31 475
Huis voor democratie en rechtsstaat

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2009

Bij brief van 17 juni 2009, Kamerstukken I/II 2008/2009, 31 475, nr. 6, informeerde ik u over het voornemen tot het oprichten van de Stichting Huis voor democratie en rechtsstaat (hierna: Huis).

Door middel van deze brief wil ik u informeren over de voorgenomen werving van de Raad van Toezicht.

Inmiddels heb ik in de voor dit project ingestelde Stuurgroep overleg gevoerd over het profiel van de bij de oprichting te benoemen Raad van Toezicht. Het door mij op basis van dat overleg vastgestelde profiel treft u bijgaand, ter informatie, aan.

Van de voorzitter van deze Raad van Toezicht wordt verwacht dat hij of zij in staat is om zo nodig op het hoogste politieke en bestuurlijke niveau (ministersniveau) te kunnen opereren. De voorzitter is een verbindende persoon en in staat om in- en extern (politieke) verschillen te overbruggen en het vertrouwen in de organisatie op te bouwen en te versterken.

Bij de vervulling van de vacatures voor de Raad van Toezicht zal ik in overleg met de Stuurgroep allereerst een beoogd voorzitter van de raad selecteren. Deze zal vervolgens deel uitmaken van de selectiecommissie voor de overige leden.

In het kader van het opstellen van het profiel van de Raad van Toezicht is de aan orde gekomen de verenigbaarheid van de functie van voorzitter of lid van de Raad van Toezicht met andere functies. In artikel 8.6 van de ontwerp-statuten is onder meer bepaald dat het lidmaatschap niet verenigbaar is met het lidmaatschap van de Staten-Generaal of van het Europees Parlement of een functie of ambt, als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement. In die artikelen van die wet zijn functies genoemd die om verschillende redenen niet verenigbaar worden geacht met het kamerlidmaatschap. Wat met deze verwijzing in de statuten naar de Wet Incompatibiliteiten vooral werd beoogd, was een uitsluiting van aan een minister ondergeschikte ambtenaren. Die uitsluiting strekte tot uitvoering van het Beleidskader voor betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het oprichten van stichtingen1 waarin is bepaald: «Ambtenaren in het bestuur kan leiden tot dubbele loyaliteiten bij de betreffende ambtenaar. De hoofdregel is dan ook dat ambtenaren niet in het bestuur van een stichting plaatsnemen. Indien hier toch de voorkeur naar uit gaat, vereist dit een bijzondere argumentatie.» Door in de ontwerpstatuten onverkort te verwijzen naar de Wet Incompatibiliteiten, worden, behalve ambtenaren en degenen die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht onder verantwoordelijkheid van een minister werkzaam zijn, ook allerlei andere functies en ambten uitgesloten, die weliswaar onverenigbaar dienen te zijn met het Kamerlidmaatschap, maar die naar mijn oordeel wel kunnen worden gecombineerd met het lidmaatschap van de Raad van Toezicht. De in de ontwerpstatuten opgenomen verwijzing naar genoemde wet acht ik derhalve onnodig beperkend. Om die reden zal bij de oprichting van de stichting artikel 8.6. laatste volzin, worden aangepast, en als volgt komen te luiden: «De leden van de raad van toezicht mogen niet tevens lid zijn van de Staten-Generaal of van het Europees Parlement of als ambtenaar of op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn bij een ministerie of een daaronder ressorterende instelling, dienst of bedrijf.»

Andere functies of ambten worden door deze aanpassing derhalve niet formeel (statutair) onverenigbaar verklaard. Of een kandidaat een functie vervult die leidt tot een mogelijke spanning met de gewenste onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht, wordt aldus van geval tot geval bepaald; alleen Kamerleden, Europarlementariërs en ambtenaren zijn echter zonder meer uitgesloten.

Zodra de parlementaire voorhangprocedure voor het oprichten van de onderhavige stichting zal zijn afgerond, zal ik de vacatures van leden van de Raad van Toezicht breed bekendmaken via een advertentie in landelijke media en plaatsing op de website van het ministerie. Mocht er op dat moment geen gerede kandidaat voor het voorzitterschap beschikbaar zijn, dan zal ook de voorzitter van de Raad van Toezicht via deze openbare werving worden gezocht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

BIJLAGE

Profiel Raad van Toezicht Stichting Huis voor Democratie en Rechtsstaat

De – volgens planning omstreeks mei 2010 – op te richten Stichting Huis voor Democratie en Rechtsstaat heeft tot doel het op onafhankelijke en onpartijdige wijze, en waar mogelijk in samenwerking met andere organisaties, overdragen van kennis over de democratische rechtsstaat, de werking van de instituties daarvan, de Grondwet en het constitutioneel bestel in ruime zin, het vergroten van vaardigheden om deel te nemen aan democratische processen alsmede het bevorderen van actief democratisch burgerschap. Zie www.minbzk.nl/huis voor nadere informatie.

De op te richten stichting kent een Raad van Toezicht, een directie, die met het bestuur van de stichting is belast, en een raad van advies. De Raad van Toezicht benoemt de directie en stelt de raad van advies in.

De Raad van Toezicht houdt voorts binnen het kader van de statuten toezicht op het beleid van de directie en de algemene gang van zaken binnen de stichting en de daarmee verbonden organisatie. De Raad van Toezicht zal bestaan uit een voorzitter en daarnaast uit vier andere leden.

De leden van de Stichting Huis voor Democratie en Rechtsstaat hebben relevante ervaring met het openbaar bestuur, bijvoorbeeld als politicus, bestuurder, wetenschapper en/of adviseur. Zij hebben gezag in het bestuurlijke veld, zijn in staat om op bestuurlijk niveau te kunnen opereren. Zij beschikken over een uitstekend extern netwerk op (top)niveau in de wereld van politiek, wetenschap en openbaar bestuur. Zij behartigen actief de belangen van de stichting.

Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht wordt ernaar gestreefd dat de raad als geheel een politiek en maatschappelijk evenwichtige samenstelling heeft, divers is naar geslacht, leeftijd en maatschappelijke en culturele achtergrond van de leden, zodanig dat de stichting als geheel een politiek-maatschappelijk neutrale positie inneemt. De leden van de Raad van Toezicht dienen aantoonbare affiniteit te hebben met democratie en rechtsstaat, alsmede met de beoogde activiteiten en de doelstellingen van de stichting.

Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar. Herbenoeming kan éénmaal plaatsvinden.

Van de leden van de Raad van Toezicht wordt verwacht dat zij gemiddeld 1 tot 2 dagdelen per maand beschikbaar zijn. De Raad van Toezicht vergadert naar verwachting vier à vijf keer per jaar. Zij ontvangen daarvoor een honoraire vergoeding (vacatiegeld en onkosten).

De op te richten stichting zal behalve een Raad van Toezicht ook een bestuur hebben, bestaande uit een of meer – een door de Raad van Toezicht vast te stellen aantal – directeuren. De Raad van Toezicht zal als een van de eerste zaken de werving van een nieuwe directie van het Huis ter hand moeten nemen. Het streven is erop gericht dat de stichting op in mei 2010 kan worden opgericht. Voor dat tijdstip zullen de beoogde leden van de Raad van Toezicht fungeren als selectiecommissie voor de nieuwe directie. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt tot dat tijdstip voor het secretariaat en verdere ondersteuning van de Raad van Toezicht i.o.

Bij de vervulling van de vacatures voor de Raad van Toezicht zal allereerst een beoogd voorzitter worden geselecteerd. Deze zal deel uitmaken van de selectiecommissie voor de overige leden. De selectiecommissie wordt voorgezeten door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De stichting zal – zo is het voornemen – vrijwel gelijktijdig met of enkele weken na de oprichting fuseren met twee bestaande instellingen: de stichting bezoekerscentrum Binnenhof (SBB) te Den Haag en de Stichting Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) te Amsterdam. De nieuwe Raad van Toezicht en de nieuwe directie vormen de organen van de gefuseerde instelling.


XNoot
1

Kamerstukken II 2006/2007, 25 268, nr. 42.

Naar boven