31 412
Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de Nota frequentiebeleid 2005

nr. 4
NADER RAPPORT1

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 3 april 2008, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Economische Zaken.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 oktober 2007, nr. 07.003471, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 december 2007, nr. W10.07.0388/III, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt een vijfde lid aan artikel 3.24 toe te voegen, waarin is geregeld dat aan een medegebruiker die voor zijn medegebruik afhankelijk is van een andere medegebruiker slechts een redelijke vergoeding voor zijn medegebruik in rekening gebracht mag worden. De memorie van toelichting is dienovereenkomstig aangepast. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in een aantal wetten de verwijzingen naar de Telecommunicatiewet aan te passen.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven