nr. 23
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2009
Op 20 en 22 januari heeft de eerste termijn van de wetsbehandeling Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in
verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg plaatsgevonden.
Ik heb daarin aangegeven dat de evaluatie van de pilot van het Elektronisch
Medicatiedossier in een afrondende fase is gekomen. Deze evaluatie is inmiddels
afgerond. De eindrapportage bied ik u hierbij aan1.
De pilot EMD heeft plaatsgevonden in de pilotregio’s Rijnmond en
Amsterdam en de koploperregio Harderwijk, mede dankzij de inzet en het doorzettingsvermogen
van de pilotdeelnemers, de leveranciers en de centrale organisatie. Gedurende
de pilot hebben de onderzoekers een onafhankelijk evaluatieonderzoek uitgevoerd
waarin is vastgesteld welke ervaringen uit de pilot van belang zijn voor de
landelijke uitrol van het EMD. Hierbij hebben de onderzoekers gekeken naar
de implementatiefase en de gebruiksfase van de pilot EMD. Het doel van de
evaluatie was na te gaan of het EMD in de praktijksituatie voldoet, inclusief
de centrale voorzieningen en bijbehorende processen en procedures. Ook is
onderzocht of de instrumenten voor implementatie en gebruik van EMD, zoals
de documentatie en ondersteuning vanuit de centrale voorzieningen, in de praktijk
voldoen.
Centrale conclusie van de onderzoekers is dat de gebruiksfase nieuwe bevindingen
heeft opgeleverd, die tot aanpassingen hebben geleid of waarop acties zijn
uitgezet. Er zijn geen showstoppers die verdere uitrol belemmeren. Het EMD
functioneert voldoende om op gecontroleerde wijze verder uit te rollen. De
leerervaringen in de pilot hebben inmiddels geleid tot een aantal verbeteringen
van de dienstverlening aan de zorgaanbieders, de diverse processen en de verschillende
ondersteuningsmiddelen.
De conclusie van de onderzoekers is dat met de ingezette verbeteringen
de implementatie uitvoerbaar is en het EMD technisch en functioneel toepasbaar
is in de praktijk. Met de deelnemers is afgesproken een aantal aspecten zoals
performance, volledigheid en incidentafhandeling voorlopig te blijven monitoren.
Dit om een beheerste invoering te garanderen.
Met de onderzoekers realiseer ik me dat de toegevoegde waarde van het
elektronisch medicatiedossier in het zorgproces zich zal bewijzen naarmate
meer dossiers zijn aangemeld. De onderzoekers achten het daarom van belang
om snel meer aansluitingen te realiseren. Dit sluit aan bij mijn ambitie om
in de loop van 2009 op een gecontroleerde wijze een groot deel van de zorgaanbieders
aan te laten sluiten op het landelijk EPD.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink