Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2023
Vorig jaar vonden twee zeer ernstige ongevallen op historische zeilschepen plaats.
Op 27 mei 2022 kwam een 79-jarige man om het leven en raakte een vrouw zwaargewond
op het historisch zeilschip Wilhelmina. Op 31 augustus 2022 overleed een 12-jarige
scholiere op het historisch zeilschip Risico.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (hierna Onderzoeksraad) deed eerder onderzoek naar
de veiligheid op historische zeilschepen. Dit naar aanleiding van een dodelijk ongeval
in 2016 op het historisch zeilschip Amicitia. In 2017 heeft de Onderzoeksraad daarover
het onderzoeksrapport «Mastbreuk Harlingen»1 gepubliceerd. Het opvolgingsonderzoek moest uitwijzen in hoeverre de aanbevelingen
uit 2017 in de praktijk zijn opgevolgd. Dit opvolgingsonderzoek «Veiligheid historische
zeilvloot» is nu gereed en treft u bij deze brief aan.
De conclusies zijn glashelder. Alle betrokken partijen hebben gezamenlijk niet de
veiligheid geboden die opvarenden mogen verwachten. Dat vind ik erg en raakt mij diep.
Ook mijn ministerie, inclusief de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), heeft,
ondanks dat dit was toegezegd, te weinig gedaan om de aanbevelingen uit het rapport
van 2017 op te volgen. Dit is pijnlijk en niet wat mensen mogen verwachten van hun
overheid. Ik voel daarvoor verantwoordelijkheid. Om die reden heb ik mijn excuses
aan de nabestaanden en betrokkenen aangeboden.
Conclusie en vervolg
Ik ben de Onderzoeksraad zeer erkentelijk voor het gedegen onderzoek. Ik onderschrijf
de conclusies en neem de aanbevelingen over. De ingezette acties hebben onvoldoende
navolging gekregen. Het vandaag gepubliceerde onderzoek geeft concrete aanbevelingen
om dit alsnog vorm te geven. Zo roept de Onderzoeksraad op tot een betere samenwerking
tussen alle betrokken partijen. Het ministerie moet daarin de regie nemen.
Ik zal er op toezien dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Daarom heb ik de
opdracht gegeven om een taskforce onder de hoogste ambtelijke leiding van mijn ministerie
te starten.
De deelnemers aan de taskforce zijn in ieder geval de belangrijkste partners in de
keten: schippers in de beroepschartervaart, de branche, keuringsinstanties, de Raad
voor Accreditatie en de ILT. Er is vanuit het ministerie contact geweest met deze
partijen en zij zijn doordrongen van de urgentie om dit gezamenlijk op te pakken.
Zij hebben hun deelname aan de taskforce inmiddels aan mij bevestigd.
De taskforce moet concreet maken wat de vervolgacties zijn en hoe deze op korte termijn
opgepakt kunnen worden zodat de veiligheid van de historische zeilvloot aantoonbaar
verbetert. Om de voortgang te volgen sta ik in direct contact met de taskforce.
Parallel aan het werk van de taskforce ga ik zelf met alle betrokkenen, van schipper
tot de ILT, om tafel en wil ik door middel van gesprekken en bezoeken direct op de
hoogte blijven van de ontwikkelingen en vorderingen.
Het huidige vaarseizoen is nog niet afgelopen en loopt tot november 2023. Ik begrijp
dat mensen zich de vraag stellen of zij nog wel mee kunnen varen met een historisch
zeilschip. De ILT bespreekt daarom aanstaande donderdag 28 september met schippers
en betrokken rederijen wat hen nu te doen staat om de risico’s te beperken voor dit
vaarseizoen. Daarnaast geeft de ILT in zijn inspecties de komende maand extra prioriteit
aan schepen van de historische zeilvloot.
De Onderzoeksraad verwacht normaliter binnen zes maanden een kabinetsreactie op het
onderzoek. Deze wil ik echter binnen twee maanden met de Onderzoeksraad en uw Kamer
delen. Het volgende vaarseizoen start namelijk al in april 2024. Ik vind het belangrijk
dat mensen dan met een gerust gevoel aan boord kunnen gaan van een historisch zeilschip.
Daarom vraag ik de taskforce om binnen twee maanden de concrete vervolgacties uitgewerkt
te hebben, zodat de eerste maatregelen voor het volgende vaarseizoen geëffectueerd
zijn. Deze vervolgacties zal ik, als onderdeel van de kabinetsreactie, met uw Kamer
delen.
U kunt van mij verwachten dat ik alles op alles zet zodat onze historische zeilvloot
het volgende vaarseizoen veiliger gebruikt kan worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers