Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2011
Met genoegen, doe ik u hierbij ter informatie het jaarverslag toekomen van het «Paris Memorandum of Understanding on Port
State Control»1.
Het «Paris Memorandum of Understanding on Port State Control» is een internationale overeenkomst, die door middel van een
geharmoniseerd systeem van havenstaatcontrole, beoogt de vaart van zeeschepen onder buitenlandse vlag te voorkomen indien
deze niet voldoen aan de maatstaven, neergelegd in een aantal internationale maritieme veiligheidsverdragen. Bij dit Memorandum,
gesloten te Parijs op 26 januari 1982 en in werking sedert 1 juli 1982, zijn de maritieme autoriteiten van 27 lidstaten, waaronder
Nederland, aangesloten.
Op grond van sectie 7.4 van het Memorandum voorziet het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Milieu in een permanent
secretariaat ten behoeve van de doelmatige werking van het Memorandum. In die zin publiceert het secretariaat een jaarverslag
waarin naast verslaglegging over diverse activiteiten, die in het kader van het Memorandum hebben plaatsgenomen, tevens een
statistisch overzicht wordt gegeven van de resultaten van havenstaatcontrole. Dit secretariaat is ondergebracht bij de Inspectie
Verkeer en Waterstaat.
In de loop der jaren is het jaarverslag van het Memorandum uitgegroeid tot een gezaghebbend, veel geciteerd document in de
scheepvaartwereld. Met name de «Black, Grey and White List»van vlaggenstaten en de «RO List», een lijst van Erkende Klassenbureaus
die als vertegenwoordiger van vlaggenstaten kunnen optreden, die in het jaarverslag zijn opgenomen, mogen zich in een grote
belangstelling van de zijde van het internationale maritieme bedrijfsleven en van de vakpers verheugen.
De lijsten worden door de Europese Commissie erkend als een maatstaf voor kwaliteit van het scheepsregister. Nederland is
met 4 plaatsen gestegen naar de 5e plaats van landen met het beste veiligheidsresultaat over een periode van 3 jaar.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus