nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID VAN BOCHOVE C.S. TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 101
Ontvangen 16 december 2008
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «eerste tot en met derde lid» vervangen
door: eerste tot en met vierde lid.
b. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het derde lid worden de bedragen, genoemd in
de artikelen 17, tweede lid (bij minimum-inkomensijkpunt behorende normhuur),
en 18, tweede lid (bij referentie-inkomensijkpunt behorende normhuur), bij
ministeriële regeling met ingang van 1 januari gewijzigd met het
percentage waarmee het bedrag, bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de
Wet werk en bijstand, naar redelijke verwachting wordt gewijzigd in het tijdvak
dat loopt van 1 januari van het aan het berekeningsjaar voorafgaande
jaar tot 1 januari van het berekeningsjaar, indien dat percentage lager
is dan het in het derde lid bedoelde percentage.
c. In onderdeel 2 wordt «vijfde lid» vervangen door:
zesde lid.
d. In onderdeel 3 wordt «zesde lid» vervangen door «zevende
lid» wordt «6» vervangen door «7» en wordt «eerste,
tweede en derde lid» vervangen door: eerste, tweede, derde en vierde
lid.
e. In onderdeel 4 wordt «zevende lid» vervangen door «achtste
lid», wordt «7» vervangen door «8» en wordt «het
eerste tot en met zesde lid» vervangen door: het eerste tot en met zevende
lid.
f. In onderdeel 5 wordt «achtste lid» vervangen door:
negende lid.
II
In artikel I, onderdeel L, wordt «artikel 27, achtste lid»
vervangen door: artikel 27, negende lid.
III
Artikel IA wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel 2 komt te luiden:
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid, aanhef, worden de bedragen, genoemd
in de artikelen 17, tweede lid (bij minimum-inkomensijkpunt behorende normhuur),
en 18, tweede lid (bij referentie-inkomensijkpunt behorende normhuur), bij
ministeriële regeling met ingang van 1 januari gewijzigd met het
percentage waarmee het bedrag, bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de
Wet werk en bijstand, naar redelijke verwachting wordt gewijzigd in het tijdvak
dat loopt van 1 januari van het aan het berekeningsjaar voorafgaande
jaar tot 1 januari van het berekeningsjaar, indien dat percentage lager
is dan het in het eerste lid, aanhef, bedoelde percentage.
b. Onderdeel 3 vervalt.
Toelichting
In dit amendement wordt vastgelegd dat de jaarlijkse indexering van de
normhuren plaats vindt op de voor de huurder meest gunstige wijze. Dit kan
met het percentage van de verwachte gemiddelde huurprijsontwikkeling zijn
of met het percentage van de bijstandontwikkeling voor gehuwden. De keuze
vindt automatisch plaats na berekening van de meest gunstige wijze.
De regering stelt in het wijzigingsvoorstel voor om de keuzevrijheid tussen
de berekeningswijzen te verwijderen en bij wet te regelen dat de normhuur
de ontwikkeling van de huurprijs volgt. Dit omdat het hierdoor ontstane automatisme
tot een vereenvoudiging van de huurtoeslag leidt. De ondertekenaars zien het
voordeel, maar kiezen voor een automatische keuze voor de meest gunstige berekeningswijze
voor het komende jaar (of de ontwikkeling van de huurprijs of de ontwikkeling
van het prijspeil volgen). Na het beschikbaar komen van de daarvoor benodigde
prognoses, kunnen de uitvoeringsinstanties de normhuur voor het komende jaar
bepalen en vervolgens toepassen.
Van Bochove
Depla
Jansen