31 444 E
Jaarverslag en slotwet Spaarfonds AOW 2007

nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 juni 2008

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag Spaarfonds AOW 2007 (Kamerstuk 31 444 E, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 12 juni 2008 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

De Wit

Adjunct-griffier van de commissie,

Van de Wiel

1

Hoe werkt het AOW Spaarfonds precies? Het gaat om een fictief fonds waar geen vermogen in zit en de transacties zijn louter administratief. Hoe wordt dit fonds gevuld? Waar komen de «fictieve» gelden vandaan? Hoe werken de trekkingen vanaf 2020? Waar gaan deze naartoe?

Het AOW-spaarfonds wordt gevoed met een jaarlijks oplopende rijksbijdrage en rente. De middelen worden aangewend ter reductie van de EMU-schuld. Dit betekent dat per saldo het EMU-saldo niet wordt belast en er ook feitelijk geen kapitaal wordt gevormd. Vanaf 2020 zullen er trekkingen op het spaarfonds plaatsvinden ten behoeve van het fonds, waaruit de AOW-uitgaven worden gefinancierd. De trekking op het spaarfonds komt ten laste van het EMU-saldo en -schuld.

Met het spaarfonds heeft het kabinet willen aangeven dat een volwaardig AOW-basispensioen in de toekomst maatschappelijk wenselijk is. Bovendien streeft het kabinet naar een EMU-overschot van 1% in 2011 en worden langere termijn maatregelen voorbereid. Dit brengt een houdbare overheidsfinanciën voor de lange termijn binnen bereik, waarbinnen de oplopende AOW-uitgaven in de toekomst kunnen worden opgevangen.

2

Het Spaarfonds AOW zal de kosten van de vergrijzing niet opvangen. Welke plannen heeft de regering om deze problematiek wel aan te pakken?

Zoals hierboven reeds is aangegeven streeft het kabinet naar een EMU-overschot van 1% in 2011. Een overschot helpt bij het daadwerkelijk terugbrengen van de EMU-schuld waardoor rentelasten worden vrijgespeeld die kunnen worden ingezet voor de opvang van de kosten van de vergrijzing. Via de stortingen in het spaarfonds wordt deze beleidsinzet transparant.

Daarnaast streeft het kabinet, mede op advies van de SER, naar een arbeidsparticipatie van 80% die het kabinet wil bereiken in 2016. Met deze participatiedoelstelling beoogt het kabinet een forse versterking van het economisch draagvlak zodat ook langs deze weg belangrijk wordt bijgedragen aan de opvang van de kosten van de vergrijzing. De Commissie Bakker zal binnenkort advies uitbrengen over het beleid dat daarvoor nodig is.

3

Zijn er tijdens deze kabinetsperiode wijzigingen aangebracht in het beleid ten aanzien van het AOW Spaarfonds? Zo ja, welke en waarom?

Nee, er zijn geen wijzigingen aangebracht in het beleid ten aanzien van het AOW spaarfonds.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GL), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Timmer (PvdA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GL), Heerts (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), Smilde (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Uitslag (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Cramer (CU), Biskop (CDA), Kamp (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).

Naar boven