nr. 4
AMENDEMENT VAN HET LID IRRGANG
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat, kolom 2, wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 99 Nominaal en onvoorzien worden
het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € PM (x € 1 000).
II
Na artikel 99 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
| Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten |
---|
100 Inhuur externe deskundigheid | PM | PM | |
Toelichting
Het kabinet heeft als doel om de inhuur van externen terug te dringen.
Dit amendement behelst twee zaken ter ondersteuning daarvan.
Ten eerste worden de uitgaven inzichtelijk gemaakt in de begrotingsstaten
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ten tweede wordt dit artikel per begroting gemaximeerd met de bedragen
uit 2007. Hiermee kan de Kamer haar begrotingsrecht aanwenden om de inhuur
van externe deskundigheid terug te dringen zoals wordt gevraagd in de motie
Schinkelshoek (31 444 VII, nr. 8).
Op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
is voor 2007 een bedrag van € 41 929 (x 1000) opgenomen
voor de inhuur van externen. Omdat dit bedrag een combinatie is van de begrotingsstaten
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) en de begrotingsstaat
van Jeugd en Gezin (XVII) en de verdeling nog niet bekend is, zijn PM bedragen
opgenomen. Dit betekent dat de twee begrotingen samen gemaximeerd worden met
het bovengenoemde bedrag.
Een soortgelijk amendement is ingediend op de suppletore begroting van
alle ministeries, alsmede voor de suppletore begroting van de Staten-Generaal.
Irrgang