Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2012
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Economische Zaken en de minister
van Infrastructuur en Milieu, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie
voor Infrastructuur & Milieu van 25 oktober 2012 inzake Eems-Dollard onderhandelingen
tussen Nederland en Duitsland.
Op Nederlands initiatief wordt sinds medio 2012 met Duitsland onderhandeld over een
territoriale bevoegdheidsverdeling tussen 3 en 12 zeemijlen in de territoriale zee
ten noorden van de Eemsmonding. Duitsland toont zich ontvankelijk voor een dergelijke
bevoegdheidsverdeling voor de meeste economische activiteiten en wil tegelijkertijd
andere manieren om het gebied te beheren (bijvoorbeeld gezamenlijk scheepvaart management)
niet uitsluiten. Hier staat Nederland op zijn beurt voor open.
De voorgestelde bevoegdheidsverdeling – dat wil zeggen Nederland bevoegd ten westen
van de lijn, Duitsland ten oosten van de lijn – is er op gericht duidelijkheid te
verschaffen aan alle actoren in het gebied over welk land en welke instantie waar
bevoegd is. Met deze verdeling enerzijds en goed omschreven samenwerking anderzijds
wordt efficiënte samenwerking tussen private partijen en (uitvoerende) overheidsdiensten
in het gebied gefaciliteerd.
Tijdens de onderhandelingen is duidelijk geworden dat scheepvaart en aan scheepvaart
gerelateerde zaken de belangrijkste thema's zijn; hierover moeten tussen Nederland
en Duitsland goede afspraken worden gemaakt. De hoofdonderhandelaars hebben twee werkgroepen
van experts ingesteld, één voor scheepvaart en één voor overige activiteiten, die
zich verder in de materie gaan verdiepen en op korte termijn zullen rapporteren.
Het streven is om eind 2013 met Duitsland overeenstemming te hebben over een verdragstekst
waarin het bovenstaande is vastgelegd.
De minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans