31 444 XII
Jaarverslag en slotwet ministerie van Verkeer en Waterstaat 2007

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2008

In het Wetgevingsoverleg Jaarverslagen VenW d.d. 18 juni 2008 (Kamerstuk 31 444 XII, nr. 8) heeft het Kamerlid De Rouwe vragen gesteld met betrekking tot afwijkingen op het verbod van draaideurconstructies.

1

Wat houdt die afwijking in?

Het tegengaan van de draaideurconstructie houdt in dat een ambtenaar binnen twee jaar na zijn ontslag niet als externe op enigerlei wijze departementsbreed ingehuurd mag worden. In aanbestedingsprocedures geldt als norm dat een voormalig ambtenaar niet bij de uitvoering van de te verstrekken werkzaamheden wordt betrokken. Slechts in het kader van afspraken omtrent het beëindigen van het dienstverband kan van het verbod worden afgeweken. Dit teneinde de overstap naar een nieuwe functie te vergemakkelijken (bijlage 1)1.

Het verbod op draaideurconstructies is in de uitvoeringspraktijk van Rijkswaterstaat een steeds nijpender probleem, zeker nu Rijkswaterstaat vanwege zijn gewijzigde rol de markt steeds meer inschakelt. Om deze reden heeft Rijkswaterstaat bij het Ministerie van Binnenlandse zaken verzocht om – binnen bepaalde grenzen – ruimte te krijgen om van de norm af te wijken.

Door het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt – gezien de bijzondere omstandigheden van Rijkswaterstaat – een te legalistische interpretatie niet voorgestaan. Rijkswaterstaat wordt de ruimte gegeven om van deze norm af te wijken (bijlagen 2 en 3)1 wanneer duidelijk kan worden aangetoond dat recht wordt gedaan aan de intentie van de circulaire in kwestie. Afwijking van de norm is mogelijk indien:

• er sprake is geweest van een integere aanbestedingsprocedure met objectieve gunningscriteria;

• de positie van de voormalig ambtenaar op geen enkele wijze een rol speelt in de gunning van de «klus».

Als een beroep op een afwijking van de norm wordt gedaan, houdt Rijkswaterstaat zich aan bovengenoemde uitgangspunten.

2

Om hoeveel gevallen gaat het?

Na een inventarisatie zijn er bij Rijkswaterstaat de volgende gevallen geconstateerd, waarbij opgemerkt dient te worden dat niet alle gevallen een afwijking op het verbod inhouden.

Onderscheid dient ook gemaakt te worden tussen ontheffingen, waarbij er nog geen afwijking van de norm is geconstateerd en een daadwerkelijke afwijking. Bovendien is er afwijking mogelijk bij zowel inhuur als bij uit- en aanbesteding van werken, producten en diensten.

In het bijzonder wordt er in alle gevallen van mobiliteit en in het kader van goed werkgeverschap, gekeken of de medewerker op weg naar een andere functie kan worden geholpen.

Overzicht

CategorieUitlegAantal
Hulp bij overgangOm een overstap naar een nieuwe functie of het vestigen als zelfstandige te vergemakkelijken, is een tijdelijke afwijking van het verbod op de draaideurconstructie geoorloofd.Afwijkingen: 5 Ontheffingen: 1
Specifieke kennisVan het verbod op de draaideurconstructie is afgeweken in de enkele gevallen dat de oud-medewerker over een zodanige specifieke kennis (specialisme of van de organisatie) beschikt en in samenhang met krapte op de arbeids- markt, dat deze kennis onmisbaar is voor Rijkswaterstaat, maar zonder dat er sprake is van schijn van belangenverstrengeling, een oneerlijke concur- rentieverhouding. Dit speelt onder andere in het geval van taken die naar de markt zijn overgedragen.Afwijkingen: 3 Ontheffingen: 21
TermijnTen tijde van de daadwerkelijke gunning van de werkzaamheden is de periode van twee jaar (grotendeels) verstreken. Deze omstandigheid speelt – bijvoorbeeld – in combinatie met de inzet van de oud-medewerker bij een ander VenW-onderdeel en met andere werkzaamheden.Afwijkingen: 2
Totaal Afwijkingen: 10 Ontheffingen: 22

3

Hoeveel kosten zijn hiermee gemoeid?

Gezien de aard van de afwijkingen/ontheffingen zijn de kosten hiervan niet te herleiden. De kosten behoren immers tot de reguliere productiekosten van een project dan wel zijn opgenomen in de opdrachtsom van de betreffende opdracht.

4

Hoe kan dit worden voorkomen, mede gelet op de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt?

In de Strategische Agenda van RWS (2008–2012) wordt aangegeven hoe medewerkers moeten voldoen aan het gewenste profiel in 2012. Door de toenemende uitbesteding van werk aan de markt is er een transitie gaande in de gewenste kwaliteit (kennis, houding en vaardigheden) van medewerkers. Daartoe is voor elk primair proces een analyse gemaakt. Met medewerkers worden individuele afspraken gemaakt over de te behalen resultaten en de gewenste ontwikkeling.

Het opleidingsaanbod van het Corporate Learning Center (winnaar NSCU Academy Award 2008) voorziet in trainingen om de kennis en kunde van medewerkers te verdiepen en te verbreden op het gebied van project- en procesmanagement, inkoop, projectbeheersing en risicomanagement. Juist deze expertise is schaars op de markt. De weginspecteurs en medewerkers in de bediening volgen wettelijk verplichte opleidingen.De krapte en concurrentie op de arbeidsmarkt nemen de komende jaren toe. Ook voor Rijkswaterstaat is het daarom van belang tijdig talenten op te sporen en intensief te investeren in de ontwikkeling van mensen. Arbeidsvoorwaarden bij de rijksoverheid bieden de ruimte om plaats- en onafhankelijk te werken waar het werk dit toelaat.

Tot slot heeft Rijkswaterstaat programma’s ontwikkeld om potentiële werknemers gericht en voortdurend op te sporen in opleidingsinstellingen en op de arbeidsmarkt.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven