Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31444-III nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31444-III nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 21 mei 2008
Hierbij bieden wij u aan het op 8 mei 2008 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van Algemene Zaken, Kabinet der Koningin en Commissie van Toezicht betreffende Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III)».
Algemene Rekenkamer
drs. Saskia J. Stuiveling,
president
Jhr. mr. W.M. de Brauw,
secretaris
Deel I: Samenvatting en bestuurlijke reactie | 5 | |
1 | Samenvatting | 7 |
2 | Reactie minister | 9 |
Deel II: Onderzoeksbevindingen en oordelen | 11 | |
1 | Inleiding | 13 |
1.1 | Over het Ministerie van Algemene Zaken | 13 |
1.2 | Over dit onderzoek | 17 |
2 | Jaarverslag | 20 |
2.1 | Oordeel over de financiële informatie | 20 |
2.2 | Oordeel over de saldibalans en toelichting | 21 |
2.3 | Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering | 21 |
2.4 | Oordeel over de informatie over het gevoerde beleid | 22 |
3 | Bedrijfsvoering | 23 |
3.1 | Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer | 23 |
3.2 | Ontwikkeling in de bedrijfsvoering | 23 |
4 | Informatie over beleid nader beschouwd | 24 |
Bijlage 1 | Overzicht fouten en onzekerheden in de financiële informatie in het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van Algemene Zaken | 25 |
Bijlage 2 | Gebruikte afkortingen | 32 |
Bijlage 3 | Verklarende woordenlijst | 33 |
Literatuur | 38 |
DEEL I: SAMENVATTING EN BESTUURLIJKE REACTIE
Dit Rapport bij het Jaarverslag 2007 richt zich op drie verantwoordingsstaten: die van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.
Het Ministerie van Algemene Zaken heeft als belangrijkste taak om de eenheid van het algemeen regeringsbeleid te bevorderen. Daarnaast geeft het ministerie voorlichting over het Koninklijk Huis en is het verantwoordelijk voor de coördinatie van het algemene communicatiebeleid. Bovendien draagt het ministerie bij aan de ontwikkeling van het regeringsbeleid voor de langere termijn. Dit gebeurt via de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die onder het ministerie ressorteert. De minister-president is ministerieel verantwoordelijk voor het optreden van de leden van het Koninklijk Huis. Er is geen beleidsveld waarover het Ministerie van Algemene Zaken specifiek verantwoording aflegt. De rol en de taken van het ministerie liggen vast in de grondwet.
Onder het Ministerie van Algemene Zaken valt een baten-lastendienst: de Dienst Publiek en Communicatie. Deze dienst treedt voor ministeries en uitvoeringsorganisaties op als deskundige communicatiepartner. De Dienst Publiek en Communicatie maakt deel uit van de Rijksvoorlichtingsdienst.
De uitgaven van het Ministerie van Algemene Zaken in 2007 bedroegen € 52,0 miljoen. De verplichtingen bedroegen € 54,8 miljoen en de ontvangsten € 1,8 miljoen.
Het Kabinet der Koningin verzorgt de ambtelijke ondersteuning van de koningin bij de uitoefening van haar staatsrechtelijke taken. Het Kabinet der Koningin fungeert als schakel tussen koningin en ministers.
De uitgaven van het Kabinet der Koningin in 2007 bedroegen € 2,2 miljoen. De verplichtingen bedroegen € 2,2 miljoen, en de ontvangsten € 0.
De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is een onafhankelijk toezichtorgaan. Deze commissie houdt toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van twee wetten: de Wet op de inlichtingenen veiligheidsdiensten uit 2002 (WIV 2002) en de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO). Daarbij richt de commissie zich op zowel de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst als de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De commissie toetst het handelen van deze diensten aan de juridische kaders waarbinnen zij moeten werken.
De uitgaven van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in 2007 bedroegen € 0,86 miljoen. De verplichtingen bedroegen € 0,86 miljoen, en de ontvangsten € 0,01 miljoen.
In onderstaand overzicht vatten wij onze oordelen over het Jaarverslag 2007 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Algemene Zaken samen. We verwijzen daarbij naar de plaats in deel II van dit rapport waar we dieper ingaan op onze oordelen en de achterliggende bevindingen presenteren.
Oordelen over het Jaarverslag 2007 en de bedrijfsvoering | |||
Oordeel | Meer informatie in deel II | ||
Jaarverslag | Financiële informatie | Voldoet | § 2.1 |
Saldibalans | Voldoet | § 2.2 | |
Informatie over bedrijfsvoering | Voldoet | § 2.3 | |
Informatie over beleid | Voldoet | § 2.4 | |
Bedrijfsvoering | Financieel beheer en materieelbeheer | Voldoet | § 3.1 |
De Algemene Rekenkamer stelt vast dat het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt.
Evenals in voorgaande jaren hebben we geen onvolkomenheden geconstateerd in het financieel beheer, het materieelbeheer en de bedrijfsvoering. Het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties voldeden in 2007 aan de eisen die de CW 2001 stelt. Wel vragen we aandacht voor de naleving van de Europese aanbestedingsregels. We hebben namelijk geconstateerd dat het Ministerie van Algemene Zaken in twee gevallen de regels voor Europese aanbesteding niet correct heeft nageleefd (§ 2.1). Een bedrag van € 275 656 hebben we daarom als onrechtmatig aangemerkt. Dit bedrag blijft binnen onze tolerantiegrenzen.
De minister van Algemene Zaken heeft op 21 april 2008 op ons onderzoek gereageerd. Hierna volgt een samenvatting van zijn reactie. De volledige reactie is te vinden op www.rekenkamer.nl.
De minister geeft in zijn reactie aan dat hij met belangstelling kennis heeft genomen van het rapport. Hij merkt op dat wij een positief oordeel hebben over het totaal van de bedrijfsvoering, zij het dat wij op grond van twee situaties aandacht vragen voor de naleving van de Europese aanbestedingsregels. De minister geeft aan dat voor deze twee situaties inmiddels de nodige acties in gang zijn gezet.
DEEL II: ONDERZOEKSBEVINDINGEN EN OORDELEN
In dit deel van het rapport vindt u de oordelen en de belangrijkste bevindingen van ons rechtmatigheidsonderzoek bij het Ministerie van Algemene Zaken (AZ). Een samenvatting en de bestuurlijke reactie op ons rapport is opgenomen in deel I.
Hieronder geven we eerst een beschrijving van het ministerie. Ook gaan we in op onze onderzoeksaanpak en wijze van rapporteren. In hoofdstuk 2 presenteren wij vervolgens onze oordelen over het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van AZ. In hoofdstuk 3 gaan wij in op de bedrijfsvoering van het ministerie. Ten slotte gaan we in hoofdstuk 4 nader in op de beleidsinformatie in begroting en jaarverslag.
1.1 Over het Ministerie van Algemene Zaken
Wij rapporteren per begrotingshoofdstuk over de resultaten van ons onderzoek. In totaal zijn er 26 begrotingshoofdstukken. Dit rapport gaat over begrotingshoofdstuk III. De verantwoording over begrotingshoofdstuk III bestaat uit drie verantwoordingsstaten. Het betreft hier de verantwoordingsstaten van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.
Zoals uit bovenstaande blijkt, vallen de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen van het Kabinet der Koningin ook onder begrotingshoofdstuk III. Dit is het geval sinds 2004. Het ministerie hecht eraan om een duidelijk onderscheid te maken tussen beide organisaties. Daarom heeft het Kabinet der Koningin een afzonderlijke begrotings- en verantwoordingsstaat. Hetzelfde geldt voor de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Ook dit orgaan heeft een aparte begrotings- en verantwoordingsstaat om de wettelijke onafhankelijkheid van de commissie tot uitdrukking te brengen.
Het Ministerie van AZ heeft als belangrijkste taak om de eenheid van het algemeen regeringsbeleid te bevorderen. Daarnaast geeft het ministerie voorlichting over het Koninklijk Huis en is het verantwoordelijk voor de coördinatie van het algemene communicatiebeleid. Bovendien draagt het ministerie bij aan de ontwikkeling van het regeringsbeleid voor de langere termijn. Dit gebeurt via de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die onder het ministerie ressorteert. De minister-president is ministerieel verantwoordelijk voor het optreden van de leden van het Koninklijk Huis. Het Ministerie van AZ kent hoofdzakelijk transactie-uitgaven en ontvangsten. Het financieel belang van het ministerie is relatief beperkt. Er is geen beleidsveld waarover het Ministerie van AZ specifiek verantwoording aflegt. De rol en de taken van het ministerie liggen vast in de grondwet.
Het beleidsinstrumentarium van het Ministerie van AZ bestaat uit coördinatie, communicatie en advisering. Dit betekent dat informatieverzameling, politieke analyses en de waan van de dag een grote impact hebben op de werkzaamheden van veel ambtenaren.
Het kerndepartement bestaat uit de volgende drie onderdelen:
• het kabinet van de minister-president;
• het bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR);
• het directoraat-generaal Rijksvoorlichtingsdienst (RVD).
Onder het Ministerie van AZ ressorteert een baten-lastendienst: de Dienst Publiek en Communicatie (DP&C). Deze dienst treedt voor ministeries en uitvoeringsorganisaties op als deskundige communicatiepartner. Daarnaast helpt de DP&C de overheid beter te communiceren met burgers. Om dat te bereiken biedt de dienst niet alleen communicatiediensten aan, maar ook communicatieadviezen en communicatiekennis. De DP&C maakt deel uit van de Rijksvoorlichtingsdienst.
Het Kabinet der Koningin verzorgt de ambtelijke ondersteuning van de koningin bij de uitoefening van haar staatsrechtelijke taken. Het Kabinet der Koningin is een onderdeel van de rijksoverheid en fungeert als schakel tussen koningin en ministers. Daarnaast heeft het Kabinet der Koningin tot taak om de oorspronkelijke staatsstukken te bewaren.
De uitgaven en ontvangsten van het Kabinet der Koningin staan in een afzonderlijke verantwoordingsstaat. Ook heeft het Kabinet der Koningin een afzonderlijke saldibalans. De beheersafspraken, inclusief de (kwaliteit van) dienstverlening, zijn vastgelegd en geformaliseerd.
De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is een onafhankelijk toezichtorgaan. De commissie houdt toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van twee wetten: de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit 2002 (WIV 2002) en de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO). Daarbij richt de commissie zich op zowel de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst als de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De commissie toetst het handelen van deze diensten aan de juridische kaders waarbinnen zij moeten werken.
De commissie heeft de volgende taken:
• toezicht houden op de rechtmatige uitvoering van de WIV 2002 en de WVO;
• de betrokken ministers inlichten en adviseren over haar bevindingen bij dit toezicht;
• klachten onderzoeken en beoordelen en de betrokken minister daarover adviseren;
• de betrokken minister adviseren bij de uitvoering van artikel 34 van de WIV 2002.
De uitgaven en ontvangsten van de commissie staan in een afzonderlijke verantwoordingsstaat. Ook heeft de commissie een afzonderlijke saldibalans. De beheersafspraken, inclusief de (kwaliteit van) dienstverlening, zijn vastgelegd en geformaliseerd.
In onderstaande overzichten geven wij een beschrijving van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten aan de hand van een aantal kengetallen.
Overzicht 1 Het Ministerie van Algemene Zaken in kengetallen | |
---|---|
Totaal verplichtingen | € 54 808 000 |
Totaal uitgaven | € 51 978 000 |
Totaal ontvangsten | € 1 839 000 |
Transactieuitgaven | € 51 978 000 |
– waarvan personeelsuitgaven (inclusief baten-lastendienst) | € 29 040 000 |
Overdrachtsuitgaven (subsidies, specifieke uitkeringen) | € 0 |
Voorschotten i.v.m. interdepartementale uitbesteding of uitvoering | € 1 794 000 |
Aantal begrotingsartikelen | 2 |
– waarvan beleidsartikel (met 4 operationele doelstellingen) | 1 |
– waarvan niet-beleidsartikel | 1 |
Aantal personen werkzaam (in fte) (inclusief baten-lastendienst) | 404 |
Baten-lastendienst | 1 (RVD) |
– bijdrage van moederdepartement | € 6 956 856 |
– eigen vermogen | € 3 941 465 |
Aantal directoraten-generaal | 1 |
Rechtspersonen met wettelijke taak | 0 |
Recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer op het terrein van het Ministerie van AZ | geen |
Overzicht 2: Kabinet der Koningin in kengetallen | |
---|---|
Totaal verplichtingen | € 2 223 000 |
Totaal uitgaven | € 2 223 000 |
Totaal ontvangsten | 0 |
Transactieuitgaven | € 2 223 000 |
– waarvan personeelsuitgaven | € 1 654 000 |
Overdrachtsuitgaven (subsidies, specifieke uitkeringen) | € 0 |
Voorschotten i.v.m. interdepartementale uitbesteding of uitvoering | € 0 |
Aantal begrotingsartikelen | 1 |
– waarvan beleidsartikel | 1 |
– waarvan niet-beleidsartikel | 0 |
Aantal personen werkzaam (in fte) | 30 |
Baten-lastendiensten | n.v.t. |
Aantal directoraten-generaal | n.v.t. |
Rechtspersonen met wettelijke taak | n.v.t. |
Recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer op het terrein van het Kabinet der Koningin | geen |
Overzicht 3: Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in kengetallen | |
---|---|
Totaal verplichtingen | € 856 000 |
Totaal uitgaven | € 856 000 |
Totaal ontvangsten | € 10 000 |
Transactieuitgaven | € 856 000 |
– waarvan personeelsuitgaven | € 524 000 |
Overdrachtsuitgaven (subsidies, specifieke uitkeringen) | € 0 |
Voorschotten i.v.m. interdepartementale uitbesteding of uitvoering | € 0 |
Aantal begrotingsartikelen | 1 |
– waarvan beleidsartikel | 1 |
– waarvan niet-beleidsartikel | 0 |
Aantal personen werkzaam (in fte) | 8 |
Baten-lastendiensten | n.v.t. |
Aantal directoraten-generaal | n.v.t. |
Rechtspersonen met wettelijke taak | n.v.t. |
Recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer op het terrein van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten | geen |
Ministers verantwoorden zich in hun jaarverslagen over de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het ministerie (financiële informatie), over de manier waarop het ministerie heeft gefunctioneerd (informatie over de bedrijfsvoering) en over de vraag of de doelen en prestaties die in de begroting van het ministerie waren afgesproken, ook zijn gerealiseerd (informatie over het beleid).
De Algemene Rekenkamer doet jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij de rijksoverheid. Dit doen wij door na te gaan of de jaarverslagen van de ministers voldoen aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt: is de financiële informatie, de informatie over bedrijfsvoering en de informatie over beleid tot stand gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed weergegeven?
Daarnaast onderzoeken we ook de bedrijfsvoering zelf. Hiervoor gaan we onder andere na of het financieel beheer en materieelbeheer voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt.
Figuur 1 laat zien wat wij wanneer onderzoeken en voor wie.
Op basis van een risicoanalyse hebben we een programma opgesteld voor het rechtmatigheidsonderzoek 2007 bij het Ministerie van AZ. Op grond van dit programma hebben we dit jaar onder meer aandacht besteed aan de inkoop van goederen en diensten, met bijzondere aandacht voor Europees aanbesteden.
In ons rapport bij het jaarverslag melden we zowel de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden als de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die dekwalitatieve tolerantiegrenzen overschrijden. Daarnaast vermelden we de onvolkomenheden die wij constateren in de bedrijfsvoering. Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand gekomen is (het begrotingsgeld is niet volgens de regels uitgegeven) of die niet deugdelijk is weergegeven (er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag). Van «onzekerheden» spreken we wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.
Op www.rekenkamer.nl kunt u meer lezen over hoe onze rapporten bij de jaarverslagen tot stand komen.
De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van AZ beoordeeld. Wij hebben onderzocht of de minister het begrotingsgeld volgens de regels heeft uitgegeven en ontvangen en of hij daarover in het jaarverslag goed verantwoording heeft afgelegd.
Verder hebben we onderzocht of de informatie in het jaarverslag over de bedrijfsvoering en over het gevoerde beleid, deugdelijk tot stand is gekomen en voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitsnormen.
In dit hoofdstuk lichten wij ons oordeel over het jaarverslag toe.
Dit oordeel bestaat uit deeloordelen over:
• de financiële informatie (§ 2.1);
• de departementale saldibalans (§ 2.2);
• de informatie over de bedrijfsvoering (§ 2.3);
• de informatie over het gevoerde beleid (§ 2.4).
2.1 Oordeel over de financiële informatie
De financiële informatie in het jaarverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
• de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de verantwoordingsstaat en de toelichting daarbij;
• de baten, lasten, kapitaaluitgaven, kapitaalontvangsten en balansposten in de samenvattende verantwoordingsstaat van de baten-lastendiensten en de toelichting daarbij.
De financiële informatie dient op grond van de CW 2001:
• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;
• deugdelijk te zijn weergegeven;
• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.
De financiële informatie in het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.
In bijlage 1 van dit deel van het rapport staat een overzicht van alle fouten en onzekerheden.
Het bedrag aan verplichtingen omvat in totaal € 0,7 miljoen aan overschrijdingen. Gaan de Staten-Generaal niet akkoord met de hiermee samenhangende slotwetmutaties, dan moeten wij ons oordeel over de financiële informatie mogelijk herzien.
Naleving Europese aanbestedingsregels
De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren geïnformeerd of de ministeries de Europese aanbestedingsregels naleven. Wij constateren bij het Ministerie van AZ twee gevallen met een totaalbedrag van € 275 656 waarbij deze regels niet correct zijn nageleefd. Dit bedrag blijft binnen onze tolerantiegrenzen. Het betreft aanbestedingen voor taxidiensten en voor druk- en uitgeverswerk.
Beide gevallen heeft het ministerie inmiddels onder handen genomen. Zo heeft het voor de taxidiensten een aanbestedingsprocedure gestart. Voor het druk- en uitgeverswerk wordt nog onderzocht onder welk regime Europees zal worden aanbesteed.
Daarnaast hebben we in één geval geconstateerd dat de vereiste «melding achteraf» van een aanbesteding niet tijdig heeft plaatsgevonden. Omdat deze melding inmiddels alsnog heeft plaatsgevonden, merken we dit niet aan als een onrechtmatigheid.
2.2 Oordeel over de saldibalans en toelichting
De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op deze balans.
De informatie in de saldibalans dient op grond van de CW 2001:
• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;
• deugdelijk te zijn weergegeven;
• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.
De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.
In 2007 heeft het Ministerie van AZ voor een bedrag van € 1 794 000 aan openstaande voorschotten afgerekend. Wij hebben vastgesteld dat deze afrekeningen voldoen aan de daaraan te stellen eisen.
In bijlage 1 van dit deel van het rapport staat een overzicht van alle fouten en onzekerheden.
2.3 Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering
In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag van een ministerie verantwoordt de minister zich over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering (of het begrotingsgeld volgens de regels is uitgegeven), over de totstandkoming van de beleidsinformatie, over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en over de overige aspecten van de bedrijfsvoering.
De informatie over de bedrijfsvoering dient op grond van de CW 2001:
• op deugdelijke wijze tot stand te zijn gekomen;
• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.
Deze twee aspecten betrekken wij in ons oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering. We zeggen daarmee niets over de kwaliteit van de informatie zelf.
Om tot een oordeel te komen over de deugdelijke wijze van totstandkoming hebben wij de volgende aspecten ervan onderzocht:
• Beschikt de minister over een procedure voor de totstandkoming van de bedrijfsvoeringsparagraaf waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle actoren zijn vastgelegd?
• Heeft de minister vooraf criteria geformuleerd voor wat moet worden aangemerkt als opmerkelijke zaken en tekortkomingen in de bedrijfsvoering?
• Is het verloop van het totstandkomingsproces controleerbaar en is het afwegingsproces daarbij transparant vastgelegd?
Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering
De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften
De resultaten van ons onderzoek naar de bedrijfsvoering zelf staan in hoofdstuk 3.
2.4 Oordeel over de informatie over het gevoerde beleid
In het jaarverslag verstrekt de minister ook beleidsinformatie: informatie over de gerealiseerde effecten van zijn beleid, de daartoe geleverde prestaties en de daarmee gemoeide kosten. De Algemene Rekenkamer beoordeelt ieder jaar de totstandkoming van de beleidsinformatie en of deze informatie voldoet aan de verslaggevingseisen.
In ons onderzoek naar de jaarverslagen kijken wij ook naar de beschikbaarheid en de bruikbaarheid van de beleidsinformatie. Hier gaan we in hoofdstuk 4 op in.
De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.
De Algemene Rekenkamer heeft de bedrijfsvoering van het Ministerie van AZ onderzocht. Onder de bedrijfsvoering vallen alle bedrijfsprocessen die ervoor zorgen dat een ministerie functioneert: het financieel beheer en het materieelbeheer en de processen op het gebied van personeel, informatievoorziening, administratie, communicatie en huisvesting.
Wij geven in dit hoofdstuk een oordeel over het financieel beheer en het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties (§ 3.1). Daarnaast schetsen we een beeld van de bedrijfsvoering in de afgelopen drie jaar (§ 3.2).
3.1 Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer
Het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties moeten op grond van de CW 2001 voldoen aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid.
De onderzochte onderdelen van het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties van het Ministerie van AZ, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voldeden in 2007 aan de in de CW 2001 gestelde eisen.
3.2 Ontwikkeling in de bedrijfsvoering
Evenals in de voorgaande jaren hebben we geen onvolkomenheden in het financieel beheer, materieelbeheer en de bedrijfsvoering geconstateerd. Wel vragen we aandacht voor de naleving van de Europese aanbestedingsregels. We hebben namelijk geconstateerd dat het Ministerie van AZ in twee gevallen de regels voor Europese aanbesteding niet correct heeft nageleefd (§ 2.1).
Bij het Ministerie van AZ is medio 2006 is een project gestart om de administratieve organisatie (AO) opnieuw te modelleren. Eén van de resultaten daarvan is dat het inkoopproces in 2008 wordt gecentraliseerd. Het ministerie beoogt hiermee een kwaliteitsslag en een efficiëntieslag te maken.
In 2007 zijn de AO-beschrijvingen voor verschillende processen vastgesteld. Momenteel heeft het ministerie nog twee processen onderhanden en moet het nog drie processen beschrijven. Daarbij gaat het om het inkoopproces, de inhuur van externen en het aangaan van verplichtingen en betalingen.
4 INFORMATIE OVER BELEID NADER BESCHOUWD
In dit hoofdstuk gaan we in op onze bevindingen van het aanvullende onderzoek dat we jaarlijks doen naar de beleidsinformatie. Is er in de begroting en in het jaarverslag concrete informatie beschikbaar over beleid.
Wij onderzoeken ieder jaar hoe de minister zich in zijn jaarverslag verantwoordt over het realiseren van doelen, prestaties en de inzet van middelen die met de begroting zijn afgesproken. We gaan daarvoor na in hoeverre concrete informatie over beleidsresultaten beschikbaar is: heeft de minister in het jaarverslag per operationele doelstelling informatie opgenomen over doelen, prestaties en middelen en zo niet, wordt het ontbreken van die informatie uitgelegd (het zogenoemde «comply or explain»-principe)?
In de «comply or explain-brief» van 29 juni 2006 (AZ, 2006) gaat de minister van AZ in op de algemene beleidsdoelstelling van zijn ministerie. De minister stelt dat deze beleidsdoelstelling logisch voortvloeit uit de grondwet en dat er geen sprake is van een specifiek beleidsveld zoals andere ministeries dat kennen. Door de aard van de werkzaamheden van het ministerie en het ontbreken van een specifiek beleidsveld, zijn er volgens hem geen aanknopingspunten om maatschappelijke effecten (outcome-indicatoren) te benoemen.
Omdat deze maatschappelijk effecten en een specifiek beleidsveld ontbreken, hebben wij bij het Ministerie van AZ een beperkte VBTB-toets uitgevoerd. VBTB staat voor het ontwikkelingstraject «Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording». We constateren dat het ministerie waar mogelijk de uitgangspunten van VBTB toepast. Zo benoemt het ministerie bij alle operationele doelstellingen in de Begroting 2007 de instrumenten en/of activiteiten die het daarvoor wil gebruiken. Ook zijn waar mogelijk prestatieindicatoren en streefwaarden opgenomen. In de Verantwoording 2007 komt het ministerie vervolgens systematisch terug op de genoemde activiteiten, prestatieindicatoren en streefwaarden in de begroting.
OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN IN DE FINANCIËLE INFORMATIE IN HET JAARVERSLAG 2007 VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid | 54 808 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 54 808 | – | – | – | – | – |
Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden
Art. nr. | Post | Fout | |
---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||
Totaal verplichtingen | 54 808 | ||
Procentuele fout | 0,00% | ||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
B/C. Uitgaven + ontvangsten (€ x 1000)
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid | 53 817 | 294 | – | 17 | – | 311 | nee | – |
Totaal | 53 817 | 294 | – | 17 | – | – | |||
(1) | Totaal Uitgaven en Ontvangsten | 53 817 | Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten | ||||||
Procentuele fout | 0,55% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,03% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
(2) | Totaal | 105 311 | Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten + bijdrage(n) van derden baten-lastendiensten | ||||||
Procentuele fout | 0,28% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,02% | Tolerantiegrens niet overschreden |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid | 51 978 | 294 | – | 17 | – | 311 | nee | – |
Totaal | 51 978 | 294 | – | 17 | – | – |
Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden
Art. nr. | Post | Fout | |
---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||
Totaal uitgaven | 51 978 | ||
Procentuele fout | 0,57% | Tolerantiegrens niet overschreden | |
Procentuele onzekerheid | 0,03% | Tolerantiegrens niet overschreden |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid | 1 839 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 1 839 | – | – | – | – | – |
Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden
Art. nr. | Post | Fout | |
---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||
Totaal ontvangsten | 1 839 | ||
Procentuele fout | 0,00% | ||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
D. Baten-lastendiensten (€ x 1000)
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledigheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Dienst Publiek en Communicatie Baten | 51 494 | – | – | – | – | – | – | ||
Totaal | 51 494 | – | – | – | – | – | |||
Totale baten baten-lastendiensten | 51 494 | ||||||||
Procentuele fout | 0,00% | ||||||||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F +O | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | |||||
3 | Liquide middelen | 5 | – | – | – | – | – | – |
5 | Uitgaven buiten begrotingsverband | 1 131 | – | – | – | – | – | – |
6 | Ontvangsten buiten begrotingsverband | 1 222 | – | – | – | – | – | – |
7 | Openstaande rechten | – | – | – | – | – | – | – |
8 | Extra-comptabele vorderingen | – | – | 12 | – | – | 12 | – |
9 | Extra-comptabele schulden | – | – | – | – | – | – | – |
10 | Voorschotten | 1 794 | – | – | – | – | – | – |
11 | Garantieverplichtingen | – | – | – | – | – | – | – |
12 | Openstaande verplichtingen | 3 044 | – | – | – | – | – | – |
13 | Deelnemingen | – | – | – | – | – | – | – |
Totaal beoordeeld | 7 196 | – | 12 | – | – | – | ||
* De tolerantiegrens wordt afgeleid van totaal beoordeeld | ||||||||
Totaal saldibalans | 7 196 | |||||||
Procentuele fout | 0,16% | Tolerantiegrens niet overschreden | ||||||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
F. Afgerekende voorschotten (€ x 1000)
Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Afgerekende voorschotten | 1 794 | – | – | – | – | – | – | ||
Totaal afgerekende voorschotten | 1 794 | – | – | – | – | – | |||
Totaal afgerekende voorschotten | 1 794 | ||||||||
Procentuele fout | 0,00% | ||||||||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
AZ | (Ministerie van) Algemene Zaken |
CW | Comptabiliteitswet 2001 |
DP&C | Dienst Publiek en Communicatie |
RVD | Rijksvoorlichtingsdienst |
VBTB | Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording |
WIV 2002 | Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 |
WRR | Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid |
WVO | Wet veiligheidsonderzoeken |
Hieronder vindt u in alfabetische volgorde een aantal veel voorkomende woorden en begrippen uit het rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Van iedere term wordt de betekenis omschreven. Waar relevant wordt ook het gebruik van de term in het onderzoek uitgelegd.
Cursief weergegeven woorden worden elders in de lijst nader toegelicht.
Uitgaven voor personeel en materieel die nodig zijn om het departement te doen functioneren, zoals salarisuitgaven, (onderhouds)uitgaven voor de huisvesting, overheaduitgaven. Andere uitgaven die een ministerie doet zijn programma-uitgaven.
Post in de balans van een baten-lastendienst met de activa (bezittingen) en passiva (eigen vermogen en schulden) van de dienst.
Een dienstonderdeel van een ministerie met een grotere zelfstandigheid dan andere departementale diensten. Deze grotere zelfstandigheid laat onverlet dat er sprake is van ministeriële verantwoordelijkheid en dat het budgetrecht van de Tweede Kamer van toepassing is.
Een baten-lastendienst heeft een afzonderlijke plaats in de begroting en de financiële verantwoording van het moederministerie. Ook voert een baten-lastendienst een eigen administratie, los van de begrotingsadministratie van het moederministerie. De term «basten-lastendienst» verwijst naar de boekhoudmethode die deze diensten hanteren, het baten-lastenstelsel.
Bij een stelsel van baten en lasten worden de opbrengsten en uitgaven voor een geleverde of ontvangen dienst verantwoord in het jaar waarin die dienst geleverd of ontvangen is. Deze methode verschilt van het kasstelsel, waarbij het moment van uitgeven of ontvangen bepalend is voor het moment waarop een post wordt opgenomen in de verantwoording.
Onder de bedrijfsvoering vallen alle processen die ervoor zorgen dat een ministerie kan functioneren: het financieel beheer en het materieelbeheer en de processen op het gebied van personeel, informatievoorziening, administratie, communicatie en huisvesting.
Bedrijfsvoeringsparagraaf/bedrijfsvoeringsinformatie
In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag van een ministerie verantwoordt de minister zich over (a) de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering (of het begrotingsgeld volgens de regels is uitgegeven), (b) de totstandkoming van de beleidsinformatie, (c) het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en (d) de overige aspecten van de bedrijfsvoering.
De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsrapportage: de minister meldt alleen fouten en onzekerheden in de begrotingsuitvoering die de tolerantiegrenzen overschrijden.
De Rijksbegroting bestaat uit de begrotingen van het Huis der Koningin, de Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten, alle ministeries en alle begrotingsfondsen. In totaal omvat de rijksbegroting 25 afzonderlijke hoofdstukken: de zogenoemde begrotingshoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een eigen begroting, een eigen jaarverslag en een eigen rapport bij het jaarverslag.
Begrotingsartikel/Beleidsartikel
Ieder begrotingshoofdstuk kent twee soorten begrotingsartikelen: beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen. In de beleidsartikelen geeft de minister een toelichting op de door hem te realiseren beleidsresultaten. Een beleidsartikel bestaat uit een overkoepelende (algemene) doelstelling, en indien van toepassing één of meer operationele doelstellingen, met bijbehorende prestatiegegevens. Aan niet-beleidsartikelen wordenverplichtingen, uitgaven en ontvangsten toegerekend die geen verband houden met het realiseren van beleidsdoelstellingen.
Beleidsinformatie in het jaarverslag is de informatie die de minister geeft over de gerealiseerde effecten als gevolg van het gevoerde beleid, de daartoe geleverde prestaties en de daarmee gemoeide kosten. De beleidsinformatie in het jaarverslag wordt ook wel niet-financiële informatie genoemd.
«Pas toe of leg uit». In het departementale jaarverslag moet de minister per operationele doelstelling informatie opnemen over de realisatie van de doelen van zijn beleid, de daartoe geleverde prestaties en de daarvoor uitgegeven middelen (comply). Sinds 2005 mag de minister afzien van het opnemen van concrete beleidsinformatie in zijn jaarverslag (motie-Douma c.s., 2005). Hij moet dan wel uitleggen waarom hij het niet zinvol of relevant acht om die informatie op te nemen (explain).
De Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) regelt de financiële gang van zaken binnen ministeries en tussen de ministers en het parlement. De CW 2001 schrijft ook de taken van de Algemene Rekenkamer voor. Deze wet draagt de Algemene Rekenkamer onder meer op om jaarlijks te onderzoeken of de jaarverslagen van de ministeries voldoen aan een aantal nader omschreven eisen.
Het financieel beheer van een ministerie is controleerbaar als de beheershandelingen duidelijk zijn vastgelegd, opdat de organisatie goed kan functioneren en opdat audits efficiënt kunnen worden uitgevoerd.
Deugdelijke/ondeugdelijke weergave
De in het jaarverslag opgenomen financiële informatie dient deugdelijk te zijn weergegeven. Dit houdt in dat de informatie betrouwbaar, aanvaardbaar en toereikend moet zijn, zodat de Tweede Kamer zich als gebruiker van die informatie een oordeel kan vormen over de uitkomsten.
Regels voor het openstellen van overheidsopdrachten voor leveranciers uit alle Europese lidstaten. De regels zijn gericht op een transparant aanbestedingsproces op basis van objectieve selectie- en gunningscriteria.
Het financieel beheer van een ministerie omvat het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor de minister (mede)verantwoordelijkheid draagt. Deze begripsomschrijving is gebaseerd op de Comptabiliteitswet 2001.
Financiële informatie betreft de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van een ministerie in de verantwoordingsstaat en de toelichting daarbij (en voor zover van toepassing: de baten, lasten, kapitaaluitgaven, kapitaalontvangsten en balansposten in de samenvattende verantwoordingsstaat van de onder een ministerie vallende baten-lastendiensten en de toelichting daarbij).
Financieel jaarverslag en saldibalans van het Rijk
Het Financieel jaarverslag van het Rijk en de saldibalans van het Rijk vormen tezamen de jaarlijkse financiële verantwoording van het Rijk. Het Financieel jaarverslag van het Rijk bevat de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk, die aansluit op de in de departementale en niet-departementale jaarverslagen opgenomen verantwoordingsstaten. De saldibalans van het Rijk sluit aan op de departementale saldibalansen. Beide documenten worden opgesteld door de minister van Financiën.
Fouten zijn afwijkingen van de criteria rechtmatigheid en deugdelijke weergave. We spreken van een fout als bepaalde verplichtingen, uitgaven of ontvangsten onrechtmatig zijn (de minister heeft het geld niet uitgegeven of ontvangen volgens de daarvoor geldende wetten en regels) of ondeugdelijk zijn weergegeven (de minister heeft de financiële informatie niet juist of volledig verantwoord).
Bij de rijksoverheid bestaat het jaarverslag uit verantwoordingsinformatie over:
(a) beleidsinformatie: het door het departement gevoerde beleid;
(b) financiële informatie: de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het departement en voor zover van toepassing de baten, lasten, kapitaaluitgaven, kapitaalontvangsten en balansposten van de onder een ministerie vallende baten-lastendiensten;
(c) bedrijfsvoeringsinformatie: het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer (bedrijfsvoeringsinformatie).
Zie beleidsinformatie.
Onvolkomenheid/ernstige onvolkomenheid
De Algemene Rekenkamer spreekt van een «onvolkomenheid» wanneer sprake is van een overschrijding van de kwalitatieve tolerantiegrenzen die zij hanteert bij de beoordeling van de bedrijfsvoering van een departement. Of een onvolkomenheid als «ernstig» wordt gekwalificeerd hangt af van de frequentie van voorkomen en de zwaarte van de onvolkomenheid.
De Algemene Rekenkamer kwalificeert financiële informatie als «onzeker» wanneer zij door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kan vaststellen of bepaalde verplichtingen, uitgaven of ontvangsten rechtmatig zijn of deugdelijk zijnweergegeven.
Het financieel beheer is ordelijk als het is opgezet volgens adequate, in de administratieve organisatie vastgelegde, procedureregels en functioneert in overeenstemming met die procedureregels.
Operationele doelstellingen zijn een nadere uitwerking van de algemene beleidsdoelstelling die bij een beleidsartikel hoort.
Overdrachtsuitgaven zijn uitgaven aan personen of instellingen in de vorm van – onder andere – subsidies en (specifieke) uitkeringen, waarvoor geen tegenprestaties in de vorm van levering van goederen of diensten worden gevraagd.
Prestatiegegevens zijn kwantitatieve of kwalitatieve indicatoren waarmee de minister inzicht biedt in de door hem gerealiseerde beleidsresultaten. Onder prestatiegegevens kunnen zowel effect(indicator)en als informatie over de prestaties van de overheid worden verstaan.
Programma-uitgaven zijn alle uitgaven die de minister doet in het kader van de uitvoering van zijn beleid, met uitzondering van de apparaatsuitgaven.
Norm waaraan het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties, alsmede de financiële informatie in het jaarverslag moeten voldoen. Voor de financiële informatie houdt dit in dat zij tot stand is gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en met andere van toepassing zijnde wetten en wettelijke regelingen.
De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het einde van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Het gaat hierbij om posten als: vorderingen, voorschotten, schulden en openstaande verplichtingen.
De slotwet is de laatste wet in de begrotingscyclus, waarmee de geraamde uitgaven, verplichtingen en ontvangsten formeel in overeenstemming worden gebracht met de uiteindelijke realisaties. De slotwet wordt gelijk met het jaarverslag aangeboden aan de Tweede Kamer.
Tolerantiegrenzen worden zowel door de ministers als door de Algemene Rekenkamer gehanteerd om te bepalen welke fouten en onzekerheden worden gerapporteerd in respectievelijk de bedrijfsvoeringsparagraaf van de departementale jaarverslagen en in de rapporten bij de jaarverslagen van de Algemene Rekenkamer.
Op voorstel van de minister van Financiën en met instemming van de Algemene Rekenkamer en de Tweede Kamer wordt in 2007 en 2008 een experiment uitgevoerd met verruimde tolerantiegrenzen. In ons rapport Rijk verantwoord 2007 en op www.rekenkamer.nl staat een overzicht van de (aangepaste) tolerantiegrenzen.
De presentatie van de informatie in het jaarverslag moet voldoen aan de verslaggevingseisen zoals die zijn opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften.
In de verantwoordingsstaat in het jaarverslag worden per begrotingsartikel de gerealiseerde bedragen van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
In de samenvattende verantwoordingsstaat van de baten-lastendiensten staan de baten, de lasten, het saldo van baten en lasten, de kapitaaluitgaven en de kapitaalontvangsten van de baten-lastendiensten die onder het ministerie vallen.
Een verplichting is een juridische verbintenis die (a) ontstaat op grond van een verdrag, een wet, een koninklijk besluit, een ministeriële regeling, een beschikking, een verbintenis of een op een controleerbare wijze vastgelegde afspraak tussen dienstonderdelen en die (b) tot uitgaven leidt of kan leiden.
Onder een voorschot wordt verstaan (a) een vooruitbetaling door het Rijk in verband met door een derde aan het Rijk te leveren producten, te verlenen diensten of te verrichten werken; of (b) een vooruitbetaling van het Rijk op een aan een derde verstrekte aanspraak op een subsidie, bijdrage of lening of op een aanspraak uit hoofde van een verstrekte garantie.
Ministerie van Algemene Zaken (2006). Brief van de Minister-president, minister van Algemene Zaken. Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 949, nummer 53. Den Haag: Sdu.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31444-III-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.