om ook in de zorg het coöptatieprincipe in de benoeming van toezichthouders te doorbreken;

ervan uitgaande, dat in de nieuwe wetgeving wordt opgenomen dat voorafgaand aan de bindende voordracht voor de benoeming van een lid van de raad van toezicht door de cliëntenraad een transparante procedure wordt gevolgd;

verzoekt de regering de bindende voordracht van de cliëntenraad voor de benoeming van een lid van de raad van toezicht te behouden en hiertoe op te nemen in de komende wetgeving voor de regeling van patiëntenrechten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Willemse-van der Ploeg

Ferrier

Vermeij

Leijten

Naar boven