31 392
Wijziging van de Kieswet in verband met het verlenen van het kiesrecht voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement aan alle Nederlanders die in de Nederlandse Antillen en Aruba woonachtig zijn

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I Voorstel van wet

Geen wijzigingen.

II Memorie van toelichting

1. In plaats van de bewoordingen «Nederlanders die in een derde land wonen», «Nederlanders woonachtig in een derde land» en «Nederlanders in een derde land» werd in het Algemeen deel telkens de volgende bewoording gebruikt: Nederlanders in het buitenland.

2. Onder het kopje Opties na de uitspraak van de Raad van State, onder 2. Kiesrecht voor de (Europese) verkiezingen koppelen aan een tijdsbepaling (aantal jaar dat men in Nederland heeft gewoond of aantal jaar dat men uit Nederland is vertrokken), luidde de passage «Nederlandse kiesgerechtigden in een derde land»: Nederlandse kiesgerechtigden in het buitenland.

3. Onder het kopje Uitvoeringsaspecten was na de tweede alinea een alinea opgenomen, die luidde: Overigens wijs ik er op dat in het kader van de eventuele introductie van een permanente registratie van niet-ingezetenen de registratie van kiezers in het buitenland aan herziening zal worden onderworpen. Mocht besloten worden tot een regeling waarbij alle niet-ingezetenen automatisch voor de stemming worden uitgenodigd zonder voorafgaande registratie, dan zal dat uiteraard ook gelden voor de inwoners van de Nederlandse Antillen en Aruba.

4. Onder het kopje Uitvoeringsaspecten luidde de passage «Indien veel kiezers op de Antillen en Aruba zich registreren kan overwogen worden om aldaar extra briefstembureaus op meerdere locaties te openen. De huidige regelgeving biedt hiertoe nu al mogelijkheden.»: De groep die hiervan gebruik maakt neemt de laatste jaren echter gestaag af. Ik overweeg dan ook om de regeling met betrekking tot het instellen van briefstembureaus in het buitenland te herzien.

5. Onder het kopje Uitvoeringsaspecten luidde de passage «Met name dit laatste punt ... ook omvangrijk»: Met name dit laatste punt zou een mogelijke rechtvaardigingsgrond kunnen opleveren. Voor de andere twee argumenten geldt dat naar mijn oordeel niet; immers een groot deel van de Nederlandse kiesgerechtigden in het buitenland is daar permanent woonachtig als gevolg van emigratie en in sommige gebieden, bijvoorbeeld in de grensstreek met België en Duitsland, is het aantal Nederlandse kiesgerechtigden ook omvangrijk.

6. De laatste alinea onder het kopje Uitvoeringsaspecten eindigde na «Uiteraard zullen de extra kosten die de gemeente Den Haag in verband hiermee maakt, worden vergoed».

7. De tekst onder het kopje Administratieve lasten luidde: De gekozen regeling, te weten verplichte registratie vooraf en stemmen volgens de voor kiezers in het buitenland beschikbare methoden brengt voor de burgers op de Nederlandse Antillen en Aruba een zekere mate van administratieve lasten met zich mee. Men moet zich immers vooraf registeren. Daartegenover staat dat kiezers buiten Nederland bij de vorige Tweede Kamer- en Europees Parlementsverkiezingen hun stem via internet konden uitbrengen. Zowel het stemmen per brief als per internet betekent een geringer tijdbeslag voor de burger dan een gang naar het stemlokaal. De Adviescommissie inrichting verkiezingsproces heeft geadviseerd voor Nederlanders in het buitenland internetstemmen als reguliere stemmethode te introduceren, overigens met handhaving vooralsnog van de mogelijkheid om per brief te stemmen1. Ook beveelt de commissie aan de registratie voor kiezers uit het buitenland makkelijker te maken. Ook mijn voorganger heeft in zijn brief aan de Tweede Kamer van 6 februari over kiezers in het buitenland al aangekondigd dat hij zich zal inspannen om de registratieprocedure te versoepelen (Kamerstukken II 30 800 VII, nr. 37). Ik neem die toezegging gaarne over. Ik zal echter pas in het kader van de implementatie van het rapport van de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces concrete voorstellen hiervoor ontwikkelen.

De uitbreiding van de doelgroep van kiezers die zich buiten Nederland bevinden betekent extra lasten voor de overheid. De gekozen regeling betekent vooral extra werk voor de briefstembureaus bij de Nederlandse vertegenwoordigingen op de Nederlandse Antillen en Aruba en de gemeente Den Haag. Tegenover het extra werk staat echter dat niet langer hoeft te worden gecontroleerd of kiezers op de Nederlandse Antillen en Aruba ooit tenminste tien jaar in Nederland hebben gewoond dan wel in Nederlandse openbare dienst zijn op de Nederlandse Antillen of Aruba. Dit maakt de procedure een stuk eenvoudiger.

8. Onder het kopje Kosten luidde de passage «Uit onderzoek is gebleken ... voor andere verkiezingen.»: Ook beïnvloedt de keuze die zij maken om het kiesrecht uit te oefenen de definitieve kosten. Uit onderzoek is gebleken dat het uitbrengen van een briefstem circa 16 euro aan kosten met zich meebrengt (inclusief de kosten van de registratie)1. De kosten per geregistreerde internetgebruiker liggen op circa 90 euro (dit cijfer is inclusief de kosten van de registratie en de kosten voor voorlichting voor alle kiezers in het buitenland)2. Bij gebruik van de mogelijkheid om via internet te stemmen zijn de investeringskosten echter zeer hoog zodat de gemiddelde kosten per kiezer amper stijgen als er veel meer mensen stemmen. Bij briefstemmen geldt dit niet en leidt elke extra kiezer tot een vergelijkbare toename van de totale kosten. De Kiesraad plaatst in zijn advies vraagtekens bij de kostenberekening en de daaraan ten grondslag liggende gegevens, omdat de gegevens deels zijn gebaseerd op het referendum over de Europese Grondwet. De kosten voor het stemmen via internet of brief voor het referendum zijn evenwel niet anders dan de kosten voor internetstemmen of briefstemmen voor andere verkiezingen.

9. Onder het kopje Evaluatie ontbrak na de eerste volzin de volzin: «Daarbij zal ook uitdrukkelijk worden bekeken of het mogelijk is dat kiezers hun kiesrecht op dezelfde basis als ingezeten in Nederland kunnen uitoefenen».


XNoot
1

Adviescommissie inrichting verkiezingsproces, Stemmen met vertrouwen, blz. 69–76 en blz. 104.

XNoot
1

Deloitte, Onderzoek naar de werkelijke additionele kosten van gemeenten voor het raadplegend referendum Europese Grondwet 2005.

XNoot
2

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kiezen op Afstand, Stemmen via internet, rapportage Experiment Tweede Kamerverkiezingen 2006, blz. 16–17.

Naar boven