31 467 Wijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht ter regeling van de bevoegdheid van de burgemeester en de bevoegdheid van de officier van justitie tot het treffen van maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 september 2013

De leden van de commissie voor Veiligheid en Justitie1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 7 juni 2013 inzake gedane toezeggingen over de bestrijding van voetbalvandalisme.2 De leden van de SP-fractie hebben nog een enkele vraag. De leden van de PvdA-fractie en de leden van de CDA-fractie sluiten zich bij deze vraag aan. Deze vragen zijn gesteld op 2 juli 2013 aan de Minister.

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 9 september 2013 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, K. van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Den Haag, 2 juli 2013

De leden van de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) hebben kennisgenomen van uw brief d.d. 7 juni 2013 inzake gedane toezeggingen over de bestrijding van voetbalvandalisme.3 De leden van de SP-fractie hebben nog een enkele vraag. De leden van de PvdA-fractie en de leden van de CDA-fractie sluiten zich bij deze vraag aan.

De leden van de SP-fractie merken op dat middels de motie-Dölle (EK 31.467, H) expliciet gevraagd is om bij de evaluatie aandacht te besteden aan de noodzaak voor de invoering van artikel 172b Gemeentewet (Wet mbveo/Voetbalwet). Deze leden lezen in de voorliggende evaluatie een bevestiging van hun stellingname dat artikel 172b niet noodzakelijk is, omdat er voldoende andere mogelijkheden zijn om problemen met jongeren onder de 12 jaar oud aan te pakken. In de afgelopen jaren hebben gemeenten deze bepaling niet toegepast. Dit blijkt uit zowel het evaluatierapport als het rapport van de inspectie V&J, waarbij als redenen worden genoemd dat: 1) de problematiek ontbreekt; 2) de maatregel te zwaar is; 3) andere middelen effectiever zijn; en 4) kinderen die eventueel in aanmerking zouden komen voor een 12-maatregel vaak uit probleemgezinnen komen, hetgeen een andere aanpak vergt. In het laatste geval zien autoriteiten zorg- en hulpverleningstrajecten veelal als een betere oplossing.

De leden van de SP-fractie constateren dat de Minister thans een wetswijziging overweegt, maar niet op dit punt. De Minister stelt dat hij de gemeenten de mogelijkheid die artikel 172b biedt niet wil ontnemen omdat een enkele gemeente heeft overwogen de maatregel in te zetten maar daarvan heeft afgezien. Deze leden vinden dat dit antwoord geen recht doet aan bovengenoemde motie, gezien de ernstige bezwaren van de Raad van State, alsook van de leden van de CDA-fractie en de SP-fractie die tot deze motie hebben geleid. Zij stellen dat, gelet op de letterlijke tekst, aan de motie is voldaan: er is afzonderlijk geëvalueerd of de bepaling van artikel 172b van de Gemeentewet nog noodzakelijk is. De evaluatie toont aan dat zulks niet het geval is. Echter, het handhaven van de bepaling doet geen recht aan de geest, de bedoeling van de motie. Deze leden vinden dat, nu er een wijziging van de betreffende wet wordt voorbereid, (ook) dit artikel geschrapt dient te worden, wegend het ontbreken van noodzaak en om strijd met artikel 8 lid 1 EVRM te voorkomen.

De leden van de commissie V&J zien uw reactie met belangstelling tegemoet en hopen deze binnen vier weken te mogen ontvangen.

Voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2013

Blijkens de brief d.d. 2 juli 2013 van de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie zijn de leden van de fractie van de SP van mening dat artikel 172b Gemeentewet geschrapt dient te worden. De leden van de PvdA-fractie en de leden van de CDA-fractie sluiten zich hierbij aan. De leden van de SP-fractie verwijzen naar een motie van het lid Dölle c.s. waarin wordt gevraagd om evaluatie van het artikel na twee jaar, waarbij specifiek aandacht moest worden besteed aan de noodzakelijkheid van het artikel en de empirische ondersteuning hiervan.

Zoals in de brief vermeld, is aan de motie voldaan met de evaluatie van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet mbveo) (Kamerstukken I 2012/13, 31 467, nr. K en bijlage). In de evaluatie is specifiek gekeken naar artikel 172b Gemeentewet. Ook in de twee jaar durende monitor van de Wet mbveo is gemeenten gevraagd naar de inzet van artikel 172b. Gemeenten die in de evaluatie en de monitor zijn bevraagd, gaven aan de bevoegdheid die het artikel aan de burgemeester verleent, niet te hebben ingezet. In veel gemeenten is de problematiek met kinderen jonger dan 12 jaar (12-minners) niet aanwezig en als er wel overlast is door 12-minners, wordt dit veelal langs andere weg opgelost.4 Gemeenten zetten eerst lichtere maatregelen in en hebben, indien deze maatregelen niet werken, artikel 172b achter de hand.5 Artikel 172b Gemeentewet geeft de burgemeester immers de uitdrukkelijke mogelijkheid om op te treden richting ouders van 12-minners als deze herhaaldelijk voor overlast op straat zorgen. Indien deze bevoegdheid vervalt, heeft de burgemeester geen directe bevoegdheid meer om sanctionerend op te treden richting ouders van overlastgevende 12-minners. Naast de mogelijkheden van straatcoaches, zorgtraject, optreden door de politie en jeugdzorg, voorziet artikel 172b in een bevoegdheid van de gemeente die, zo geven gemeenten zelf aan, als stok achter de deur kan werken.

De VNG geeft desgevraagd aan dat is gebleken dat een sanctionerend instrument als dit een belangrijke aanvulling is in het repertoire, vanwege de dreiging die ervan uit gaat. Vrijwillige opvoedondersteuning om te komen tot gedragsverandering wordt door ouders of verzorgers vaak niet nodig geacht. Dit instrument kan de ernst van de overtreding benadrukken en ouders of verzorgers doen inzien dat het gedrag van hun kind een serieuze maatregel tot gevolg heeft. De VNG dringt er daarom bij mij op aan artikel 172b Gemeentewet te handhaven.

Per 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Deze wet legt veel verantwoordelijkheid op het terrein van jeugdhulp bij de gemeenten, waardoor gemeenten meer en betere regie gaan voeren op de uitvoering van het jeugdbeleid, dat veelal is gericht op concrete multiprobleem gezinnen. De Jeugdwet voorziet echter niet in extra bevoegdheden voor gemeenten richting ouders van overlastgevende 12-minners. Bij de integrale aanpak van multiprobleem gezinnen kan artikel 172b in een behoefte voorzien en noodzakelijk zijn als onderdeel van een grotere aanpak waarin hulpmaatregelen primair zullen worden ingezet. Of de alternatieven die de nieuwe Jeugdwet biedt de behoefte aan artikel 172b zullen wegnemen, kan pas worden beoordeeld wanneer de nieuwe Jeugdwet enige tijd in werking is.

Dat de in artikel 172b Gemeentewet geregelde bevoegdheid nog niet is toegepast, wil niet zeggen dat deze geen functie heeft. Zoals hierboven aangegeven en ook in de evaluatie en de monitor naar voren komt, nemen gemeenten de bevoegdheid wel mee in het ontwikkelen van een aanpak bij multiprobleem gezinnen. Om deze reden kom ik vooralsnog niet met een voorstel tot het schrappen van artikel 172b uit de Gemeentewet. Wel wil ik twee jaar na inwerkingtreding van de Jeugdwet bezien of de alternatieven uit die wet de bevoegdheid van artikel 172b Gemeentewet kunnen vervangen, waardoor dat artikel alsnog kan vervallen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vicevoorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Schouwenaar (VVD), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Swagerman (VVD)

X Noot
2

Toezeggingen T0201 en T01202, te raadplegen op de website van de Eerste Kamer (www.eerstekamer.nl ).

X Noot
3

Toezeggingen T0201 en T01202, te raadplegen op de website van de Eerste Kamer (www.eerstekamer.nl ).

X Noot
4

Kamerstukken I 31 467, nr. K bijlage, p. 60–61.

X Noot
5

Kamerstukken I 31 467, nr. K bijlage, p. 60–61.

Naar boven