31 409 Zee- en binnenvaart

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2016

In het AO scheepvaart van 10 juni 2014 (Kamerstuk 31 409, nr. 65) heb ik aan uw Kamer toegezegd het inzamelsysteem voor overig scheepsbedrijfsafval (waaronder huisvuil) in de binnenvaart te evalueren. De motie van de leden De Boer en Jacobi (Kamerstuk 31 409, nr.86) is in dit onderzoek meegenomen. De evaluatie is uitgevoerd door het adviesbureau REBEL en is nu afgerond. Het rapport treft u hierbij aan1.

Ik heb Rebel gevraagd te zoeken naar mogelijkheden voor verbetering van het huidige systeem binnen de randvoorwaarden van kostendekkendheid en het principe «de vervuiler betaalt». Rebel heeft zijn onderzoek gebaseerd op interviews met betrokkenen van verschillende zijden en een online enquête onder gebruikers en niet-gebruikers. Deze enquête had bijna 1.000 respondenten. De evaluatie is begeleid door een klankbordgroep met ook vertegenwoordigers van BLN-Schuttevaer, CBRB en een persoon namens de abonnementhouders. Ook ASV en VIBIA zijn betrokken geweest via tussentijdse gesprekken.

Het rapport levert bruikbare suggesties om het bestaande abonnementensysteem te verbeteren. Ik neem de aanbeveling uit het rapport over om samen met de sector te bepalen welke verbeteringen door de binnenvaartgebruikers het meest gewenst zijn, en haalbaar zijn binnen het uitgangspunt van kostendekkendheid.

Het is mijn voornemen het overleg met de sector zo snel mogelijk op te starten, en gezamenlijk de maatregelen zorgvuldig uit te werken. Ik zal u over de voortgang aan het einde van het jaar informeren.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven