Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2014
Bijgaand ontvangt u de bevindingen van de visitatiecommissie van ProDemos1. Deze rapportage is gebaseerd op de uitgebreide zelfevaluatie van ProDemos en het
aanvullende onderzoek dat de visitatiecommissie heeft uitgevoerd. De leden van de
commissie hebben vele nuttige adviezen aangedragen ter verdere ontwikkeling van de
organisatie. Na een korte samenvatting van het rapport, stip ik enkele van deze adviezen
aan.
In het onderzoek komt een overwegend positief beeld van ProDemos naar voren. Er is
in korte tijd een groot en actief netwerk opgebouwd en er is eveneens een levendige,
gezonde en relevante organisatie opgebouwd, die veel bezoekers trekt en betrokken
medewerkers heeft. De commissie is ervan overtuigd, dat ProDemos een belangrijke rol
vervult in het verspreiden van het gedachtegoed op het terrein van de democratische
rechtsstaat, nu en in de toekomst. Waarbij zij in belangrijke mate kan bijdragen aan
de verankering en bescherming van een fundamenteel onderdeel van onze samenleving,
dat vaak als (te) vanzelfsprekend wordt gezien.
De commissie constateert dat in de motie Heijnen van 24 juni 2013 over ProDemos (Kamerstuk
33 609, nr. 8), de nadruk ligt op het verhogen van de bezoekersaantallen. Echter, ProDemos zou
wat betreft de commissie in kwalitatieve zin meer de nadruk kunnen leggen op het bevorderen
van een positieve attitude ten opzichte van democratie en rechtsstaat bij bezoekersgroepen
waar dit bijzondere aandacht behoeft. Verder zou zij meer het publiek niet alleen
kunnen informeren, maar ook activeren. Zeker bij groepen, die al een behoorlijke kennis
en acceptatie van de democratische rechtsstaat hebben, acht de commissie dit zeer
wel mogelijk. Zij stelt verder, dat op dit moment noch ProDemos, noch de Tweede Kamer
voldoende capaciteit in huis hebben, om de in de motie Heijnen genoemde bezoekersaantallen
(250.000 per jaar) te kunnen verwerken. Zij raadt ProDemos dan ook aan, de ontwikkeling
van het aantal bezoekers goed te volgen en te anticiperen op knelpunten.
De commissie is onder andere voorstander van het uitbreiden van ProDemos op locatie
(dat wil zeggen dat ProDemos activiteiten onderneemt door het hele land), zodat ook
mensen die letterlijk en figuurlijk verder van het «Haagse» afstaan beter bereikt
kunnen worden. ProDemos zou kunnen gaan werken met ambassadeurs op locatie en mede
in dit opzicht intensiever kunnen samenwerken met overkoepelende organisaties, zoals
de VNG. Ook zou zij kunnen onderzoeken in hoeverre ProDemos virtueel bij bezoekers
kan worden gebracht.
In het onderwijsveld zou ProDemos een stevigere plek kunnen proberen in te nemen,
door essentiële invullingen aan te leveren, op de eigen thematiek.
De democratische rechtsstaat heeft haar oorsprong in de trias politica. De commissie
adviseert daarom – en anders dan op dit moment het geval is – alle onderdelen die
daaraan bijdragen, stevig bij de positie en opdracht van ProDemos te betrekken, zowel
inhoudelijk als financieel. Zij adviseert ook en in lijn hiermee, het aantal subsidieverstrekkers
uit te breiden naar gelieerde partijen, bestaande uit vakministeries (bijvoorbeeld
de Ministeries van OCW, VWS, SZW), de provinciale en lokale bestuurslaag en de instituties
van de rechtsstaat. Ik verwacht dat ProDemos deze en andere in het rapport genoemde
aanbevelingen verder zal oppakken. Waar ik dit kan ondersteunen, doe ik dat natuurlijk
graag.
Tot slot wil ik de leden en de secretaris van de visitatiecommissie hartelijk danken
voor de intensieve betrokkenheid, die zij de laatste maanden hebben getoond en voor
de nuttige adviezen, die zij ProDemos hebben meegegeven.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk