31 436
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het verbeteren en versterken van de vaststelling van de identiteit van verdachten, veroordeelden en getuigen (Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen)

nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 september 2008

In artikel I, onder H, van het voorstel van wet wordt in het voorgestelde artikel 55c, tweede lid, «een verdachte die is aangehouden wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid,» vervangen door: een verdachte die is aangehouden wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, of die wordt verhoord wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, zonder dat hij is aangehouden.

Toelichting

Het in artikel I, onder H, voorgestelde artikel 55c, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering voorziet er in dat een opsporingsambtenaar van een ieder die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, bij aanhouding steeds foto’s en vingerafdrukken neemt. De onderhavige nota van wijziging heeft tot doel deze verplichting uit te breiden tot iedere verdachte die wordt verhoord wegens een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is, maar die niet voor dat misdrijf is aangehouden. Ook ten aanzien van hen is het bij nader inzien van belang dat met het oog op een deugdelijke vaststelling van hun identiteit altijd een of meer foto’s en vingerafdrukken worden genomen.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven