31 460 Project SPEER

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2013

Op 15 juli jl. heb ik, in lijn met eerdere aankondigingen, het programma SPEER beëindigd. In het algemeen overleg over SPEER van 2 april jl. (Kamerstuk 31 460, nr. 33) heb ik u toegezegd eind 2013 te komen met een eindrapport over het programma SPEER. Met deze brief en de bijgaande eindrapportage doe ik deze toezegging gestand1. In de brief ga ik achtereenvolgens in op mijn besluit om de activiteiten van SPEER over te dragen aan de staande organisatie, vervolgens op de eindrapportage en ten slotte op de verdere doorontwikkeling van ERP bij Defensie.

Beëindiging programma SPEER

De ontwikkelde producten, de kennis en capaciteiten van het programma SPEER zijn overgedragen aan de lijn. De Hoofddirectie Bedrijfsvoering stuurt de verdere invoering van ERP aan, de techniek ligt in handen van het Joint IV Commando (JIVC). De voormalige programma-activiteiten worden binnen de staande organisatie en de reguliere processen voortgezet.

Het voornemen om het programma SPEER in 2013 naar de staande organisatie te brengen, dateert al van 2010. De belangrijkste overweging bij het besluit tot de daadwerkelijke overdracht is dat – hoewel de programmadoelen nog niet volledig zijn gerealiseerd – een programmavorm inmiddels geen specifieke meerwaarde meer biedt.

De uitvoerende processen die horen bij een ERP-invoering (ontwerp, bouw, migratie, beheer) zijn inmiddels gevat in standaard werkwijzen. Deze zijn beproefd in de praktijk en weerspiegelen de opgedane ervaringen uit de periode 2005–2013. Ze zorgen ervoor dat Defensie bijna volledig op eigen kracht de basisimplementatie van ERP kan voltooien. Er is daarbij nog maar beperkte inhuur van externe expertise benodigd. Op grond van de samenhang tussen de reorganisaties en de invoering van ERP, is de verantwoordelijkheid van de staande organisatie bij het werk van het programma SPEER in de loop der jaren toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat de verdere doorontwikkeling van ERP een steeds stevigere positie in de reguliere processen heeft gekregen.

De taken die nog moeten worden uitgevoerd, kunnen worden opgepakt door het JIVC en de defensieonderdelen. Hoewel het programma SPEER daarmee is beëindigd, gaat de verdere realisatie van programmadoelen dus onverminderd voort. Daarover zal ik, zoals reeds eerder toegezegd, u halfjaarlijks blijven informeren.

Eindrapportage SPEER

Het einde van het programma SPEER vormt een mijlpaal voor Defensie. Het gelegde fundament kwam tot stand na een moeizame en langdurige leerperiode. De ervaringen met de gekozen aanpak, de bestuurlijke vraagstukken, en de mate waarin de doelen zijn behaald, komen terug in het eindrapport.

Het eindrapport blikt kritisch terug over een lange periode: vanaf de eerste aanbestedingsactiviteiten (2001) – via de oprichting van de programmaorganisatie (2005) – tot aan de overdracht naar de staande organisatie (2013). Het geeft daardoor een compleet en realistisch beeld van wat er in de aanloop tot heden is gebeurd. Het rapport is echter niet alleen een chronologisch feitenrelaas. Het beoogt ook op transparante wijze duiding te geven aan de ontwikkelingen binnen het SPEER-dossier, zodat andere organisaties die zich bezighouden met vergelijkbare vraagstukken er wellicht hun voordeel mee kunnen doen. Defensie heeft gaandeweg veel geleerd in het SPEER-programma. Sommige zaken konden bij de verdere uitvoering direct worden verbeterd, andere zaken, zoals hoe het traject in het begin is opgepakt, waren soms pijnlijk maar waardevol voor verbetering in de toekomst.

In een rapport dat over een lange periode terugkijkt naar een omvangrijk programma, past natuurlijk ook het evalueren van de diverse gebeurtenissen. Dit rapport markeert het einde van het programma, maar niet het einde van de doelstellingen die Defensie met SPEER beoogde te bereiken. Van een eindevaluatie kan derhalve pas sprake zijn als de basisimplementatie ERP is voltooid. De eerder toegezegde evaluatie zal u daarom in de loop van 2015 bereiken.

Vervolgtraject

De permanente dynamiek van de defensieorganisatie leidt tot regelmatige aanpassingen en verlegging van prioriteiten in de informatievoorziening. Voor de komende tijd heb ik op dit gebied de volgende aandachtspunten:

  • Het verwerken van de IV/ICT-consequenties van de reorganisaties;

  • Het opleveren van de nog ontbrekende basisfunctionaliteit om de ketens te sluiten, migraties mogelijk te maken en legacy-systemen uit te faseren;

  • Het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens;

  • Het breed invoeren en benutten van de basisfunctionaliteit ERP binnen Defensie;

  • Het uitfaseren van legacy-systemen en;

  • De stabilisatie van het beheer en de optimalisatie van het gebruik van ERP.

Bovenstaande roadmap voor de korte termijn is getoetst in een Gateway Review en een rondetafelgesprek met de Algemene Rekenkamer (ARK). De aanbevelingen uit de Gateway Review en het rondetafelgesprek met de ARK worden meegenomen in de verdere uitwerking.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven