31 466
Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg

nr. 29
AMENDEMENT VAN DE LEDEN OMTZIGT EN VERMEIJ

Ontvangen 18 februari 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «veertien» vervangen door: vijftien.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel v door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

w. regionaal zorginformatiesysteem: elektronisch systeem van meer dan één zorgaanbieder binnen een bepaalde regio voor het verwerken van persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een cliënt en het burgerservicenummer van de cliënt.

II

Aan artikel I, onderdeel C, wordt na artikel 13h een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13ha

1. Persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een cliënt en het burgerservicenummer van de cliënt worden slechts verwerkt in een regionaal zorginformatiesysteem voor zover:

a. dat noodzakelijk is met het oog op een goede behandeling of verzorging van de cliënt; en

b. de cliënt tegen die verwerking geen bezwaar heeft gemaakt.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de verwerking, bedoeld in het eerste lid, inzake:

a.  personen die bevoegd zijn tot verwerking van de gegevens;

b.  rechten van de cliënt met betrekking tot de verwerking van zijn gegevens in het dossier, en

c. de beveiliging van de gegevens en van de verwerking daarvan.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het gebruik van het UZI-abonneenummer en het UZI-nummer in een regionaal zorginformatiesysteem.

III

In artikel I, onderdeel H, wordt in artikel 16a, eerste en tweede lid, de zinsnede «13f tot en met 13i» vervangen door: 13f tot en met 13i, 13ha.

Toelichting

Het voorliggende wetsvoorstel ziet op het landelijke dossier. Er zijn echter op dit moment veel regionale dossiers. Dit amendement voorziet erin dat ook voor deze dossiers minimumeisen gesteld kunnen worden door de minister.

Dit maakt deze regionale uitwisseling veiliger en verhoogt de standaarden. De invoering van deze eisen dient na overleg met veldpartijen plaats te vinden.

Het is de bedoeling van de indiener dat de volgende eisen worden vastgelegd:

Onder het tweede lid, onderdeel a

– aanwijzing dat alleen beroepsbeoefenaren toegang mogen hebben

– dat er een behandelrelatie moet zijn

Onder het tweede lid, onderdeel b,:

– het bezwaar tegen opname van gegevens, alsmede de mogelijkheid om gegevens te wissen

– inzagerecht cliënt, zowel op papier als elektronisch van zowel de medische gegevens als de loggegevens.

Indien mogelijk dient het inzagerecht gestandaardiseerd te worden met het landelijke dossier, zodat een persoon op één plaats kan zien waar medische gegevens zijn opgeslagen.

Onder het tweede lid, onderdeel c,:

– toegang alleen mogelijk met UZI-pas, mits technisch uitvoerbaar;

– eisen voor goed beheerd zorgsysteem.

Omtzigt

Vermeij

Naar boven