31 466
Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de zorgsector een elektronisch patiëntendossier te gebruiken teneinde de beschikbaarheid van medische persoonsgegevens op landelijke schaal voor zorgaanbieders te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, veertien onderdelen toegevoegd, luidende:

i. landelijk schakelpunt: landelijk schakelpunt als bedoeld in artikel 13a, eerste lid;

j. landelijke verwijsindex: elektronische landelijke verwijsindex als bedoeld in artikel 13a, eerste lid, onder a;

k. zorginformatiesysteem: elektronisch systeem van een zorgaanbieder voor het verwerken van persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een cliënt;

l. indexgegevens: gegevens in de landelijke verwijsindex;

m. patiëntgegevens: persoonsgegevens betreffende de gezondheid van een cliënt die op grond van deze wet worden verwerkt in een zorginformatiesysteem;

n. elektronisch patiëntendossier: indexgegevens en patiëntgegevens;

o. gebruiksregistratie: elektronische registratie van het gebruik van de voorzieningen van het landelijk schakelpunt ten behoeve van een cliënt;

p. centrale gebruiksregistratie: gebruiksregistratie van het landelijk schakelpunt;

q. decentrale gebruiksregistratie: gebruiksregistratie van de zorgaanbieder;

r. UZI-abonneenummer: uniek nummer van de zorgaanbieder;

s. UZI-nummer: uniek nummer van de beroepsbeoefenaar;

t. beroepsbeoefenaar: natuurlijke persoon die in een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg staat ingeschreven of die een beroep uitoefent waarvan de opleiding krachtens artikel 34, eerste lid, van die wet is geregeld of aangewezen;

u. titel: titel als bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 17, eerste lid, en artikel 34, derde lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

v. klantenloket: klantenloket als bedoeld in artikel 13j.

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1. » geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De zorgaanbieder vermeldt bij het gebruik van de voorzieningen van het landelijk schakelpunt steeds het burgerservicenummer van de cliënt.

C

Na artikel 13 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2A ELEKTRONISCH PATIËNTENDOSSIER

Artikel 13a

1. Een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen instelling draagt zorg voor de inrichting en het beheer van een landelijk schakelpunt, waarvan deel uitmaken:

a. een elektronische landelijke verwijsindex waarin de volgende indexgegevens kunnen worden opgenomen:

1°. een vermelding dat een zorgaanbieder beschikt over patiëntgegevens van een cliënt;

2°. het burgerservicenummer van de cliënt;

3°. het UZI-abonneenummer en andere gegevens of persoonsgegevens van de zorgaanbieder die de vermelding heeft opgenomen;

4°. het UZI-nummer, de titels en andere persoonsgegevens van de beroepsbeoefenaar die de vermelding heeft opgenomen;

5°. de categorie van de patiëntgegevens;

6°. gegevens betreffende de vermelding;

b. voorzieningen waarmee een zorgaanbieder indexgegevens van een cliënt elektronisch kan vastleggen, bijwerken, wijzigen en vernietigen;

c. voorzieningen waarmee een zorgaanbieder door tussenkomst van het landelijk schakelpunt indexgegevens van een cliënt aan een andere zorgaanbieder kan verstrekken;

d. voorzieningen waarmee indexgegevens van een cliënt elektronisch kunnen worden opgevraagd en geraadpleegd;

e. voorzieningen waarmee door tussenkomst van het landelijk schakelpunt patiëntgegevens van een cliënt bij een zorgaanbieder elektronisch kunnen worden opgevraagd en geraadpleegd;

f. voorzieningen waarmee een centrale gebruiksregistratie kan worden vastgelegd, bijgewerkt, bewaard, opgevraagd en geraadpleegd.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat van het landelijk schakelpunt deel uitmaken voorzieningen waarmee een cliënt:

a. zijn elektronisch patiëntendossier elektronisch kan opvragen en raadplegen;

b. de hem betreffende centrale gebruiksregistratie kan opvragen en raadplegen;

c. zijn indexgegevens volledig kan afschermen voor het opvragen en raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt, in ieder geval wat betreft de beveiliging van persoonsgegevens door middel van onder meer een doorlopende controle op gegevensverwerkingen, de beschikbaarheid van de voorzieningen en het toezicht op het functioneren van het landelijk schakelpunt, teneinde te voorzien in passende waarborgen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de cliënt, voor een tijdige en nauwkeurige verwerking van de juiste gegevens en voor een elektronisch patiëntendossier waarbij uitsluitend de desbetreffende cliënt betreffende gegevens worden verwerkt.

4. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden met het oog op het functioneren van het landelijk schakelpunt regels gesteld met betrekking tot het bestuur en beheer van alsmede het toezicht op de instelling die het landelijk schakelpunt inricht en beheert.

5. Personen werkzaam bij of ten behoeve van de beheerder van het landelijk schakelpunt voor wie niet reeds uit hoofde van ambt of beroep een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens die zij op grond van deze wet verwerken, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.

Artikel 13b

1. De beheerder van het landelijk schakelpunt:

a. doet Onze Minister jaarlijks voor 1 juli schriftelijk verslag van de inrichting, het beheer en het functioneren van het landelijk schakelpunt alsmede van het bestuur en beheer van de instelling;

b. verstrekt desgevraagd aan Onze Minister alle inlichtingen over de inrichting, het beheer en het functioneren van het landelijk schakelpunt alsmede over het bestuur en beheer van de instelling.

2. Indien de beheerder van het landelijk schakelpunt naast de inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt andere activiteiten uitvoert:

a. houdt de beheerder een afzonderlijke boekhouding bij ter zake van de inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt;

b. verantwoordt de beheerder in zijn jaarrekening de inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt afzonderlijk.

Artikel 13c

1. Indien naar het oordeel van Onze Minister de beheerder van het landelijk schakelpunt de inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt verwaarloost of indien het bestuur en beheer van de instelling het functioneren van het landelijk schakelpunt kan belemmeren, kan Onze Minister aanwijzingen geven en de noodzakelijke voorzieningen treffen.

2. Alvorens een aanwijzing te geven of een voorziening te treffen, stelt Onze Minister, spoedeisende gevallen uitgezonderd, de beheerder van het landelijk schakelpunt in de gelegenheid om binnen een door Onze Minister te stellen termijn de inrichting en het beheer van het landelijk schakelpunt alsnog naar behoren uit te voeren en het functioneren van het landelijk schakelpunt te waarborgen.

Artikel 13d

1. De beheerder van het landelijk schakelpunt richt het landelijk schakelpunt zo in dat:

a. de zorgaanbieder zijn zorginformatiesysteem overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 13a, derde lid, aan kan sluiten op het landelijk schakelpunt en de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van het landelijke schakelpunt kan gebruiken;

b. de beheerder van het klantenloket zijn informatiesysteem overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 13a, derde lid, aan kan sluiten op het landelijk schakelpunt en de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, onderdelen b en d, van het landelijke schakelpunt kan gebruiken.

2. De beheerder van het landelijk schakelpunt houdt een centrale gebruiksregistratie bij.

3. De beheerder van het landelijk schakelpunt gebruikt de centrale gebruiksregistratie voor de doorlopende controle op gegevensverwerking, bedoeld in artikel 13a, derde lid.

Artikel 13e

1. Op verzoek van een cliënt verschaft de beheerder van het landelijk schakelpunt de cliënt inzage in de indexgegevens van de cliënt en de centrale gebruiksregistratie met betrekking tot de cliënt.

2. Op verzoek van de cliënt zorgt de beheerder van het landelijk schakelpunt voor:

a. volledige afscherming van de indexgegevens van de cliënt voor het opvragen en raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders;

b. gehele of gedeeltelijke vernietiging van de indexgegevens van de cliënt.

3. De beheerder van het landelijk schakelpunt draagt zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit en het burgerservicenummer van de cliënt die een recht uitoefent dat voortvloeit uit het eerste en tweede lid.

4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop de beheerder van het landelijk schakelpunt de identiteit en het burgerservicenummer van de cliënt vaststelt.

5. Voor zover bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is bepaald dat de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a, tweede lid, deel uitmaken van het landelijk schakelpunt, kan de cliënt van die voorzieningen gebruik maken om:

a. zijn elektronisch patiëntendossier en de hem betreffende centrale gebruiksregistratie op te vragen en te raadplegen;

b. zijn indexgegevens volledig af te schermen voor het opvragen en raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders.

6. Onder vermelding van het burgerservicenummer van de cliënt, geeft de beheerder van het landelijk schakelpunt kennis van de afscherming of vernietiging, bedoeld in de voorgaande leden, aan de zorgaanbieders die de desbetreffende indexgegevens hebben vastgelegd.

Artikel 13f

1. De zorgaanbieder:

a. sluit zijn zorginformatiesysteem aan op het landelijk schakelpunt;

b. legt de indexgegevens van de cliënt voor wat betreft de door hem verleende zorg vast in de landelijke verwijsindex en werkt deze gegevens indien nodig bij;

c. kan door tussenkomst van het landelijk schakelpunt indexgegevens van de cliënt voor wat betreft de door hem verleende zorg aan een andere zorgaanbieder verstrekken;

d. legt patiëntgegevens voor wat betreft de door hem verleende zorg vast in zijn zorginformatiesysteem en werkt deze gegevens indien nodig bij;

e. verstrekt door tussenkomst van het landelijk schakelpunt patiëntgegevens van de cliënt voor wat betreft de door hem verleende zorg op verzoek aan een andere zorgaanbieder;

f. kan ten behoeve van de door hem aan de cliënt te verlenen zorg het elektronisch patiëntendossier van de cliënt voor wat betreft door andere zorgaanbieders verleende zorg door tussenkomst van het landelijk schakelpunt opvragen en raadplegen en vervolgens bewaren;

g. houdt een decentrale gebruiksregistratie bij.

2. De zorgaanbieder is slechts bevoegd tot de verwerking, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met f, van het elektronisch patiëntendossier voor zover:

a. dat noodzakelijk is met het oog op een goede behandeling of verzorging van zijn cliënt;

b. zijn cliënt daartegen geen bezwaar heeft gemaakt bij de zorgaanbieder of bij het klantenloket.

3. De zorgaanbieder is slechts bevoegd tot de opvraging, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, van het elektronisch patiëntendossier indien de cliënt hem daartoe toestemming heeft gegeven.

Artikel 13g

1. De zorgaanbieder verschaft de cliënt algemene informatie over het elektronisch patiëntendossier:

a. op verzoek van de cliënt;

b. voordat de zorgaanbieder de allereerste indexgegevens van de cliënt in de landelijke verwijsindex vastlegt, anders dan bij wijze van de initiële vastlegging, bedoeld in artikel II, tweede lid, van de wet van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van [...] tot wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg (Stb. [...]).

2. Bij het verschaffen van de algemene informatie over het elektronisch patiëntendossier wijst de zorgaanbieder de cliënt op de mogelijkheid bezwaar als bedoeld in artikel 13f, tweede lid, onderdeel b, te maken.

3. Op verzoek van de cliënt verschaft de zorgaanbieder de cliënt inzage in:

a. de door deze zorgaanbieder in het elektronisch patiëntendossier van de cliënt opgenomen gegevens;

b. de decentrale gebruiksregistratie met betrekking tot de cliënt.

4. Op verzoek van de cliënt zorgt de zorgaanbieder voor de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de door de zorgaanbieder in het elektronisch patiëntendossier van de cliënt vastgelegde gegevens.

Artikel 13h

De verwerking, bedoeld in artikel 13f, eerste lid, onderdelen b, c, d en f en artikel 13g, derde lid, onder a, en vierde lid, van het elektronisch patiëntendossier wordt uitsluitend verricht door de beroepsbeoefenaar die de cliënt zorg verleent.

Artikel 13i

1. Bij algemene maatregel van bestuur kan, voor zover noodzakelijk met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, worden bepaald voor welke vormen van zorg en voor welke categorieën van cliënten, zorgaanbieders en beroepsbeoefenaren de artikelen 13d tot en met 13h ten behoeve van daarbij aan te geven doeleinden gelden.

2. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden nadere regels gesteld over de gegevens en persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het elektronisch patiëntendossier en voor de centrale en decentrale gebruiksregistraties.

3. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden nadere regels gesteld over de eisen aan de gegevensverwerkingen, bedoeld in de artikelen 13d tot en met 13h, in ieder geval wat betreft de beveiliging van persoonsgegevens door middel van onder meer een doorlopende controle op gegevensverwerkingen, de beschikbaarheid van persoonsgegevens alsmede de inrichting en het beheer van de bij de gegevensverwerkingen te gebruiken zorginformatiesystemen, teneinde te voorzien in passende waarborgen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de cliënt en voor een elektronisch patiëntendossier waarbij uitsluitend de desbetreffende cliënt betreffende gegevens worden verwerkt.

4. De regels, bedoeld in het tweede en derde lid, kunnen onderscheid maken tussen verschillende vormen van zorg en categorieën van cliënten, zorgaanbieders of beroepsbeoefenaren zodat het elektronisch patiëntendossier toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is.

Artikel 13j

1. Onze Minister of een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen instelling draagt zorg voor de inrichting en het beheer van een klantenloket:

a. dat eenieder op verzoek algemene informatie verschaft over het elektronisch patiëntendossier;

b. met behulp waarvan de cliënt:

1°. inzage wordt verschaft in zijn indexgegevens en de hem betreffende centrale gebruiksregistratie;

2°. zijn indexgegevens volledig kan afschermen voor het opvragen of raadplegen door een zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders;

3°. zijn indexgegevens geheel of gedeeltelijk kan laten vernietigen;

c. waar een cliënt bezwaar kan maken tegen de verwerking, bedoeld in artikel 13f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van het elektronisch patiëntendossier;

d. waar een cliënt ondersteuning kan krijgen bij het herstellen of beëindigen van verwerkingen van persoonsgegevens die niet voldoen aan een wettelijk voorschrift met betrekking tot het elektronisch patiëntendossier.

2. Indien de beheerder van het klantenloket op verzoek van de cliënt indexgegevens heeft afgeschermd of vernietigd dan wel de toegang van een zorgaanbieder of een categorie van zorgaanbieders tot zijn elektronisch patiëntendossier heeft geblokkeerd, geeft hij daarvan, onder vermelding van het burgerservicenummer van de cliënt, kennis aan de zorgaanbieder of de zorgaanbieders die indexgegevens heeft of hebben vastgelegd.

3. De beheerder van het klantenloket draagt zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit en het burgerservicenummer van de cliënt.

4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop de beheerder van het klantenloket de identiteit en het burgerservicenummer van de patiënt vaststelt.

5. De beheerder van het klantenloket vermeldt bij het gebruik van de voorzieningen van het landelijk schakelpunt steeds het burgerservicenummer van de cliënt.

6. Personen werkzaam bij of ten behoeve van de beheerder van het klantenloket voor wie niet reeds uit hoofde van ambt of beroep een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens die zij op grond van deze wet verwerken, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.

D

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: en, voor zover het een zorgaanbieder betreft, de voorzieningen, bedoeld in artikel 13a, eerste lid.

2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

3. De beheerder van het register van zorgaanbieders kent een zorgaanbieder die wordt opgenomen in het register van zorgaanbieders een UZI-abonneenummer toe, tenzij aan de zorgaanbieder reeds een UZI-abonneenummer is toegekend.

4. De beheerder van het register van zorgaanbieders draagt er zorg voor dat een UZI-abonneenummer slechts éénmaal wordt aangemaakt en toegekend.

5. Een zorgaanbieder wordt opgenomen in het register van zorgaanbieders onder vermelding van zijn UZI-abonneenummer.

E

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot tiende en elfde lid.

2. Na het derde lid worden zes leden ingevoegd, luidende:

4. Indien het middel is bestemd voor gebruik door een beroepsbeoefenaar kent de beheerder van het register voor zorgaanbieders de beroepsbeoefenaar een UZI-nummer toe, tenzij aan de beroepsbeoefenaar reeds een UZI-nummer is toegekend.

5. De beheerder van het register voor zorgaanbieders draagt er zorg voor dat een UZI-nummer slechts éénmaal wordt aangemaakt en toegekend.

6. Het middel van een zorgaanbieder is voorzien van diens UZI-abonneenummer en, indien het middel is bestemd voor gebruik door een beroepsbeoefenaar, het UZI-nummer van de beroepsbeoefenaar.

7. Het UZI-abonneenummer en het UZI-nummer kunnen worden gebruikt ter uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet en voor doeleinden overeenkomstig de bestemming van het middel.

8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere dan in het zevende lid bedoelde gevallen worden aangewezen waarin het UZI-abonneenummer en het UZI-nummer kunnen worden gebruikt.

9. Bij de maatregel, bedoeld in het achtste lid, kunnen nadere regels worden gesteld over het gebruik van het UZI-abonneenummer en het UZI-nummer.

F

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1. » geplaatst.

2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede «De zorgaanbieder verstrekt» wordt vervangen door: De zorgaanbieder en de beheerder van het landelijk schakelpunt verstrekken.

b. Na «het gebruik van het burgerservicenummer» wordt toegevoegd: en het verwerken van het elektronisch patiëntendossier.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Onze Minister is bevoegd een last onder dwangsom op te leggen ter zake van een gedraging die in strijd is met het eerste lid.

G

Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juli 2007 ingediende voorstel van wet houdende uitbreiding van de bestuurlijke handhavingsinstrumenten in de wetgeving op het gebied van de volksgezondheid (Wet uitbreiding bestuurlijke handhaving volksgezondheidswetgeving) (Kamerstukken II, 2007/08, 31 122, nrs. 1–2) na tot wet te zijn verheven in werking is getreden of in werking treedt, wordt in artikel 16, eerste lid, «artikel 8, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen» vervangen door: artikel 7, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen.

H

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

1. Onze Minister is bevoegd een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1°, een bestuurlijke boete van ten hoogste € 16 750 op te leggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 11, 13f tot en met 13i, 15, 16, 17, 17a en artikel II van de wet van [...] tot wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg.

2. Onze Minister is bevoegd een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 2°, een bestuurlijke boete van ten hoogste € 3 350 op te leggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 11, 13f tot en met 13i, 15, 16, 17, 17a en artikel II van de wet van [...] tot wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg.

3. Onze Minister is bevoegd een indicatieorgaan een bestuurlijke boete van ten hoogste € 16 750 op te leggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen, 15, 17 en 17a.

4. Onze Minister is bevoegd een zorgverzekeraar een bestuurlijke boete van ten hoogste € 16 750 op te leggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 13, 15, 17 en 17a.

I

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL II

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de goede invoering van deze wet.

2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben in ieder geval betrekking op de termijn waarna het elektronisch patiëntendossier kan worden opgevraagd en geraadpleegd.

3. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer betrekking hebben op:

a. de initiële vastlegging van het elektronisch patiëntendossier, bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling door een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling;

b. de wijze en het tijdstip waarop de zorgaanbieder de initiële vastlegging verricht;

c. het verschaffen van algemene informatie aan de cliënt, bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling over het elektronisch patiëntendossier.

4. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen onderscheid maken tussen verschillende categorieën cliënten, zorgaanbieders en beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 1 van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL III

In artikel 52, tweede en vijfde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt «Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg» vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL IV

In artikel 10, tweede lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt «Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg» vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL V

In de artikelen 9, tweede lid, en 14, derde lid, van de Wet toelating zorginstellingen wordt «Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg» vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL VI

In de artikelen 26, vierde lid, 86, tweede en vijfde lid, en 118, derde lid, van de Zorgverzekeringswet wordt «Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg» vervangen door: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.

ARTIKEL VII

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan alsmede voor verschillende vormen van zorg en categoriën van cliënten, zorgaanbieders en beroepsbeoefenaren verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven