Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2023
Op 26 oktober jl. is de accreditatie van het Nederlands Bureau Keuringen Binnenvaart
(NBKB) door de Raad voor Accreditatie (RvA) geschorst. Het NBKB is een keuringsinstantie
in de binnenvaart. Vanaf datum van schorsing mag het NBKB geen keuringen aan schepen
uitvoeren. Dit heeft implicaties voor de binnenvaart, waaronder ook de historische
zeilvaart, waar ik de Kamer over wil informeren. De ILT is vanaf het moment dat duidelijk
werd dat het NBKB zou worden geschorst in gesprek gegaan met betrokken partijen om
te zoeken naar oplossingen.
Direct gevolg van de schorsing van het NBKB
Het NBKB is geschorst en heeft de mogelijkheid de schorsing op te laten heffen door
het nemen van maatregelen die de reden van de schorsing opheffen. De RvA beoordeelt
instanties op hun competenties, consistentie in de bedrijfsuitoefening en onpartijdigheid
en onafhankelijkheid. De reden van deze schorsing vloeit voort uit gebreken in de
borging van de onpartijdigheid en gebreken in de bedrijfsuitoefening.
Het NBKB heeft meermaals de mogelijkheid gehad de gebreken op te lossen, maar is hier
niet tijdig in geslaagd. Hierop heeft de RvA een bestuurlijk gesprek gehad met de
directie van het NBKB, waarna het bestuur van de RvA heeft besloten het NBKB te schorsen
voor een maximale termijn van zes maanden. In deze periode van zes maanden heeft het
NBKB eenmalig de mogelijkheid bewijzen aan te leveren die de gebreken oplossen. Indien
het NBKB er niet tijdig in slaagt de schorsing op te laten heffen, volgt intrekking
van de accreditatie.
Sinds 26 oktober jl. mag het NBKB geen onderzoek meer uitvoeren in de binnenvaart.
Daarmee treft dit alle schippers die op dit moment in een certificeringstraject zitten
bij het NBKB of hier in de komende 6 maanden mee hadden willen starten.
Het hebben van een geldige accreditatie is voorwaarde om aangewezen te worden voor
het verrichten van onderzoek ten behoeve van certificering. Artikel 3.32 van de Binnenvaartregeling
zegt dat de Minister de aanwijzing kan intrekken op het moment dat niet meer aan deze voorwaarden wordt voldaan.
Het gaat hier nadrukkelijk om een kan-bepaling waar ik op dit moment in het belang van de binnenvaartschippers geen gebruik
van zal maken. Het schorsen door de RvA zorgt er namelijk al voor dat het NBKB haar
belangrijkste werkzaamheden (het doen van keuringen) niet meer kan uitvoeren. Door
het niet intrekken van aanwijzing en mandaat zal de markt ook direct weer door het
NBKB bediend kunnen worden op het moment dat de RvA de schorsing van de accreditatie
intrekt.
Situatie in de markt
Het NBKB heeft een marktaandeel van 62%; 7940 binnenvaartschepen vallen onder hun
keuring. De overige keuringsinstanties (Register Holland 18% en Bureau Scheepvaart
Certificering 7%), hebben op dit moment onvoldoende capaciteit om alle schepen die
op zoek moeten naar een andere partij volledig op te vangen.
Naast de 3 keuringsinstanties zijn er ook 3 klassenbureaus (samen goed voor 13% van
de markt) actief in de binnenvaart. Deze certificeren doorgaans alleen schepen die
(verplicht) onder klasse gecertificeerd moeten worden. Zij hebben aangegeven niet
of nauwelijks extra capaciteit beschikbaar te hebben.
Vervolgtraject
Doordat het NBKB aangewezen blijft als keuringsinstantie kunnen zij zelf nog enkele
werkzaamheden voortzetten. Het gaat hier nadrukkelijk om administratieve werkzaamheden
die geen keuring meer op een schip vragen zoals het aanpassen van eigenaar of adres.
Ook wordt het NBKB in staat gesteld om schepen waar de volledige keuring van is afgerond
nog wel te kunnen certificeren. Hiermee wordt voorkomen dat deze schippers het schip
opnieuw moeten aanbieden bij een andere partij en daardoor vertraging oplopen in hun
certificering. De ILT zal op deze dossiers een risicogerichte check uitvoeren, waarbij
wordt gekeken of NBKB haar onderzoek juist en volledig heeft uitgevoerd.
Schippers waar het schip nog in onderzoek was bij NBKB of waar het plan was dit schip
in de komende maanden bij het NBKB aan te bieden voor onderzoek wordt aangeraden zich
te melden bij de andere keuringsinstanties. De ILT gaat hierover met de andere instanties
in gesprek. Hierbij wordt ook de mogelijkheid bekeken om in bijzondere gevallen op
basis van de binnenvaartregeling, het certificaat voor een periode van 6 maanden te
verlengen.
Het streven is om de scheepvaart op een veilige manier door te laten varen. Daarnaast
zullen de komende maanden worden gebruikt om (onafhankelijk van accreditatie van het
NBKB) te werken aan een duurzaam stelsel voor de binnenvaart.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers