Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31458 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31458 nr. 12 |
Ontvangen 12 februari 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel I, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel II, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel III, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel IV, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel V, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel VI, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
4. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel VII, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel VIII, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel IX, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Aan artikel X, onderdeel B, wordt een lid toegevoegd luidende:
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Indien de toezichthouder een overtreding constateert kan zij handhavend optreden jegens:
1°. de rechtspersoon;
2°. hen die tot het feit opdracht hebben gegeven; of,
3°. hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging.
Dit amendement regelt dat naast de rechtspersoon ook tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven, alsmede tegen hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging een boete kan worden opgelegd. In enkele van de ons omringende landen hebben financiële toezichthouders ook al de mogelijkheid om aan individuele personen een bestuurlijke boete op te leggen. Uit OESO onderzoek blijkt voorts dat sancties tegen individuen, naast sancties tegen organisaties, een belangrijke afschrikkende werking kunnen hebben. Bij de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Awb zullen de financiële toezichthouders de bevoegdheid krijgen om ook aan individuele personen een bestuurlijke boete op te leggen. Dit amendement sluit daarbij aan maar maakt dit rechtstreeks duidelijk in de Wet op het financieel toezicht waardoor de afschrikkende werking beter tot zijn recht komt. Voor een effectieve handhaving van met name de zwaardere overtredingen in de financiële wetgeving is het van belang dat ook individuele personen bestuurlijk kunnen worden beboet in plaats van dat alleen een aanwijzing wordt gegeven. Door dit expliciet in deze wet te regelen zal dit instrument effectiever blijken dan wanneer moet worden teruggevallen op de Awb. Middels dit amendement wordt de persoonlijke verantwoordelijkheid van bestuurders benadrukt en wordt voorkomen dat uit algemene jurisprudentie rond de Awb een te genuanceerde benadering volgt.
Weekers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31458-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.