31 474 XI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 6
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 1 juli 2008

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Koopmans

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

Welke van de mutaties vinden plaats ter bevordering van achterblijvende prestaties en op welke wijze worden aan die mutaties bijgestelde doelen verbonden?

Het overzicht in bijlage 1 bevat mutaties van achterblijvende prestaties uit 2007.1 De vertraagde budgetten zijn via de eindejaarsmarge naar 2008 overgeheveld en worden bij eerste suppletore wet aan de begroting van VROM toegevoegd. Hetzelfde overzicht bevat eveneens vertragingen in het lopende begrotingsjaar. Deze mutaties zijn in de vorm van kasschuiven toegevoegd aan de eerste suppletore wet 2008. Voor alle vertragingen geldt dat de gestelde doelen onveranderd blijven.

2

Wat zijn de onderliggende redenen van de vertraging die de projecten oplopen die worden opgestart in het kader van het Fonds Economische Structuurversterking?

Er zijn in zijn algemeenheid twee belangrijke redenen aan te geven waarom in de beginjaren van projecten de op jaarbasis beschikbare FES-budgetten veelal niet volledig besteed kunnen worden.

In de eerste plaats duurt het traject van voorbereiding en de selectie van projecten langer en duren de feitelijke toekenningen vaak langer dan aanvankelijk wordt ingeschat. In de tweede plaats kunnen planwijzigingen plaatsvinden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de FES-projecten BIRK en NSP. Zie de antwoorden op de vragen 3, 4, 6, 7 en 8.

3

Waarom wordt er bij de belangrijkste suppletore mutaties voor € 242 miljoen uitgegeven aan «FES-realisatie 2007 NSP»? Waarom is dit bedrag zo hoog? Kunt u ingaan op de bijstellingen van de afzonderlijke projecten? Kan dit bedrag dit jaar daadwerkelijk nog worden weggezet? Indien blijkt dat een gedeelte van dit bedrag in 2008 niet kan worden uitgegeven, is het dan waar dat alternatieve besteding mogelijk is?

Het gaat hier om de volgende NSP-projecten met daarbij de volgende bedragen:

NSP Zuidas € 130,5 mln, NSP Rotterdam € 57,5 mln, NSP Breda € 7,6 mln, NSP Utrecht € 24,5 mln, NSP Arnhem € 5,2 mln, NSP Den Haag € 17,0 mln.

De oprichting van de NV Zuidas door private en publieke partijen (o.m. de minister van Financiën) is nog niet voltooid. Het project Zuidas loopt daardoor vertraging op. Daarom kan VROM de toegekende bijdrage nog niet betalen. De verwachting is dat dit in 2008 ook niet meer zal lukken, maar op zijn vroegst pas in 2009.

Voor de overige NSP-projecten geldt dat de onderhandelingen tussen de gemeentes, Rijk en NS langer duren dan voorzien, waardoor geprognosticeerde uitgaven voor 2007 doorgeschoven zijn naar 2008.

Bij NSP gaat het om middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking die al zijn toegekend aan door VROM gesubsidieerde projecten. De middelen die niet in enig begrotingsjaar worden uitgegeven, worden voor deze projecten naar achteren geschoven. Veelal ligt de oorzaak in een vertraging bij de uitvoering. De middelen komen dus niet beschikbaar voor nieuwe projecten.

4

Waarom wordt er bij de belangrijkste suppletore mutaties voor € 38 miljoen uitgegeven aan «FES realisatie 2007 BIRK»? Kunt u ingaan op de bijstellingen van de afzonderlijke projecten? Kan dit bedrag dit jaar daadwerkelijk nog worden uitgegeven? Indien blijkt dat een gedeelte van dit bedrag in 2008 niet kan worden uitgegeven, is het dan waar dat alternatieve besteding mogelijk is?

Het gaat hier ondermeer om de volgende BIRK-projecten met daarbij de volgende bedragen:

BIRK Rotterdam Zuidplein € 7,1 mln, BIRK Leeuwarden Nieuw Zaailand € 4,7 mln, BIRK Hart voor Dieren € 2,8 mln, BIRK spoorzone Tilburg € 1,1 mln, BIRK Groningen Europapark € 5,6 mln, BIRK spoorzone Haarlem € 6,3 mln, BIRK Ankeveense plassen € 1 mln, BIRK Breda Markoevers € 2,2 mln, BIRK Zuidas € 8 mln.

Er bestaat onzekerheid over de uitgaven aan BIRK Zuidas. Dit is afhankelijk van de oprichting van de NV Zuidas. VROM subsidieert het project Zuidas zowel uit BIRK- als NSP-middelen. Bij de BIRK-projecten Rotterdam Zuidplein, Hart voor Dieren en Groningen Europapark is sprake van een planwijziging. Bij Leeuwarden Nieuw Zaailand is sprake van een vertraging in de uitvoering door een referendum. Bij de projecten spoorzone Tilburg, Breda Markoevers, Ankeveense plassen en spoorzone Haarlem is sprake van een vertraging in de uitvoering waardoor het oorspronkelijke kasritme iets naar achteren schuift.

Bij BIRK gaat het net zoals bij NSP om middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking die al zijn toegekend aan door VROM gesubsidieerde projecten. De middelen die niet in enig begrotingsjaar worden uitgegeven, worden voor deze projecten naar achteren geschoven. De middelen komen dus niet beschikbaar voor nieuwe projecten.

5

Wat is de verklaring voor de negatieve ontvangsten voor luchtkwaliteit en verkeer?

Er is sprake van een verlaging van de geraamde ontvangsten. Deze verlaging is, conform de boekingssystematiek van FES-middelen, aangebracht omdat ook de bijbehorende uitgaven worden verlaagd (zie mutatie 6 in de tabel «Uitgaven»). Met andere woorden: omdat er minder uitgaven worden geraamd die ten laste van het FES gebracht kunnen worden, worden er aan het einde van het jaar ook minder ontvangsten (dat wil zeggen de bij het FES te declareren bedragen) verwacht.

6

Kunt u onderbouwen waarom het budget van Nieuwe Sleutel Projecten wordt verachtvoudigd van € 35 miljoen naar € 277 miljoen en tevens inzicht verschaffen in de besteding van dit bedrag?

Het budget van € 35 mln is voor uitgaven die oorspronkelijk al geraamd stonden om uit te geven in 2008. Het budget van € 242 mln is budget uit 2007 dat niet was uitgeput doordat projecten zijn vertraagd. Dit bedrag is nu doorgeschoven naar 2008. Zie voor een nadere toelichting vraag 3.

7

Kunt u de oorzaak van de mutaties met betrekking tot de sleutelprojecten per project nader specificeren?

Zie antwoord vraag 3.

8

Hoe verhoudt de genoemde versnelling van het project Zuidas, die samenhangt met een kasschuif van € 1,2 miljoen, zich tot de genoemde vertraging van hetzelfde project?

In 2007 heeft zich een versnelling voorgedaan bij het project Hart voor Dieren. In de toelichting bij deze mutatie is abusievelijk het project Zuidas genoemd. Bij het project Zuidas heeft zich juist een vertraging voorgedaan (zie ook het antwoord op vraag 3).

9

Ten koste waarvan gaat, c.q. ten bate waarvan, komt de herverdeling van ruim € 10 miljoen aan structurele budgetten uit de Toekomstagenda Milieu? Wanneer en op welke wijze is dit aan de Kamer toegelicht?

Het budget voor uitvoering Toekomstagenda Milieu is door het vorige kabinet beschikbaar gesteld en gaat niet ten koste van ander milieubeleid. In de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer medio 2007 is aangegeven welke projecten worden uitgevoerd. Onderwerpen zijn onder andere landelijk digitaal bodemkwaliteitskaartsysteem, maatregelen biodiversiteit, website Milieu en gezondheid, versterken draagvlak milieubeleid en steunen lokale initiatieven. Deze mutatie is ten bate van deze onderwerpen, welke op artikel 4, 5, 6 en 7 op de begroting van VROM staan.

10

Waarom is er in 2007 onderuitputting ontstaan bij bodemsanering? Is die onderuitputting niet bevreemdend, gegeven de omvang van het probleem van verontreinigde bodems? Wordt in 2008 wel het volledig beschikbare budget ingezet voor bodemsanering?

Voor bodemsanering zijn extra (FES-) middelen toegekend voor de herinrichting van locaties met grote ernstige verontreinigingen. Voordat middelen beschikbaar worden gesteld, zijn vele onderzoeken nodig en dient er een herinrichtings- en saneringsplan ingediend te worden. Dit is de reden dat beschikbaarstelling van middelen later heeft plaatsgevonden dan oorspronkelijk geraamd. Naar verwachting zal zich deze situatie in 2008 niet voordoen.

11

Wat wordt bedoeld met de «toekenning Bodemcentrum»? Welke taken verricht het Bodemcentrum en wat is de aard van dit centrum?

Stichting Bodemcentrum is opgericht door de ondernemingsorganisatie MKB-Nederland, VNO-NCW, BOVAG, Netex, Koninklijke Metaalunie en FME-CWM. Alle bedrijven in Nederland die te maken hebben met een historische bodemverontreiniging op hun bedrijfsterrein kunnen bij het Bodemcentrum terecht.

Bodemcentrum is conform het Besluit Financiële Bepalingen Bodemsanering als coördinerend rechtspersoon aangewezen om de Bedrijvenregeling en de Cofinancieringsregeling uit te voeren. Hiervoor heeft zij in het voorjaar van 2007 een beschikking ontvangen.

Bodemcentrum heeft tot doel een totaaloplossing te bieden voor bedrijven die met een bodemsanering te maken krijgen. Deze organisatie biedt bedrijven deskundigheid en zekerheid bij de uitvoering van sanering van bedrijfsterreinen. Voor een tevoren afgesproken bedrag neemt Bodemcentrum de sanering over. Bodemcentrum berekent welke korting bedrijven kunnen krijgen op basis van de eerdergenoemde subsidieregelingen.

12

Voor welke doelen en middelen wordt tot het vaststellen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wel budget beschikbaar gesteld voor het verbeteren van lokale luchtkwaliteit en uit welke budgetten worden die dan bekostigd? Zijn deze kosten later te verrekenen met de nu voor de toekomst gereserveerde budgetten?

In de jaren 2006 en 2007 is voor een totaalbedrag van circa € 87 mln aan provincies en gemeenten beschikbaar gesteld voor het treffen van maatregelen ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Besteding van deze middelen kan tot en met 2011 plaatsvinden.

De door het Rijk in 2008 te maken kosten voor onderzoek en uitvoering op het terrein van de lokale maatregelen luchtkwaliteit worden ten laste gebracht van de geraamde middelen op beleidsartikel 5 van de VROM begroting «Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde leefomgeving». Deze kosten zijn niet te verrekenen met de nu voor de toekomst gereserveerde budgetten.

13

Behelzen de overboekingen ten behoeve van SenterNovem respectievelijk het RIVM de dekking van nog andere uitgavenstijgingen dan die gemeld in het jaarverslag over 2007?

Nee, niet voor wat betreft het RIVM. De oorzaak van de overboeking ten behoeve van SenterNovem is het verstrekken van een gebundelde opdracht voor apparaatskosten Milieu. Hierdoor ontstaat een grotere flexibiliteit in de uitvoering van de werkzaamheden door SenterNovem.

14

Welke activiteiten vallen nog onder het instrument «gecoördineerd milieubeleid industrie en MKB», nu forse bedragen ten behoeve van SenterNovem en Duurzaam Inkopen worden afgeboekt?

De afboeking betreft uitsluitend SenterNovem (waarvan de uitvoeringskosten worden verantwoord op artikel 7) en enkele kleinere mutaties. Voor Duurzaam Inkopen wordt het budget juist verhoogd.

Onder dit instrument vallen (ook na de nu aangebrachte mutaties) nog de volgende activiteiten:

• ondersteuning van de VNG, voor de uitvoering van het doelgroepenbeleid;

• opdrachtverlening aan de Facilitaire Organisatie (FO)-Industrie, idem;

• uitvoering (deels via SenterNovem) van het beleid m.b.t. Duurzaam Inkopen;

• exploitatiesubsidie aan de Stichting Milieukeur (SMK);

• algemene uitvoeringskosten en beleidsonderbouwend onderzoek m.b.t. Industrie en MKB.

15

Wat is de oorzaak van de vertraging van de sanering van LPG-stations? Welke gevolgen heeft deze vertraging voor het voortbestaan van niet-aanvaardbare risicovolle situaties? Wat gaat u hier aan doen om de voortgang van de sanering te bespoedigen?

Op 27 oktober 2007 is de schadevergoedingsregeling voor de urgente sanering van LPG-tankstations geëindigd. Per 1 juni 2008 is bekend dat er 151 saneringsgevallen zijn die in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Hiervan is in 135 gevallen de schadevergoeding berekend en er zijn inmiddels 123 LPG-stations met schadevergoeding gesaneerd. De overige gevallen wachten nog op de administratieve afhandeling die naar alle waarschijnlijkheid in 2008 zal plaatsvinden.

Er is derhalve geen sprake is van inhoudelijke vertraging, maar een en ander wacht slechts op administratieve afhandeling.

16

Om welke reden is een mutatie noodzakelijk voor «bevorderen naleving wetgeving voor milieu en ruimte»? Hoeveel meer budget is nodig om op het gebied van toezicht, handhaving en naleving de doelen en prestaties te behalen die wenselijk is?

De mutatie bij de operationele doelstelling «Bevorderen naleving wetgeving voor Milieu en Ruimte» is nodig om uitvoering te kunnen geven aan het VROM-brede programma «Security» (beveiliging). Het programma «Security» omvat de beveiliging van vitale infrastructuur in Nederland op beleidsterreinen waarvoor VROM verantwoordelijk is. Het betreft de sectoren chemische en nucleaire industrie, de sector drinkwatervoorziening en voor de sector Openbaar Bestuur, de rijksgebouwen.

De VROM-Inspectie gaat er vanuit dat het toegekende budget op het gebied van toezicht, handhaving en naleving toereikend is om de beoogde doelen en prestaties te realiseren.

17

Wat kan de onderuitputting van de post «bevorderen naleving wetgeving voor Milieu en Ruimte» van ongeveer een kwart van het budget verklaren? Wat betekent deze onderuitputting voor de bevordering van de naleving van de wetgeving voor Milieu en Ruimte?

Bij de operationele doelstelling «bevorderen naleving wetgeving voor Milieu en Ruimte» is met de eerste suppletore begrotingswet 2008 het budget met ongeveer een kwart verhoogd. Dit is gedaan om uitvoering te kunnen geven aan het programma «Security» (zie ook vraag 16).

Er is derhalve geen sprake van onderuitputting op dit begrotingsinstrument.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), Voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU).

Plv. leden: Duyvendak (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), Kamp (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (CU).

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven