nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het kiesrecht
voor het Europees Parlement te verlenen aan alle Nederlanders die in de Nederlandse
Antillen en Aruba woonachtig zijn;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel Y 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden: De leden van het Europees Parlement
worden gekozen door:
2. Onderdeel a komt te luiden:
a. degenen die op de dag van de kandidaatstelling Nederlander zijn
en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt
en niet zijn uitgesloten van het kiesrecht;
B
Na artikel Y 5 wordt een artikel ingevoegd, dat als volgt komt te luiden:
Artikel Y 5a
De Nederlander die op de dag van de kandidaatstelling zijn werkelijke
woonplaats heeft in de Nederlandse Antillen of Aruba dient het verzoek tot
registratie, bedoeld in artikel D 3, eerste lid, in bij de vertegenwoordiger van Nederland in de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba
of bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,