nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2009
In haar brief van 31 maart 2009 (2009D17292) heeft de vaste commissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht een brief te sturen
over de reikwijdte en de inhoud van het Wetsvoorstel dieren. Tevens heeft
de commissie in haar brief van 27 maart 2009 (2009D14716) verzocht uw
Kamer te berichten over de planning van de Algemene Maatregel van Bestuur
voor de zogenoemde positieflijst voor het houden van dieren.
Reikwijdte en inhoud Wetsvoorstel dieren
Het Wetsvoorstel dieren is momenteel bij uw Kamer aanhangig. Met het wetsvoorstel
wordt beoogd transparantie aan te brengen in de regelgeving die op het gehouden
dier betrekking heeft. Daarnaast zal met het wetsvoorstel uniformiteit in
de handhaving van deze regelgeving worden aangebracht. Verder zal, waar mogelijk,
vermindering van regeldruk worden gerealiseerd, zoals ik in mijn brief van
5 december 2008 aan uw Kamer heb aangekondigd (kamerstukken II 2008/09,
29 515, nr. 276).
De belangen die aan het wetsvoorstel ten grondslag liggen, zijn van gelijksoortige
aard en spelen in relatie tot de menselijke omgang met dieren. Het wetsvoorstel
bevat regels ten aanzien van landbouwhuisdieren, gezelschapsdieren en overige
gehouden dieren, afkomstig uit de volgende, momenteel geldende wetten:
– de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
– de Diergeneesmiddelenwet
– de Wet op de dierenbescherming
– de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde
– de Kaderwet diervoeders
Het wetsvoorstel ziet, behoudens uitzondering, niet op in het wild levende
dieren en ook niet op dierproeven als bedoeld in de Wet op de dierproeven.
De regelgeving voor beide beleidsterreinen staat in een andere context,
namelijk die van soortbescherming onderscheidenlijk wetenschappelijk, voornamelijk
medisch onderzoek. Bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel gelden echter
ook met betrekking tot dieren die niet worden gehouden door de mens, met name
met het verbod op dierenmishandeling en de plicht om hulpbehoevende dieren
zorg te verlenen.
Vervolg procedure Wetsvoorstel dieren
De nota naar aanleiding van het verslag van uw Kamer van 26 juni
2008 (kamerstukken II 2007/08, 31 389, nr. 7), is op dit moment nog in
voorbereiding. Een aantal onderwerpen behoeft zorgvuldige besluitvorming en
interdepartementale afstemming, wat van invloed is geweest op de voortgang
van de nota naar aanleiding van het verslag. Ik zal de nota naar aanleiding
van het verslag binnen afzienbare termijn, naar verwachting in mei, aan uw
Kamer toesturen.
Positieflijst voor het houden van dieren
Bij mijn brief van 27 maart 2009 heb ik uw Kamer op verzoek een afschrift
van het Andibel-arrest doen toekomen (kamerstukken II 2008/09, 28 286,
nr. 277). De gevolgen van dit arrest zijn van invloed op de planning voor
een Algemene Maatregel van Bestuur inzake een positieflijst. Naar aanleiding
van het Andibel-arrest bestaat namelijk de noodzaak om juridische voorzieningen
te treffen met betrekking tot het aanwijzen van soorten.
Eén van deze voorzieningen betreft het opnemen van objectieve en
niet-discriminerende criteria op basis waarvan een lijst met soorten wordt
vastgesteld. Op grond van de huidige regelgeving is het niet mogelijk om dergelijke
criteria te stellen. Dit heeft mij aanleiding gegeven te besluiten een Algemene
Maatregel van Bestuur inzake een positieflijst voor te bereiden in het kader
van de regelgeving ter uitvoering van de Wet dieren.
Nadere overwegingen hieromtrent zal ik opnemen in de nota naar aanleiding
van het verslag inzake het wetsvoorstel voor de Wet dieren. Daarbij zal ik
ook ingaan op de planning van die uitvoeringsregels.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg