31 412 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de Nota frequentiebeleid 2005

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2010

De Vaste Commissie voor Economische Zaken van uw Kamer heeft mij verzocht om een reactie op de recente uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) inzake de vernietiging van de OPTA-besluiten over openstelling van de kabelmarkt.

OPTA is er in haar besluit van uitgegaan dat de concurrentie plaatsvindt op regionale markten. Kabelexploitanten hebben in beroep aangevoerd dat OPTA uit had moeten gaan van één nationale markt. Het CBb geeft aan dat OPTA niet voldoende gemotiveerd heeft waarom er sprake zou zijn van regionale markten. Het CBb heeft de besluiten om die reden vernietigd waardoor de toegangsverplichtingen die OPTA had opgelegd zijn vervallen. Tegen de uitspraak van het CBb is geen beroep mogelijk.

OPTA heeft aangekondigd dat ze een nieuwe marktanalyse uit zal voeren en op basis daarvan nieuwe besluiten zal nemen. Een dergelijke zorgvuldige aanpak lijkt mij verstandig. OPTA streeft ernaar zo snel mogelijk alle procedures te doorlopen en verwacht binnen een jaar een nieuw marktanalysebesluit te nemen. Ik wacht de nieuwe besluiten van OPTA af evenals de uitkomsten van een eventuele rechterlijke toetsing van die besluiten.

Ik hoop dat er zo spoedig mogelijk duidelijkheid zal komen over de regulering van de kabelsector. Dat is belangrijk voor alle partijen.

Verder heb ik een dringend beroep gedaan op de betrokken marktpartijen om er voor te zorgen dat de klanten die al waren overgestapt naar Tele2 in ieder geval geen problemen zullen ondervinden door de ontstane situatie. In gesprekken die met de betrokken partijen zijn gevoerd hebben zij aangegeven dat ze goede afspraken hebben gemaakt. Ik zal dat nauwlettend blijven volgen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven