Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2016
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit opleidingen
en bevoegdheden nautische beroepsoefenaren in verband met het schrappen van de maximum
leeftijd voor noordzeeloodsen, wijziging van het Besluit spoorweginfrastructuur in
verband met actualisering van verwijzingen, aanpassing van het Binnenvaartpolitiereglement in verband met het gebruik van spudpalen alsmede een technische wijziging
en wijziging van het Scheepvaartreglement territoriale zee en het Scheepvaartreglement
Westerschelde 1990 in verband met de aanpassing van de aanloopgebieden Rotterdam en
Scheldemonden1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
in artikel 52, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Ter voldoening aan artikel 52, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet is het ontwerpbesluit
in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen
30 dagen wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Op grond van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn
in verband met het Meireces van uw Kamer verlengd tot 17 juni 2016.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus