31 467 Wijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht ter regeling van de bevoegdheid van de burgemeester en de bevoegdheid van de officier van justitie tot het treffen van maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)

H MOTIE VAN HET LID DÖLLE C.S.

Voorgesteld 29 juni 2010

De Eerste Kamer,

kennis genomen hebbend van het wetsvoorstel Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (31 467),

gelezen de schriftelijke voorbereiding, de voorlichting door de Raad van State alsmede de reactie van de regering daarop,

overwegende, dat over de opportuniteit van hetgeen is neergelegd in art 172b Gemeentewet (twaalfminners) gelet op het empirisch materiaal dat de invoering er van moet schragen onvoldoende duidelijkheid bestaat,

spreekt uit, dat bij de evaluatie die twee jaar na inwerkingtreding van de wet plaatsvindt afzonderlijk en specifiek aandacht dient te worden besteed aan de vraag of de bepaling als dan nog noodzakelijk is en indien de regering meent dat zulks het geval is op grond van welk empirisch materiaal dat oordeel steunt,

spreekt verder uit, dat in de periode die ligt tussen de inwerkingtreding van deze wet en die evaluatie de landelijke overheid een bijzondere verantwoordelijkheid bezit ter zake van de toepassing van art 172b ten einde te voorkomen dat art 8 EVRM in het gedrang komt,

spreekt uit, dat die verantwoordelijkheid tot uitdrukking zou kunnen komen door het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften dan wel door het geven van zodanige aanwijzingen dat bedoelde frictie niet optreedt,

verzoekt de regering daartoe initiatieven te ontplooien,

en gaat over tot de orde van de dag

Dölle

Hermans

Bemelmans-Videc

Werner

Hendrikx

Holdijk

Naar boven