31 409 Zee- en binnenvaart

Nr. 269 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN DER GRAAF C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 265

Voorgesteld 17 december 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een kuststaat op basis van het VN-zeerechtverdrag bevoegd is om op basis van kustbescherming, veiligheid en milieurisico's voorwaarden te stellen aan de doortocht van schepen in haar territoriale wateren,

constaterende dat de OVV in haar onderzoek naar de ramp met de MSC Zoe een tussentijdse waarschuwing heeft afgegeven voor het varen met zeer grote schepen op de zuidelijke vaarroute nabij de Waddeneilanden;

overwegende dat de ramp met containerschip MSC Zoe zeer aanzienlijke ecologische schade met zich heeft meegebracht binnen de Nederlandse territoriale wateren;

overwegende dat het stormseizoen aanstaande is en er uit voorzorg voor de veiligheid, voor de leefbaarheid op de eilanden en om nieuwe schade aan het kwetsbare natuurgebied te voorkomen zo snel mogelijk actie ondernomen moet worden;

verzoekt de regering, te bezien of, en zo ja hoe, zij bij wijze van een noodmaatregel grote containerschepen met afmetingen vergelijkbaar met die van de MSC Zoe kan verbieden om de zuidelijke vaarroute boven de Waddeneilanden te bevaren tijdens een storm, en de Kamer hierover binnen twee weken te informeren;

verzoekt de regering tevens, de mogelijkheden te onderzoeken om de zuidelijke vaarroute permanent af te sluiten voor grote containerschepen, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Graaf

Schonis

Kröger

Laçin

Gijs van Dijk

Van Esch

Naar boven