nr. 7
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
De vaste commissie voor Financiën1, belast
met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag
uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Blok
De wnd. griffier van de commissie,
Vente
1
Waarom was er achterstand ontstaan bij de afhandeling
van «een groot aantal oudere bezwaarschriften voor de vennootschapsbelasting»?
Welk bedrag was daarmee gemoeid, waardoor 115 miljoen
meer rente moest worden vergoed?
De Belastingdienst heeft in 2007 veel energie gestoken in het afdoen van
de oudere bezwaarschriften. Bij bezwaarschriften met betrekking tot vennootschapsbelasting
gaat het vaak om grote financiële belangen. Zeker bij oude belastingjaren
is de periode waarover bij een teruggave rente moet worden vergoed, aanzienlijk.
Het hiermee gemoeide belastingbedrag bedraagt indicatief € 0,5–0,7
miljard. Door de versnelling van het proces zijn ook de teruggaven en de daarmee
gepaard gaande rente-uitgaven tijdelijk hoger.
2a
Kan de regering het bedrag dat bij de slotwetmutatie
van «Financieringsactiviteiten publiek-private sector» op ruim
33 miljoen tekortschietend is geraamd, specificeren?
Tekortschietend geraamd betekent in dit geval dat de realisaties afwijken
van de stand 2e suppletore begroting. Het bedrag van € 33 mln. bestaat
voornamelijk uit hogere afdrachten van de Staatsloterij, uitkering van extra
agio van de Westerscheldetunnel en een hogere ontvangst van regulier dividend.
2b
Wat betekent dit feitelijk voor de PPS-projecten. Hoe
heeft deze discrepantie zich gevormd?
Dit is niet van toepassing op PPS-projecten.
2c
Welke lering wordt hieruit getrokken voor toekomstige
PPS-projecten?
Niet van toepassing.
3a
Waarop zijn de toegenomen uitgaven op de Internationale
financiële betrekkingen gebaseerd?
De stijging van de uitgaven aan artikel 4 (internationale financiële
betrekkingen) in 2007 zijn het gevolg van aanpassingen in de verzilveringschema’s
van reeds aangegane middelenaanvullingen. Deze worden op verzoek van Nederland
aangepast om onverwachte veranderingen in andere ODA-uitgaven op te vangen.
Op deze wijze kan het kabinetsstreven om jaarlijks 0,8% van het BNP
voor ODA beschikbaar te stellen verwezenlijkt worden zonder geforceerd onderliggende
programma’s te versnellen danwel te vertragen.
3b
Is een dergelijk verschil in de toekomst te voorkomen?
Ja, zoals aangegeven bij de vorige vraag heeft Nederland zelf verzocht
om de uitgaven aan internationale financiële instellingen in 2007 te
verhogen (en in 2008 te verlagen). Door dergelijke verzoeken achterwege te
laten zouden dergelijke verschillen voorkomen kunnen worden. Dat wordt echter
niet wenselijk geacht, omdat het beperkt schuiven met betalingen aan internationale
financiële instellingen als een efficiënt instrument wordt
ervaren om andere schommelingen in het ODA-budget op te vangen. Zie ook het
antwoord op vraag 3a.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten
Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma
(CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé
Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP),
Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van
der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen
(SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA),
Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk
(CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP),
Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï
(VVD), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme
(PvdD), Heijnen (PvdA) en Roefs (PvdA).