nr. 5
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 18 juli 2007 te ’s-Gravenhage
totstandgekomen Notawisseling houdende wijziging van het op 30 juni 2000
te ’s-Gravenhage totstandgekomen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Nieuw-Zeeland
ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal
behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De op 18 juli 2007 te ’s-Gravenhage totstandgekomen Notawisseling
houdende wijziging van het op 30 juni 2000 te ’s-Gravenhage totstandgekomen
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der
Nederlanden en de Regering van Nieuw-Zeeland, waarvan de Engelse tekst is
geplaatst in Tractatenblad 2008, 3, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad
2008, 42, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Buitenlandse Zaken,