31 441
Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GENT

Ontvangen 24 september 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 36, onder vernummering van de overige leden, een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt het minimumbedrag van de langdurigheidstoeslag vastgesteld, welk bedrag kan verschillen per categorie belanghebbenden. Artikel 39, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

De indiener vindt dat het rijk het (minimum)niveau van de langdurigheidstoeslag moet vastleggen, in plaats van dit, zoals wordt voorgesteld in voorliggend wetsvoorstel, aan gemeenten over te laten. Terecht wordt in de memorie van toelichting gesteld dat de rijksoverheid verantwoordelijk is voor het inkomensbeleid. De langdurigheidstoeslag is hiervan, naar de mening van de indiener onlosmakelijk onderdeel van.

Voorgesteld wordt om de hoogte van de toeslag, of althans de bodem hiervan, bij AMvB vast te leggen. Dit maakt het eenvoudig om deze desgewenst jaarlijks aan te passen. Ook kunnen de bedragen in deze AMvB worden uitgesplitst naar groepen minima (alleenstaanden, alleenstaande ouders en (echt)paren).

Van Gent

Naar boven