31 430
Tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende activiteiten van samenwerkende ondernemers mede in het publiek belang (Experimentenwet BGV-zones)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 september 2008

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, derde lid, vervalt de aanduiding «(bijdrageplichtigen)».

B

a. In artikel 6, eerste lid, wordt «zodra»vervangen door: als.

b. In artikel 6, derde lid, vervalt de puntkomma aan het slot van onderdeel a.

Toelichting

De nota van wijziging strekt tot verduidelijking van het wetsvoorstel op een technisch punt. De gemeente kan bij verordening bepalen dat de waarde van een bepaalde onroerende zaak buiten aanmerking blijft (overeenkomstige toepassing van art. 220d, eerste lid, onder i, van de Gemeentewet) en kan bijvoorbeeld van bepaalde categorieën niet-woningen of voor bepaalde sectoren op grond van artikel 2, derde lid, van het wetsvoorstel het tarief op 0 stellen. Een BGV-bijdrage wordt in die gevallen niet geheven. De aanduiding «bijdrageplichtigen» in combinatie met de omschrijving in artikel 1, derde lid, zou aanleiding kunnen geven tot verwarring over de vraag of gebruikers die krachtens de verordening niet bijdrageplichtig zijn niet toch op grond van de wet moeten worden aangemerkt als bijdrageplichtige voor de toepassing van de artikelen 4, 5 en 6 inzake de uitvoering van het draagvlakonderzoek. Door deze aanduiding te schrappen wordt verduidelijkt dat niet een formele dwingende definitie van de groep «bijdrageplichtigen» is beoogd, maar dat dit begrip materieel ingevuld moet worden met inachtneming van de verordening: bijdrageplichtigen zijn degenen die na inwerkingtreding van de verordening daadwerkelijk een bijdrage zullen zijn verschuldigd.

Van de gelegenheid is voorts gebruik gemaakt de redactie van artikel 6 op een tweetal ondergeschikte punten te verbeteren (onderdeel B).

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven