nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELZEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 3.2 wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
3a. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld dat het bewerken,
verwerken, in voorraad of voorhanden hebben, vervoeren, opslaan, het gebruik,
het in de handel brengen en het in of buiten Nederland brengen van foie gras
verboden is.
II
In artikel 8.7, eerste lid, onder a, sub 1°. wordt de zinsnede «3.2,
eerste, tweede en derde lid,» vervangen door een zinsnede, luidende:
3.2, eerste tot en met derde lid.
Toelichting
Dit amendement regelt dat in een algemene maatregel van bestuur een verbod
op het bewerken, verwerken, in voorraad of voorhanden hebben, vervoeren, opslaan,
het gebruik, het in de handel brengen en het in of buiten Nederland brengen
van foie gras wordt neergelegd. Overtreding van dit verbod is een overtreding
als bedoeld in artikel 8.7 van de Wet dieren.
Het voorgestelde handelsverbod kan worden gezien als een maatregel van
gelijke werking als bedoeld in artikel 28 of 29 van het EG-Verdrag, maar
kan worden gerechtvaardigd met een beroep op artikel 30 van het EG-Verdrag.
Ingevolge artikel 30 van het EG verdrag zijn maatregelen van gelijke werking
onder andere toegestaan als deze maatregelen, zoals het voorgestelde handelsverbod,
uit hoofde van bescherming van de gezondheid en het leven van dieren en openbare
zedelijkheid.
In geval een beroep op deze rechtvaardigingsgronden van artikel 30 van
het EG-verdrag onverhoopt niet slaagt, kan een beroep worden gedaan op de
welbekende «rule of reason» uit het Cassis de Dijon-arrest (zaak 120/78). Een beroep op de «rule of reason» is mogelijk
voor niet-discriminatoire maatregelen, maatregelen die niet-economisch van
aard zijn en maatregelen die voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid en
proportionaliteit. Het voorgestelde handelsverbod maakt geen onderscheid naar
de herkomst of de bestemming van de foie gras en is derhalve niet aan te merken
als discriminatoir. Voorts heeft het handelsverbod tot doel om dieren te beschermen
tegen een ethisch ongewenst gebruik door de mens en is daarom niet-economisch
van aard. De noodzaak van het verbod is gelegen in de steeds sterker wordende
ethische en maatschappelijke overtuiging dat dieren in Nederland niet voor
de productie van foie gras behoren te worden gebruikt. Ten einde dit doel
te bereiken acht de indiener het voorgestelde handelsverbod proportioneel.
Van Velzen