31 476 Patiënten- en cliëntenrechten

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2021

Bijgaand stuur ik u de derde voortgangsrapportage Uitkomstgerichte Zorg. Het programma Uitkomstgerichte Zorg vloeit voort uit het Regeerakkoord en is opgezet aan de hand van de afspraken die zijn gemaakt met de partijen die het Hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg 2019–2022 hebben ondertekend. Het programma wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met deze brancheorganisaties en hun achterbannen.

Zoals mijn ambtsvoorgangers uw Kamer eerder hebben geschetst is vergroting van het inzicht in uitkomsten van zorg van groot belang voor patiënten en voor zorgverleners. Zorgverleners kunnen er de kwaliteit van hun handelen verder mee verbeteren. Ook helpt inzicht in uitkomsten patiënten en hun zorgverleners om samen te komen tot de beste behandelkeuze. En kan uitkomstinformatie patiënten ondersteunen bij het kiezen van een zorgverlener. Terwijl zorgverzekeraars en zorgaanbieders het kunnen gebruiken om goede afspraken te maken over de patiëntenzorg.

Bijgaande voortgangsrapportage beschrijft de stand van zaken van de acties die rond Uitkomstgerichte Zorg in gang zijn gezet1. Ik noem ze hier op hoofdlijnen.

  • Zo wordt gewerkt aan het vaststellen van indicatorensets die iets zeggen over de uitkomsten van behandelingen en het effect daarvan op de kwaliteit van leven van de patiënt. De eerste sets, waarvan de ontwikkeling in 2020 is gestart, zijn inmiddels in concept vastgesteld. Daarnaast is in 2021 gestart met de ontwikkeling van uitkomstensets voor een aantal andere aandoeningen en zullen komend jaar nog meer aandoeningen volgen.

  • We hebben acties in gang gezet om patiënten en zorgverleners te stimuleren en te ondersteunen om samen te beslissen over de best passende behandeling voor de patiënt. Zo is bijvoorbeeld een publiekscampagne van start gegaan, wordt gewerkt aan een vindplaats voor goede en betrouwbare keuzehulpen en worden competenties voor samen beslissen verankerd in de zorgopleidingen van professionals. Daarbij is aandacht voor gezondheidsvaardigheden, kijken we naar stimulansen om Samen Beslissen te organiseren en te belonen en ondernemen we acties om patiënten onderling en zorginstellingen onderling van elkaar te laten leren van eerdere ervaringen met Samen Beslissen.

  • Met het programma willen we ook handvatten bieden voor het meer uitkomstgericht organiseren en belonen van zorg. Gebleken is dat daarvoor nog veel uitzoekwerk nodig is. Om die reden ondersteunen we een aantal experimenten op dit vlak waarvan de resultaten te zijner tijd breed zullen worden gedeeld.

  • De in het programma ontwikkelde uitkomstensets worden getoetst op ICT-aspecten van registreerbaarheid en uitwisselbaarheid.

  • We stimuleren en ondersteunen de gewenste verandering van organisatie, werkwijzen en gedrag binnen zorginstellingen om uitkomstgericht te werken op meerdere manieren. Zo organiseren we bijeenkomsten, hebben we een kennisplatform/ community gelanceerd, is er een pool van coaches en ambassadeurs gestart en werken we aan implementatiehandreikingen. Daarbij bestaat voortdurend aandacht voor communicatie om draagvlak en enthousiasme voor de beweging naar Uitkomstgerichte Zorg te vergroten.

  • En ten slotte noem ik hier dat een aantal onderzoeken is uitgezet om de kennis over Uitkomstgerichte Zorg te vergroten en de resultaten van Uitkomstgerichte Zorg te verduurzamen.

Voor meer gedetailleerde informatie over de stand van zaken op deze aspecten verwijs ik u naar de bijgaande rapportage.

Zoals gezegd, het programma wordt in nauwe samenwerking met de brancheorganisaties in de medisch-specialistische zorg uitgevoerd. Ik wil die partijen op deze plaats ook complimenteren voor hun inzet in het programma in een periode waarin de COVID-19 pandemie veel van hen heeft gevraagd en nog steeds vraagt. Door de pandemie is binnen het programma ook wel enige vertraging opgetreden. Dit heeft ertoe geleid dat in overleg met de bestuurders van de brancheorganisaties is besloten een aantal onderdelen van het programma een jaar langer door te laten lopen om de ambities van dit programma te kunnen realiseren. In de voortgangsrapportage heb ik dat bij die onderdelen ook benoemd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven