31 474 XIV
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 5
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 juni 2008

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Schreijer-Pierik

De adjunct-griffier van de commissie,

Berenschot

1

Kunt u uiteenzetten waarom de suppletore begroting niet is opgesteld conform het «experiment verantwoording nieuwe stijl», zodat een beter inzicht verkregen kan worden op de voortgang van de verschillende beleidsartikelen?

Het experiment verantwoording nieuwe stijl heeft betrekking op het met meer focus presenteren van de voortgang en realisatie van de kabinetsdoelstellingen in begroting en jaarverslag. De suppletore begroting richt zich primair op begrotingsmutaties lopende het uitvoeringsjaar.

2

Kunt u uiteenzetten hoe de doelstellingen 22 (het stimuleren van duurzame consumptie en productie) en 25 (dierenwelzijn) uit het Beleidsprogramma kabinet Balkenende IV 2007–2011 zich verhouden met de Begroting 2008 van het ministerie van LNV, en dus ook met de suppletore begroting?

Aangezien de begrotingsindeling 2008 al eerder was vastgesteld dan de doelstellingen van het Beleidsprogramma van het kabinet is in deze begroting de aansluiting niet direct zichtbaar. De activiteiten ten behoeve van doelstelling 22 (het stimuleren van duurzame consumptie en productie) zijn met name opgenomen bij operationele doelstelling 21.13 (het bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen, waaronder biologische landbouw). Doelstelling 25 (dierenwelzijn) is opgenomen bij operationele doelstelling 21.12 (het bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn). In de begroting van 2009 zal in de beleidsagenda expliciet ingegaan worden op beide doelstellingen.

3

Worden de capaciteitsproblemen, zoals geconstateerd in het recent uitgelekte rapport over de handhaving VWA, aanleiding voor het onderzoek van de heer Hoekstra en de heer Vanthemsche met deze budgetverhoging voldoende opgelost?

Het rapport van de heer Hoekstra, en nu ook het rapport van de heer Vanthemsche, heeft duidelijk gemarkeerd dat investeringen in de mensen en middelen van de VWA noodzakelijk zijn. Dit vraagt om een gezamenlijke inspanning van de overheid en het bedrijfsleven. Bij Voorjaarsnota is in totaal € 20 miljoen additioneel beschikbaar gesteld aan de VWA voor het jaar 2008 en 2009. Daarnaast voeg ik bij ontwerpbegroting 2009 structureel € 4 miljoen toe aan de bijdrage aan de VWA. Hiermee kan ik invulling geven aan de maatregelen die voortvloeien uit de aanbevelingen van de heer Hoekstra, alsmede ter dekking van de bestaande knelpunten op de VWA begroting. Voor de capaciteitsproblemen ten aanzien van dierenartsen en de maatregelen die ik daarvoor neem verwijs ik u naar mijn brief «rapport van de auditcommissie Vanthemsche inzake de VWA» d.d. 20 juni jl. (VD.2008/1251).

4

Waarom wordt het budget voor het project «Koe in de wei» met € 2,2 miljoen verlaagd?

De in de toelichting op het beleidsartikel aangeven verlaging van € 2,2 miljoen heeft geen betrekking op het project «Koe in de wei». Het betreft een budgetverlaging als gevolg van onderuitputting op de Investeringsregeling Energiebesparing (IRE).

Deze middelen worden overgeheveld van operationele doelstelling 21.13 naar operationele doelstelling 21.12 ten behoeve van het innovatieproject «Telen met toekomst» (€ 1,1 miljoen) en voor hogere uitgaven (€ 1,1 miljoen) in het kader van de regeling In beslag genomen goederen.

5

Waarom neemt in de tabel het bedrag (Mutaties 1e suppletore begroting 2008) onder 23.14 voor Beheer van de natuur buiten de EHS en beschermen van de internationale biodiversiteit met € 3,627 miljoen af? Wat is de reden hiervoor? Zou dit bedrag niet juist verhoogd moeten worden, gezien de dramatische achteruitgang van nationale en internationale biodiversiteit?

De uitgavenverlaging op Beheer van de natuur buiten de EHS houdt verband met het invulling geven aan het amendement Cramer (TK vergaderjaar 2007–2008, 31 200 XIV, nr. 30), waarin de Kamer voor de begroting 2008 heeft aangegeven dat binnen artikel 26 € 5,0 miljoen dient te worden vrijgemaakt voor financiering van de uitvoering van de nota Natuur- en Milieueducatie. Deze vorm van educatie draagt bij aan kennis van natuur en milieu bij kinderen, en versterkt de betrokkenheid van kinderen bij natuur en beheer en onderhoud hiervan. Omdat de in het amendement voorgestane herschikking op operationele doelstelling 26.15 niet voor het gehele bedrag mogelijk is, vindt voor € 2,0 miljoen compensatie plaats vanuit de onderhavige operationele doelstelling.

Op operationele doelstelling 23.14 vinden de uitgaven plaats voor het opstellen van beheerplannen Natura 2000. Een deel van de beheerplannen wordt opgesteld onder regie van LNV. De uitvoering hiervan ligt onder andere bij de Dienst Landelijk Gebied. De uitvoeringskosten voor 2008 bedragen € 1,7 miljoen. Deze kosten waren geraamd op betreffende operationele doelstelling maar worden verantwoord op de operationele doelstelling baten-lastendiensten.

De achteruitgang van de nationale en internationale biodiversiteit heeft mijn aandacht. Ik verwijs hiervoor naar het Beleidsprogramma biodiversiteit dat met de Kamer besproken is tijdens het AO op 5 juni jl. De bestaande middelen ten behoeve van dit Beleidsprogramma zijn toereikend.

6

Maatregelen VWA:

– Kunt u uiteenzetten hoeveel extra dierenartsen tot nu toe zijn aangesteld?

– Kunt u uiteenzetten op welke wijze de kwaliteit van de dierenartsen is verhoogd?

– Kunt u uiteenzetten wat uw plannen zijn voor de rest van het jaar, gezien het eerder geconstateerde schrijnend tekort van beschikbare dierenartsen?

In de periode juni 2007–juni 2008 zijn zeven dierenartsen in vaste dienst bij de VWA in dienst getreden en zijn zeven dierenartsen in vaste dienst bij de VWA uit dienst gegaan. Wel is er een toename te zien geweest door een groei van het aantal nieuwe dierenartsen in tijdelijke dienst van de VWA: een instroom van negentien tegen een uitstroom van twee. De tijdelijke dienstverbanden zijn aangegaan met het oog op de aanstaande fusie van de VWA, AID en PD. De kwaliteit van de dierenartsen wordt verhoogd door de opleidingen te verbeteren. Nieuwe modules zijn ontwikkeld, toegesneden op nieuwe Brusselse Hygiëne-regelgeving en op de toepassing daarvan in de handhavingspraktijk. Verder geeft het nieuwe planningskader waarbinnen dierenartsen hun toezichtsafspraken plannen meer ruimte voor gestructureerd teamoverleg. Voor de teamleiders wordt nu meer gewerkt met intervisie. Ook voor de practitioners zijn verbeteringsafspraken gemaakt.

De werving van nieuw dierenartsen loopt momenteel volop. Met de faculteit diergeneeskunde in Utrecht zijn gesprekken en ook in België en Duitsland wordt gekeken of daar interesse is voor een functie bij de VWA.

7

Voor het programma Groene Hart wordt budget vrijgemaakt in de begroting van LNV. Wordt gezien het behoud van culturele waarden, dat onderdeel is van het programma Groene Hart, ook bij andere departementen geld vrijgemaakt?

Ook andere departementen dragen bij aan het programma Groene Hart. Ik verwijs u hiervoor naar de overzichtsconstructie Groene Hart in de beleidsagenda van mijn begroting 2008.

8

Om meer evenwicht te brengen in de VWA-begroting worden tijdelijke financiële maatregelen getroffen. Hoe wordt voorkomen dat de maatregelen een structureel karakter krijgen?

De bijdrage bij Voorjaarsnota van € 20 miljoen additioneel voor het jaar 2008 en 2009 en de toevoeging van € 4 miljoen structureel bij ontwerpbegroting 2009 dient ter dekking van de maatregelen die voortvloeien uit het rapport-Hoekstra. Daarnaast dient het ter dekking van bestaande knelpunten op de VWA begroting die voortvloeien uit het maatregelenpakket dat ik u op 16 oktober 2007 heb toegestuurd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 26 991, nr. 158).

Met het maatregelenpakket realiseer ik begrotingsevenwicht in 2011. Onderdeel hiervan is het kostendekkend maken van de tarieven voor het bedrijfsleven en efficiencymaatregelen bij de VWA. Deze efficiencymaatregelen zullen onder meer met de fusie worden gerealiseerd. Hiermee wordt bereikt dat de VWA als onderdeel van de nieuwe autoriteit een gezonde financiële positie bereikt en dat de financiële maatregelen van tijdelijke aard zijn.

9

Hoe ziet de uitzondering voor kleine bedrijven op het principe van kostendekkenheid eruit? Kent deze uitzondering een structureel karakter?

Bij de kleine (slacht)huizen wordt een lager tarief in rekening gebracht dan bij de grotere bedrijven. Dit volgt uit de nationale retributieregeling. Op deze manier is bij de vaststelling van de tarieven rekening gehouden met de belangen van bedrijven met een geringe capaciteit, overeenkomstig hetgeen de Europese verordening (EG) nr. 882/2004 voorschrijft. In mijn brief van 17 december (TK 2007–2008, 26 991, nr. 161) heb ik een evaluatie van de retributieregeling aangekondigd. De resultaten daarvan moeten uitwijzen of aanpassing van de retributieregeling in welke zin ook nodig is.

Ik streef naar een kostendekkend niveau van de retributies, waarbij ik de voorschriften van de Europese verordening in acht neem.

10

Waarom is de handhavingscapaciteit op CITES niet met een groter bedrag verhoogd, gezien de omvang van de illegale handel in planten en dieren?

Het budget voor handhaving wordt bezien in relatie tot de eindresultaten van het project Programmatisch Handhaven Natuurwetgeving, bestaande uit een convenant tussen de handhavingspartners (LNV, provincies, openbaar ministerie (OM), politie en douane) inzake een Nalevingsstrategie Natuurwetgeving. Het convenant betreft de handhaving van de gehele natuurwetgeving (Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en Boswet). Daarnaast is een Interventiestrategie CITES opgesteld, die een uitwerking is van de algemene nalevingsstrategie specifiek voor het terrein van CITES. De handhavingscapaciteit wordt in dit licht herzien.

Tijdens het Algemeen Overleg over soortenbeleid van jl. woensdag 18 juni heb ik aangegeven dat het convenant in juli zal worden gesloten en dat de Kamer zal worden geïnformeerd over de resultaten van het project Programmatisch Handhaven.

11

Kunt u uiteenzetten op welke wijze het begrip duurzaamheid wordt ingevuld binnen de transitie van de Noordzeevisserij? Houdt dit ook in dat overbevissing wordt voorkomen, er sprake is van een minimale bijvangst, het zeemilieu niet wordt aangetast (sleepnetten e.d.) en dat alleen diervriendelijke vangst- en dodingsmethoden worden gehanteerd?

De Kamer heeft afgelopen najaar ingestemd met de langetermijnstrategie van het kabinet voor de Noordzeevisserij (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 675, nr. 28). In mijn brief daarover heb ik voor de periode tot en met 2013 onder meer de volgende ambities geformuleerd.

Van de boomkorvloot heeft 50% geïnvesteerd in betekenisvolle duurzame visserijtechnieken. Het betreft technieken om de selectiviteit te vergroten (minder ongewenste bijvangsten), minder bodemberoering en een lager energiegebruik.

Zeker 70 proefprojecten zijn gerealiseerd om te experimenteren met nieuwe technieken, samenwerking in de keten en samenwerking tussen vissers. De kennis die daarbij wordt opgedaan is gemakkelijk toegankelijk voor allen werkzaam in de sector.

De platvisvloot is gereduceerd met circa 15%. Dat komt overeen met ongeveer 25 schepen.

Eén van de pijlers onder het visserijbeleid van de EU zijn TACs (Total Allowable Catches) en quota (de toegestane vangsthoeveelheid per land). Het doel hiervan is het op een beheerste manier vissen, dus het zorgdragen dat het bestand op peil blijft en overbevissing wordt tegengegaan.

De Nederlandse quota worden al in een reeks van jaren niet overschreden.

Mijn prioriteiten ten aanzien van welzijnsvriendelijkere dodingsmethoden zijn weergegeven in de nota Dierenwelzijn en zijn gericht op kweekvis.

12

Kunt u uiteenzetten in hoeverre het aspect dierenwelzijn onderdeel uitmaakt van het project «Transitie duurzame landbouw»?

Het door u genoemde specifieke project «transitie duurzame landbouw» is mij niet bekend. Wel maakt dierenwelzijn een belangrijk onderdeel uit van de verduurzaming van de veehouderij. Hiervoor heb ik in mijn «toekomstvisie op de veehouderij» een perspectief geschetst dat in 15 jaar bereikt moet worden. Doel is dat de veehouderij in Nederland zich binnen 15 jaar zal ontwikkelen tot een in alle opzichten duurzame veehouderij. Verbetering van dierenwelzijn en diergezondheid maakt hiervan een belangrijk onderdeel uit.

13

Kunt u uiteenzetten waaraan het (extra) budget voor dierenwelzijn wordt besteed?

De budgetverhoging van operationele doelstelling 21.12 (bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn) van per saldo € 1,3 miljoen heeft met name betrekking op het volgende. Enerzijds zijn de uitgaven verhoogd voor het innovatieproject «Telen met toekomst» (€ 1,1 miljoen) en de uitgaven in het kader van de regeling In beslag genomen goederen (€ 1,1 miljoen). Anderzijds wordt circa € 0,7 mln. vanuit deze operationele doelstelling toegevoegd aan de operationele doelstelling 21.22 baten-lastendiensten. De bijdrage aan de Plantenziektekundige Dienst wordt verhoogd om beter fytosanitair toezicht te kunnen uitoefenen op het exportproces en om de naleving van de voorschriften bij export te controleren.

14

Kunt u uiteenzetten in hoeverre het aspect dierenwelzijn onderdeel is van uw doelstelling bevorderen kweek van vis en schelpdieren?

Ik bevorder de kweek van vis en schelpdieren binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, waaronder welzijn. Ik doe dit onder andere door de in mijn nota Dierenwelzijn aangegeven ambities waaronder het streven dat in 2011 het merendeel van de kweekbedrijven en verwerkingsbedrijven waar levende paling en meerval wordt geslacht, gebruik wordt gemaakt van welzijnsvriendelijke slachtapparaten.

15

Wat zijn de gevolgen voor het Beheer van de natuur buiten de EHS met het voorstel om hier € 2 miljoen aan te onttrekken ter dekking van het amendement Cramer inzake de uitvoering van de nota Natuur- en Milieueducatie? Hoeveel ruimte laat artikel 23.14 nog voor verdere verlaging?

De budgettaire mutatie als gevolg van het amendement Cramer heeft geen gevolgen voor het beheer van de natuur buiten de EHS. Alle overige middelen binnen artikel 23.14 zijn belegd.

16

Kunt u een gedetailleerd overzicht geven welke budgettaire gevolgen het overhevelen van stichtingen en ZBO’s naar de LNV-begroting heeft? Wat is het effect voor en na overheveling?

In verband met de vermogensoverheveling van de Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw, het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw en het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij naar de drie nieuwe interne begrotingsreserves op de LNV-begroting worden zowel de uitgaven als de ontvangsten op beleidsartikel 21 verhoogd met een totaal van € 67,3 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd.

– € 40 miljoen overheveling garantievermogen van de Stichting Borgstellingsfonds voor de landbouw naar de interne begrotingsreserve op operationele doelstelling 21.11.

– € 13,4 miljoen overheveling van het vermogen van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw naar de interne begrotingsreserve op operationele doelstelling 21.13.

– € 13,9 miljoen overheveling van het vermogen van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij naar de interne begrotingsreserve op operationele doelstelling 21.14.

Het effect van deze overheveling is dat de beschikbare middelen en de jaarlijkse uitgaven en ontvangsten op de betreffende begrotingsartikelen nu zichtbaar zijn voor de Tweede Kamer in de begroting en het jaarverslag van LNV. Dit bevordert dus de transparantie.

17

De apparaatsuitgaven van beleidsartikel 25 worden zowel in 2008 als in 2009 verhoogd ten gunste van de VWA voor onder ander het vergroten van de capaciteit van dierenartsen. Dit lijkt een structurele verhoging van de uitgaven met zich mee te brengen, echter hierin wordt niet voorzien na 2009. Kunt u hier een onderbouwing voor geven?

De apparaatsuitgaven van beleidsartikel 25 worden naast de additionele € 10 miljoen in zowel 2008 als in 2009 bij ontwerpbegroting 2009 structureel verhoogd met € 4 miljoen. Dit dient tevens ter dekking van de maatregelen die zijn genomen als gevolg van de aanbevelingen van de heer Hoekstra, waar de capaciteit en de kwaliteit een onderdeel van is. Naast een structurele bijdrage vanuit mijn departement vraag ik ook om een bijdrage van het bedrijfsleven in de vorm van kostendekkende tarieven, waar ook de dierenartsen een kostencomponent in zijn. Tevens verwijs ik u naar mijn brief «rapport van de auditcommissie Vanthemsche inzake de VWA» d.d. 20 juni jl. (VD.2008/1251).

18

Is ook sprake van een EU-financieringsmogelijkheid bij de voorbereiding van de implementatie van de I&R van schapen en geiten?

Nee, de EU kent geen rechtstreekse financieringsmogelijkheid voor de implementatiekosten van de I&R van schapen en geiten. Bij de vaststelling van betreffende verordening hebben diverse lidstaten hier wel om verzocht. Dat is door de Europese Commissie echter afgewezen.

19

Kan de verhoging van de opbrengst moederdepartement van € 13,372 miljoen van de VWA nader worden uitgesplitst naar herkomst? Welk deel komt bijvoorbeeld uit de eindejaarsmarge van 2007, welk deel uit de oorspronkelijk vastgestelde begroting, welk deel uit een extra bijdrage van financiën, etc.?

De verhoging van de bijdrage kan als volgt worden opgesplitst:

– € 10 miljoen is vanuit het kabinet beschikbaar gesteld bij de Voorjaarsnota en wordt bij deze toegevoegd aan de opbrengst moederdepartement.

– € 3,6 miljoen is afkomstig uit de eindejaarsmarge 2007 van LNV. Dit hangt samen met een budgetoverheveling nog in 2007 door het ministerie van VWS aan het ministerie van LNV van € 3,5 miljoen als bijdrage in de oplossing van de financiële problematiek bij de VWA.

– De bijdrage is verder met € 0,2 miljoen verlaagd als gevolg van de afrekening over 2007.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GL), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Vacature (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

Naar boven