nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 27 januari 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2 wordt onder vernummering van het tweede en derde lid tot
derde en vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
2. De gemeenteraad stelt bij verordening regels vast omtrent de inrichting
van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering
door die voorziening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.
B
Het derde lid van artikel 2 komt te luiden:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen eisen worden gesteld
aan de inrichting van de antidiscriminatievoorziening en de uitvoering door
die voorziening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.
Toelichting
Door deze nota van wijziging wordt een grondslag in het wetsvoorstel
gecreëerd voor de opdracht aan de gemeenteraad om bij verordening regels
vast te stellen over de inrichting van de antidiscriminatievoorziening en
uitvoering van de taken klachtbehandeling en registratie.
Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag (blz. 8) is aangegeven,
gaan wij uit van vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van de decentrale
overheden. Daarom worden bij algemene maatregel van bestuur de kaders aangegeven
waarbinnen de gemeenteraden ruimte krijgen voor maatwerk. Dit past naar ons
oordeel uitstekend in de filosofie «decentraal wat decentraal kan».
Het Rijk streeft er naar de decentrale overheden zoveel mogelijk ruimte te
geven voor maatwerk.
Daarom zullen wij in de algemene maatregel van bestuur alleen de
minimale randvoorwaarden voor een antidiscriminatievoorziening neerleggen.
De gemeenteraad kan dan binnen deze randvoorwaarden bij verordening regels
stellen over de nadere invulling van de antidiscriminatievoorzieningen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. Ter Horst
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. E. Van der Laan